Als schilder uit ik mij in mijn werk zowel in abstracte als in figuratieve vorm.
In beide gevallen werk ik eerder vanuit observatie dan vanuit een concept. Observatie gepaard aan nieuwsgierigheid naar en belangstelling voor de wereld om me heen. Die ervaar ik als grillig, complex en bizar, naast mooi en verwarrend. Die wereld is vooral uiterlijk aanwezig en openbaart zich aldus, maar evenzo speelt hij zich in het innerlijke af en neemt daar ook een ruime plaats in. De verhouding tussen dat reële en innerlijke is vaak bepalend voor hoe mijn werk gestalte krijgt. Daarbinnen houdt het werk zich staande en zoekt het houvast met betrekking tot de vorm, context, textuur en picturale elementen. Wat in mijn werk zichtbaar en waarneembaar is, mag deels herkenbaar zijn. Toch hoeft het niet zomaar zijn raadsel(s) prijs te geven. Zoals ik daarbinnen naar een persoonlijke figuratie - en dus identificatie - zoek, kan de beschouwer naar zijn of haar individuele interpretatie zoeken.
Wat zie ik, hoe ervaar ik dat en wat is de manier om die ervaring weer te geven? Steeds weer draait het om het maken en definiëren van keuzes uit een immense verzameling van mogelijkheden. Zijn de gemaakte keuzes doorheen hun vertaling (op doek) ruim voldoende leesbaar en communiceren ze voldoende de achterliggende ideeën die aan die keuzes ten grondslag liggen? Het is altijd een kwestie van voortdurend artistiek (her)formuleren, een niet aflatend proces om dichter bij mezelf te komen en daarmee dichter bij het onderwerp van mijn keuze, waarbij ik wil vermijden om star te worden, door bijvoorbeeld het toepassen van trucjes, van herhalingen, of van simplificaties.
Mezelf noem ik het liefst een schilder. Een schilder van beelden die om de een of andere reden een publiek kunnen aanspreken, mensen aan het denken kunnen zetten of ontroeren, maar er mogen ook vragen worden gesteld over wat er te zien is. Hopelijk breken de kijkers doorheen de oppervlakte van het werk, dat wil zeggen doorheen de verftextuur en kleurenpallet. Anders gezegd, voorbij de esthetiek die onherroepelijk of onontkoombaar deel uitmaakt van het werk, maar die niet het hoofdbestanddeel vormt, althans, wat mij betreft. De esthetiek vloeit voort uit de combinatie van onderwerp en (verf-) behandeling, ze is nooit mijn uitgangspunt of reden om een werk op te zetten.
Mijn onderwerpen zijn gevarieerd: gezichten, feiten - al dan niet uit hun context gehaald - en soms zelfs een (stads-) landschap waarin het licht een niet onbelangrijke rol speelt of zelfs de aanleiding kan zijn. Een programma heb of volg ik niet: wel ben ik op zoek naar onderwerpen die 'schilderbaar' zijn, of juist haast niet - als uitdaging. De uitdaging zit 'm dan vooral in de wijze waarop het werk gestalte krijgt op het doek. Dat proces is voor mij essentieel, het hoeft niet als vanzelf te gaan, soms zelfs integendeel, want de zoektocht levert juist nieuwe inzichten en daarmee beelden op, of oplossingen.
Misschien moet ik mezelf colorist noemen, want kleur (en kleurstelling) spelen een hoofdrol in mijn werk. Hoe onrealistischer de kleuren des te reëler soms het onderwerp op het doek verschijnt. Hoe het ook zij en wat ik ook schilder, het gaat mij altijd om de gewaarwording van de kijker naar aanleiding van wat die 'ziet', vermoedt of denkt waar te nemen.