Mariëtte van der Ven maakt krachtige, intieme en complexe keramische sculpturen van de veelal kwetsbare mens. Ze heeft prachtige exposities gehad in Nederland, Engeland, Italië, New York en Japan.
De psyche van de mens, de ziel huizend in het lichaam, het niet-fysieke maar wel leidende deel van de mens wil Van der Ven vastleggen in haar beelden. Soms refererend aan beelden die we al kennen, andere keren nieuwe vormen creërend, op zoek naar de ultieme vorm voor het gevoel dat het moet verbeelden. Eigenlijk maakt zij poëzie in ruimtelijke vorm. Zoals een dichter nieuwe combinaties van bestaande woorden zoekt, zo zoekt Van der Ven bestaande vormen en herschikt ze totdat ze weergeven wat zij wilt.
Porselein is voor Mariëtte van der Ven het edelste keramische materiaal en ze houdt er van. Tegelijkertijd laat het zich moeilijk dwingen en is het een zeer lastig te verwerken boetseermassa. Er is altijd een strijd tussen de kunstenaar en het materiaal waarbij Van der Ven de grenzen van het (on)mogelijke op zoekt. Ze past een zeer bijzondere techniek toe bij het creëren van haar kunstwerken.
Opgeleid als beeldhouwer en niet als keramist, is Van der Ven op een zeker moment met klei gaan werken als medium om haar beelden vorm te geven. Ze was op zoek naar een materiaal waaraan ze kon blijven schaven en rommelen tot het naar haar zin was en kwam uit bij klei. In haar kunstwerken maakt ze geen gebruik van glazuur; dit ziet de kunstenares als een beperking, een glimmende laag die afstand creëert in plaats van verfijning in de gezichten te laten zien. Bij toeval kwam Van der Ven in aanraking met porseleinklei en besloot daarmee te experimenteren. Porselein bleek een heel ander materiaal te zijn dan klei met chamotte en vergde veel oefening en geduld. Ze kreeg het porseleinvirus te pakken en is daar gelukkig nooit meer van genezen!