Visuele Polyfonie
Faryda Moumouh houdt van het stille beeld en de mogelijkheid die het biedt tot reflectie. Tegelijkertijd heeft ze er niet voldoende aan. Ze wil onder de huid van de zichtbare wereld kruipen, boren naar de abstracte en onkenbare essentie die richting geeft aan alle visuele ruis om ons heen. In plaats van het beeld uit te benen vermenigvuldigt en vermengt ze het waardoor een schier onleesbare complexiteit ontstaat. En precies daar waar haar werk de connectie met het gefotografeerde beeld dreigt te verliezen, ontstaat betekenis.
Copyright by Edo Dijksterhuis - PF Professionele Fotografie Magazine November 2021
Faryda Moumouh was amper twee jaar oud toen ze met haar in België woonachtige gezin op bezoek ging bij opa en oma in het Marokkaanse Rifgebergte. Haar vader bracht iets magisch mee: een Polaroidcamera. De machine die beelden tevoorschijn tovert baarde veel opzien op het Noord-Afrikaanse platteland, waar bewoners in de jaren ’70 nog verstoken waren van tv en telefoon en het leven niet erg aangesloten was op de rest van de wereld. Alles werd vastgelegd: de zonnebloemen, de vijgenbomen, de schapen in de schuur. Ook Moumouh’s grootouders moesten eraan geloven maar toen ze het resultaat zagen, herkenden zij zichzelf niet in de kleurvlekken op het vierkante stuk papier. Onbekend met het fenomeen fotografie, konden ze het beeld niet lezen en voelden ze vooral afkeer. De rest van hun leven hebben ze camera’s gemeden.
Deze anekdote uit Moumouh’s biografie illustreert hoe snel de beeldcultuur is veranderd in de afgelopen vijftig jaar en hoe extreem die evolutie is geweest binnen haar familie. Als kleinkind van fotografische analfabeten en dochter van een man die zijn camera koesterde als symbool van maatschappelijk succes en bij de tijd zijn, heeft zij de fotografie omarmd als persoonlijk expressiemiddel bij uitstek. Haar werk gaat ver voorbij registratie en documentatie. Moumouh bewerkt foto’s tot beelden die iets weergeven dat achter of onder het oppervlak van de wereld ligt.
“Fluïde onduidelijkheid” is het woord dat de Belgische fotograaf zelf gebruikt om haar werk te beschrijven. Er zitten lagen in die niet altijd van elkaar te scheiden zijn. Samen zetten ze een sfeer neer en bieden ze aanleiding tot associaties en verhaallijnen. Het is visuele polyfonie die vraagt om aandachtige navigatie van de kijker.
“Ik ervaar de wereld als noise, vaak chaotisch en verwarrend”, stelt Moumouh. “Die duizend-en-één indrukken in mijn hoofd gooi ik terug de wereld in. Ik vind dat er een bepaalde donkerte in het leven zit, in mij zit. Die moet vertaald worden. Dat levert beelden op die misschien niet makkelijk te begrijpen zijn, maar ik daag de kijker uit in mijn werk te kruipen. Als ik hem een zuiver beeld zou voorschotelen dan zou ik hem voorliegen.”
9/11 als trigger
Ondanks de vroege blootstelling aan haar vaders Polaroidcamera, kwam Moumouh pas als kunstacademiestudent op het spoor van de fotografie. “Het is nu misschien moeilijk voorstelbaar maar begin jaren ’90 was fotografie nog echt luxe en wij hadden thuis niet de middelen om erin te investeren. Maar tijdens mijn eerste jaar aan Sint Lucas in Antwerpen kreeg ik vier uur in de week analoge fotografie en ik was op slag verliefd. Ik hou van de directheid, het spontane snel vastleggen, de magie van het latente beeld dat in de doka verandert in gecreëerd beeld.”
Lange tijd was het fotograferen op zich voldoende en maakte Moumouh naam met modereportages. “Maar ik voelde een bepaalde leegte bij één zo’n shot, dat één moment vastlegt. Ik zocht meer diepgang en een meer persoonlijke taal. De trigger kwam in de vorm van 9/11 – die datum is een waterscheiding voor mij als mens en als fotograaf. De aanslag en alles wat erna kwam veranderden mijn denken over beeld en verbeelding. Tot die tijd behoorden iconische beelden tot de geschiedenis, maar plots waren ze onderdeel van onze eigen heden.”
