Kunstcriticus Jaak Fontier noemde Rubens de antipode van de lyriek. Elke vorm van voorstelling wordt geëlimineerd en alleen lijnen en vlakken zonder enige vorm van onderwerp blijven over. Het seriële aspect van zijn oeuvre en het denken dat eraan voorafgaat, neigen Rubens naar de conceptuele kunst en naar de ideeën van François Morellet, met wie Rubens een vriendschap onderhield. Samen met Vasarelly en Le Parc richtte Rubens de groep GRAV (Groupe de Recherche d'Art Visuel) op. De kunst van Albert Rubens is een bedachtzaam universum van zuiver geometrische ervaringen. Vanaf 1972 maakte Rubens deel uit van de Internationaler Arbeitskreis für Konstruktive Gestaltung (I.A.F.K.G.). Tussen 1973 en 1975 verwezenlijkte deze werkgroep de projecten Sequenzen zwischen weiss und schwarz en Plus-Minus, met in totaal achtentwintig deelnemende kunstenaars uit elf landen. De tentoonstellingen vonden plaats in musea en galerieën in België, Duitsland, Engeland en Italië. De I.A.F.K.G. nam ook vier keer met een eigen stand deel aan de kunstbeurzen van Keulen en Düsseldorf en gaf tussen 1972 en 1975 ook drie kunstmappen met grafiek uit.
Albert Rubens en de Internationale Werkgroep voor Konstruktivistische Kunst
In de zomer van 1972 richtten de Duitsers Pierre De Poortere en Hans-Dieter Schrader, samen met Guy Vandenbranden de Internationaler Arbeitskreis für Konstruktive Gestaltung (I.A.F.K.G.) op. In de oprichtingsbrochure van dit coöperatief kunstenaarscollectief stond in het Frans, Duits en Engels te lezen dat de groep een gevarieerd programma wil aanbieden van tentoonstellingen, een jaarlijks portfolio met grafisch werk van de leden en de verspreiding van theoretisch materiaal door leden en bevriende kunstenaars. Daarnaast was het de bedoeling om jaarlijks, in onderling overleg, een werkprogramma rond een bepaald thema uit te voeren. Bij ieder nieuw werkprogramma werden telkens nieuwe (constructivistische) kunstenaars uitgenodigd om deel te nemen.
Bij aanvang waren elf kunstenaars betrokken, waaronder drie Duitsers; Herbert Aulich, Pierre De Poortere en Hans-Dieter Schrader, twee Belgen; Guy Baeckelmans en Guy Vandenbranden, twee Fransen; Henri Patez en Walter Strack, twee Britten; John Law en D. Mills, de Hongaars-Belgische Pal Horvath en de Zwitser Manfred Schoch. Aan het eerste werkprogramma 1 thema 5x variiert namen de elf leden deel, aangevuld met acht andere kustenaars, waaronder ook Mark Verstockt en Albert Rubens. Een tentoonstelling met de resultaten van dit project reisde onder meer naar het Museum van Worms, het Rathaus van Reutlingen en De Warande in Turnhout.
Albert Rubens (Tielt 1944) is van bij het eerste werkprogramma een vaste waarde en nam actief deel aan verschillende programma’s van de werkgroep. Vanaf 1965 verkoos Rubens de kubus als uitgangspunt in zijn denken en werken. Hij beperkte zich tot de niet-kleuren zwart en wit, waardoor structuur en vorm – de vervorming van de kubus – nog meer werden benadrukt. Rubens’ manier van werken resulteerde vaak in serieel werk, waarbij reeksen van vier of acht werken ontstonden. Voor de toeschouwer is het ritmisch verband tussen de werken duidelijk, maar de wetmatigheden van dat verband zijn niet te achterhalen.
Dit serieel werk, resultaat van Rubens’ artistiek en mathematisch onderzoek van de kubus, sloot perfect aan bij het opzet van de I.A.F.K.G. dat expliciet constructivistische kunstenaars wilde uitdagen.
Tussen 1973 en 1975 verwezenlijkte de werkgroep de projecten Sequenzen zwischen weiss und schwarz en Plus-Minus, met in totaal achtentwintig deelnemende kunstenaars uit elf landen. De didactische tentoonstellingen vonden plaats in musea, culturele centra en galerieën in België, Duitsland, Engeland en Italië. De I.A.F.K.G. nam ook vier keer met een eigen stand deel aan de kunstbeurzen van Keulen en Düsseldorf en gaf tussen 1972 en 1975 ook drie kunstmappen met grafiek uit.
Zowel deelname aan de beurzen als de uitgave van de grafiekmappen werden door de kunstenaars zelf gefinancierd. Vanaf 1974 werd ook een tijdschrift in eigen beheer uitgegeven.
Het vijfde werkthema van de I.A.F.K.G. is 200x200. Van 7 tot 15 augustus 1976 werkten de zestien deelnemende kunstenaars ieder aan een werk van twee bij twee meter in Vandenbrandens atelier aan het Scheldeken en in de ateliers van het I.C.C. aan de Meir in Antwerpen. De deelnemers waren de Belgen Albert Rubens, Guy Vandenbranden en Mark Verstockt, de Nederlanders Bob Bonies, Ewerdt Hilgemann, Ad De Keyzer en Yvonne Kracht, de Britten Norman Dilworth en Peter Lowe, de Finnen Vladimir Kopteff en Matti Kujasalo, de Italianen Marcello Morandini en Alberto Zilocchi, de Duitsers Hans-Dieter Schrader en Pierre De Poortere en de Fransman François Morellet. Tegelijk werd ook een symposium georganiseerd met enkele kunstcritici, waaronder Phil Mertens en Flor Bex, in Vandenbrandens woning boven de VECU in de Antwerpse Moriaanstraat. In de Nieuwe Gazet schreef R. Van Houtte:
‘Antwerpen is nog tot en met zaterdag een internationale ontmoetingsplaats voor zestien Europese kunstenaars, die we gemakshalve vertegenwoordigers van het constructivisme zouden kunnen noemen. (…) Zij zijn de exponenten van de Internationaler Arbeitskreis für Konstruktive Gestaltung. (…) De groep slaagt er blijkbaar in zijn contacten steeds maar uit te breiden. Gasten worden zonder veel problemen uitgenodigd en naast de werkbijeenkomsten denkt de I.A.F.K.G. ook aan tentoonstellingen, zoals dat gebeurt op de kunstmarkt te Düsseldorf. We wachten met spanning op de geplande tentoonstelling die na het Antwerps symposium zal volgen’.
De spanning werd ingelost wanneer, in het voorjaar van 1977, de resultaten van het symposium worden voorgesteld in het Stedelijk Museum van Schiedam, nabij Rotterdam. Na afloop van de tentoonstelling besliste directeur Hans Paalman om alle werken aan te kopen en op te nemen in de vaste collectie van het museum van Schiedam. Er volgden tot het einde van de jaren tachtig nog soortgelijke symposia in Varese (Italië), Schloss Buchberg (Oostenrijk), Hamburg (Duitsland), Kemi (Finland) en Fulda (Duitsland) en tal van tentoonstellingen. Een reeks werken van Albert Rubens, getiteld Varese, kwam tijdens het symposium in de gelijknamige stad tot stand.