0 Media items ᛫ 10 Beschikbare kunstwerken
1 shows ᛫ 0 Highlights ᛫ 0 Aanbevelingen
Het werk van James Lee Byars representeert voor mij een zekere melancholische magie. In de Kunsthalle in Bremen aanschouwde ik ademloos hoe dunne velletjes bladgoud zacht ruisten in zijn installatie ‘The Death of James Lee Byars’, die een jaar daarvoor ook te zien was tijdens de Biënnale van Venetië. In 1994 had Byars de installatie gebruikt om zijn eigen dood (hij was terminaal ziek) in scene te zetten. Het goud representeerde in zijn werk een zekere oneindigheid. De Britse kunstenaar Andrew Webb deelt mijn fascinatie voor Byars en maakte een hommage in de vorm van een symbool waar Byars bekend om stond: zijn veel te lange mouwen waardoor de kunstenaar enerzijds geen handcontact meer kon maken met anderen (en daarmee een emotionele afstand creëerde) en anderzijds zijn handen, zo essentieel voor kunstenaars, niet meer kon gebruiken. Webb voegt daar nog een laag aan toe die ook weer verwijst naar de oneindigheid in tijd: de dichotomie paradox van Zeno van Elea, die generaties aan wetenschappers, waaronder Newton en Aristoteles (in ‘Fysica’), geïnspireerd heeft. Deze paradox (https://ed.ted.com/lessons/what-is-zeno-s-dichotomy-paradox-colm-kelleher) weet je er via een filosofische knoop bíj́na van te overtuigen dat een reis van A naar B oneindig kan duren en dat beweging dus eigenlijk niet bestaat.
(Annie Gentils Gallery)