Vanaf circa 1958 begon Leo Erb met zijn gestructureerde ‘lijnschilderijen’ en ‘lijnreliëfs’, waarmee hij onder meer exposeerde in Düsseldorf in 1958 als onderdeel van de 7e avondtentoonstelling “Das Rote Bild” van de ZERO-groep in Düsseldorf.
In 1961 verhuisde Erb naar Parijs, waar hij tot 1975 woonde en werkte in zijn zelfgebouwde atelier. Gedurende deze periode ontwikkelde hij zijn lijnwerken verder en creëerde “lineaire lichtobjecten”, “zonnesculpturen” en kinetische objecten. In 1977 nam hij deel aan Documenta 6 in Kassel. ‘De lijn’ en de kleur wit in al zijn schakeringen lopen als een rode draad door het hele werk van Leo Erb. Dit kernthema treft al zijn werkgroepen, zoals handtekeningen, materiële afbeeldingen, reliëfs, sculpturen, kinetische objecten, lichtobjecten en handafdrukken.
In het werk van Erb “… keert de grote Bauhaus-doctrine terug, geradicaliseerd en geconcentreerd op de essentiële elementen. Veel van Erb's lijnschilderijen en lijnobjecten zijn zowel vlak als ruimtelijk leesbaar. De lijnen van Erb zijn driedimensionale randen van lichte of schaduwrijke randen; Ze maken van de beelden dingen die zich aan het licht presenteren, die in het licht leven” (Lorenz Dittmann).