“Met 9/11 raakte de wereld bovendien gepolariseerd. Zoals Bush zei: ‘you’re either with us or against us’. Shockerend vond ik dat. Ook in België werd de polarisatie zichtbaar, bijvoorbeeld in de taal. Mijn vader was eerste generatie Marokkaan in België, die eerst gastarbeider heette en migrant toen hij zich blijvend vestigde. Als tweede generatie Marokkaan geboren in België werd ik allochtoon genoemd. Na 9/11 werd de hele gemeenschap gereduceerd tot de aanduiding ‘moslims’. Maar ik ben atheïst, waar behoor ik toe? En wat vertellen mijn beelden? Ik voel me heel hybride, ik ben veel meer dan een etnische identiteit.”
Om daar uiting aan te geven ging Moumouh werken met sequenties en vervolgens beelden combineren, over elkaar leggen, vermengen. Eerst met analoge middelen maar vanaf 2006 met een digitale camera. “Ik schafte een Canon EOS 5D Mark II aan, die ik nog steeds gebruik. Ik heb sindsdien niet veel nieuws gekocht, een softbox en twee lenzen. Later kwam er nog een compacte Canon EOS M50 bij. Ik vind het belangrijk dat een camera goed in de hand ligt, maar ook dat hij niet te zichtbaar is. Ik ben geen spion of voyeur maar ik wil de wereld niet verstoren als ik haar fotografeer.”
Pingpongen met mezelf
Moumouh’s werk begint altijd met woorden. “Literatuur en filosofie, vooral het existentialisme van Sartre en De Beauvoir, vormen mijn grootste inspiratiebron. Ik vul een schetsboekje met steekwoorden en zinnen: algemene, misschien vage begrippen zoals l’image étrange, bagage of oorsprong. Het zijn ankerpunten die mijn blik richten als ik daarna met mijn camera de straat op ga. Tijdens een wandeling schiet ik snel 500 tot 1000 foto’s. Een selectie daarvan hang ik als A5-printje aan de wand en dan kijk ik in hoeverre het beeld klopt bij de begrippen. Het is een soort pingpongen met mezelf.”
Na een langdurig proces van associëren en elimineren blijft een selectie over die de grondstof vormt voor een compositie. “Vroeger was de foto het eindproduct maar nu is hij het startpunt”, zegt Moumouh. “Het eigenlijk creëren begint pas achter de computer. Photoshop is crucialer voor mij dan de camera.”
Wat zij met het computerprogramma maakt, heeft echter niets van de geliktheid die vaak met Photoshop wordt geassocieerd. “Behalve fotografische beelden scan ik ook analoge dragers in, bijvoorbeeld Steinbach papier waar ik met Oost-Indische inkt op heb geschilderd. Zo ontstaat een mixed mediabeeld dat niet clean is en spontane imperfecties vertoont. Op zo’n manier wordt het technische beeld een persoonlijk beeld.”
Een project is voor Moumouh pas af als ze er een boek van heeft gemaakt: “dan ontstaat een ongeschreven narratief.” Maar anders dan veel fotografen voor wie een publicatie het ultieme doel is, zijn de boeken voor Moumouh een tussenfase en hulpmiddel. Ze maakt er ook maar één exemplaar van, dat haar atelier niet verlaat. “Het zijn schetsen. De afzonderlijke foto’s zijn het echte werk. En de tentoonstelling natuurlijk, waarin ze de dialoog aangaan met elkaar en met de kijker.”
Bio:
Toen Faryda Moumouh (1978) op haar zesde een film over Vincent van Gogh zag, werd ze jaloers en wist ze: wat hij doet, wil ik ook. Op de middelbare school koos ze meteen een kunstzinnig vakkenpakket. Daarna volgden een bachelor en master aan kunstacademie Sint Lucas KSO in Antwerpen. Tegenwoordig geeft ze daar les en heeft ze solo- en groepstentoonstelling in voornamelijk België