Drie kunstenaars worden gepresenteerd. Marinke van Zandwijk, Romee van Oers en Kees de Vries. Het ongewone van het gewone, bijzonder gebruik van gewone materialen. Zout wordt gebruikt voor sculpturen, glas wordt gebruikt voor luie bellen en verf wordt gebruikt om er in één streek een schilderij mee te maken.
Hun werken ogen fragiel, alsof het zal breken als je het probeert te grijpen.
De schilderijen die Romee van Oers maakte voor ArtRotterdam zijn heruitvoeringen van kleine schilderijen. Deze kleine schilderijen zijn nauwkeurig bepaalde uitsneden uit proefdoeken waarbij onvoorziene samenstellingen van bewegingen zijn ontstaan. Elke heruitvoering is het resultaat van doelgerichte acties op het moment dat ze de verf op doek aanbrengt. Daarmee zijn haar werken te lezen als een spoor van fysiek handelen. De uitgebalanceerde composities nodigen uit tot eindeloos kijken.
De serie ‘Lost’ van Kees de Vries is ontstaan naar aanleiding van de tweede lock-down door de corona-maatregelen. Het werk refereert aan het gemis van sociale contacten, het samen kunnen eten, het uitgaan. De tafels zijn gedekt met servies van zout, in verval geraakt zoals ook ons sociaal leven in verval is geraakt. Zout is een materiaal dat zwaar beladen is met symboliek, zoals sociale contacten als het zout der aarde, maar bovenal schitterend wit.
Marinke van Zandwijk blaast bellen, uit vloeibaar glas. Door het blazen vangt ze beweging, vorm en kracht, ze geeft het betekenis, een ziel.
Opgebouwd vanuit bellen en bijgestaan door andere materialen ontstaan er beelden. Zwaar metaal, handgemaakt touw of oud papier complementeren de bellen in hun verhaal. De interactie tussen het fragiele, transparante glas en het stoere, robuuste staal of touw benadrukt de kwetsbaarheid van het glas.