In de schilderijen van Niels Smits van Burgst (Maassluis, 1970) zijn de dagen van permanente vrije tijd aangebroken. Met een zwierige verftoets schetst de schilder ons beelden van plezier zonder plichten. Smits van Burgst is vooral om zijn schilderijen van zwelgpartijen met hangende jongeren in hotels en in huiskamers, genotzuchtige selfies en zelf-representatie op een moment van ervaren pret. We zien het volkje dat rondhangt bij exposities, concerten, lezingen en sportevenementen, of belanden op één of ander dansfeest. In recenter werk is het TL- en flitslicht vervangen door direct zonlicht. De schilder neemt ons mee naar buiten: de bergen in, naar een zwemmeer of camping. We gaan weer mee op vakantie met onbekenden en zijn deelgenoot van forensen, op weg naar hun bestemming. In de schilderijen voel je de spanning voor wat komen gaat maar de figuren lijken niet in staat zich los te maken uit hun huidige situatie. De personages lossen op in hun omgeving terwijl ook de situatie van ondergeschikt belang wordt. We zien de schilder zoeken.
Sinds zijn afstuderen aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten te ‘s-Gravenhage (1993) waren zijn schilderijen onder andere te zien in Londen, New York, Berlijn, Antwerpen, op diverse kunstbeurzen en in vele Nederlandse galerieën en Musea.