Toen Anne Jaap nog geen kunstenaar was, maar een jongen van elf, twaalf jaar, knutselende hij gebouwen van papier. Oude grachtenpanden, twee-onder-een-kap-woningen, rijtjeshuizen, flatgebouwen, garageboxen, arbeiderswoninkjes, fabrieken. Met enkel een potlood, een schaar, een stapel ruitjespapier en een pot lijm, bouwde hij een imaginaire stad, die hij telkens opnieuw arrangeerde.
Het bouwen stopte, nadat hij een boek over Piet Mondriaan las. Met vurenhouten latjes, een oud laken en olieverf van het Waterloo Plein maakte hij zijn eerste schilderij, een monochroom oranje vlak.
Na allerlei moderne schilderkunstige probeersels ontdekte hij in de bibliotheek de rijkdom van de kunst voor de tijd van Mondriaan en wilde hij Rembrandt worden. Ongeveer veertien jaar was hij en zijn slaapkamer was een romantisch atelier geworden waar het naar terpentijn rook.
Nu, heel veel jaren later, zijn het eigenlijk nog dezelfde fascinaties en verlangens als toen, die de basis vormen van zijn werk. Alledaagse architectuur, de strak georganiseerde wereld van modernisten als Mondriaan en het verlangen naar de schilderkunstige rijkdom van schilders als Rembrandt.
‘Voor mij is het zien van een schilderij, als het kijken naar handelingen in de tijd. Ik zie en ervaar de schilderkunstige gebaren van de schilder. Duizenden handelingen zie ik, ook wanneer ze niet of nauwelijks meer waarneembaar zijn. Ik weet ze. Met dezelfde blik zie ik ook de fysieke wereld, de wereld van de dingen, de wereld zoals we die hebben gecreëerd. De habitat waarin we leven.’
Voor Anne Jaap is een wandeling door een willekeurige straat een ervaring van handelingen in de tijd. Maar ook van gedachtes, verlangens, ideologieën, die al dan niet met de tijd sleets zijn geraakt, of zelfs zijn vergeten en vervangen door nieuwe verlangens en ideeën. En altijd is er de doorlopende tijd, waarin onkruid wil woekeren en alles tenslotte weer verdwijnt.
SPATIES SPACES – de titel van zijn laatste expositie – verwijst naar de schilderkunstige keuzes voor plekken die misschien niet echt bedoeld zijn om gezien te worden, maar die zich toch overal tussen de dingen bevinden, zoals spaties en witruimte tussen de woorden die we lezen.
De getoonde schilderijen zijn gemaakt met waterverf op papier. Het maakproces is tijdrovend, elke handeling blijft zichtbaar. Voor De Rapper, die eerder vooral divers ruimtelijk werk maakte – van keramische objecten tot ruimtelijke installaties met gevonden voorwerpen – is SPATIES SPACES de eerste tentoonstelling die geheel uit schilderijen bestaat. ‘Ik heb allerlei artistieke posities verkend in de periode dat ik als kunstenaar actief ben geweest. Toen heb ik een aantal jaren afstand genomen, om aan mijn gedroomde atelier te bouwen. Sjouwen met echte stenen, jaren van buffelen en beulen met zware balken. In dat atelier ben ik nu weer thuis. Zo thuis als ik was aan het begin. Met eelt op de handen en een penseeltje.’