Jo Van Rijckeghem maakt al 20 jaar wandsculpturen, gelaagde constructies waarin hij gevonden materialen samenvoegt tot nieuwe composities. Naar het woord ‘assemblage’, dat afgeleid is van het Franse ‘assembler’ en ‘verzamelen’ of ‘samenvoegen’ betekent, sprokkelt Van Rijckeghem als een strandjutter de dingen die hij op zijn weg vindt. Hij combineert, balanceert en laat zich daarbij inspireren door het hem omringende platteland.
Het landschap, de rijen bomen, de omgeploegde akkers dicteren het ritme van zijn poëtische beeldtaal. Hij beeldhouwt met materialen vergeten in de plooien van de tijd. Het zijn sporen die iets te vertellen hebben, die een geschiedenis in zich dragen en die met hun geheugen de verbeelding van de toeschouwer aanboren. De toeschouwer, bij wiens gratie Van Rijckeghems werk zich ontvouwt en voltooit.
Met een instinctief spel van materialen verbeeldt de kunstenaar de boerenbuiten, waar hij woont en werkt. Hout, messing, hars en rubber past hij bij elkaar. Het zijn materialen die al eeuwenlang gebruikt worden door de mens, natuurlijke materialen. Zo wordt hars geproduceerd door bomen wanneer de bast van hun stam beschadigd is en wordt rubber vervaardigd uit het sap van o.a. de Braziliaanse rubberboom.
Het warme goudgeel van messing symboliseert het volmaakte, het onovertreffelijke van de zon. Het is een materiaal dat veelvuldig gebruikt wordt bij industriële toepassingen, maar ook bij verfraaiing van het interieur. Op die manier onderstreept Van Rijckeghem het spel tussen binnen en buiten, tussen natuur en cultuur.
Het vuilste hout fascineert de kunstenaar het meest, zoals dat stukje boom van meer dan 500 jaar oud. Van Rijckeghem laat eerst de natuur haar werk doen en bewerkt vervolgens haar materialen door te krassen, te hakken, te branden en te frezen. Refererend aan stroken omgeploegde akkers, poogt de kunstenaar met deze manipulatie het ritme van de natuur te vertalen, naar zijn hand te zetten, een nooit aflatende zoektocht naar een evenwicht tussen natuur en cultuur. In zijn streven naar het ideale zwart, verbrandt hij het hout en combineert het met rubber. Het doet denken aan de dikke, natte klei na een regenbui.
In zijn landschapstableaus vertaalt Jo Van Rijckeghem de natuur in haar essentie, in een poëzie van materie, in vruchtbare en onvruchtbare velden die wachten op de blik van de toeschouwer.
— Roxane Baeyens