In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Fleur van Groningen (Auteur en kunstenaar, 39 jaar)
Wat betekent kunst voor u?
Kunst is zelfexpressie en ik vind het vooral interessant wanneer het om expressie van het hogere zelf gaat. Het kleine zelf – het ego – kan vermakelijk zijn, maar blijft meer aan de oppervlakte en beklijft minder. Ik word graag opgetild door schoonheid, zodat ik het niet-essentiële (tijdelijk) vergeet. Kunst als bullshitmeter. Of als een aardse vorm van spiritualiteit: een zinvolle tijdsbesteding tussen geboorte en dood. Want kunst is ook wat je achterlaat; daarin schuilt verantwoordelijkheid en generositeit.
Voor mij is kunst even noodzakelijk als ademhalen. Ik moét kunnen schilderen en tekenen, anders verdor ik. Ik ben visueel ingesteld, observeer graag. Ik moet dus ook kunst – in zijn vele vormen – om me heen hebben als inspiratie en troost, als tegenhanger voor deze soms ontmoedigende tijd, als antidotum voor wantrouwen of pijn. Maar kunst is evengoed een geliefde manier om me met anderen te verbinden: je kan ermee door andermans ogen kijken, een wereld betreden die afwijkt van de jouwe. Een kunstwerk verklapt iemands engagement, de tijd die hij erin stak, aangevuurd door een innerlijk vuur. Zelfs als het eindresultaat me niet bekoort, raakt dat proces me altijd.
Heeft u kunst van huis uit meegekregen of heeft u zelf uw pad moeten vinden?
Mijn vader, Flor Hermans, was kunstschilder en violist bij Wannes van de Velde. Hij had een grote passie voor kunst, literatuur en klassieke muziek. Ik groeide op bij mijn moeder en zag hem zelden, maar als we samen waren, drukte hij een stevige stempel op me. Hij exposeerde in galerie De Zwarte Panter, maakte deel uit van de bruisende biotoop die zich rond galeriehouder Adriaan Raemdonck ontspon (zoals belicht in de documentaire ‘Ik schilder met schilders’). Als klein kind hobbelde ik over de kasseien van die galerie, maakte er kennis met Fred Bervoets, Ysbrant, Remco Campert, Julien Schoenaerts en Jan Decleir, en vond kunst kijken even boeiend als Tik Tak (wat veel wilde zeggen).
Ook mijn moeder, die hobby-schilder is, was met een aantal van die kunstenaars bevriend. Hoewel wij een krakkemikkig huisje op het platteland bewoonden – met een huisraad van de rommelmarkt en afdankertjes aan ons lijf – glommen aan de muren prachtige schilderijen, waaronder werken van Ysbrant met bladgoud en zilver, wat fel afstak tegen het monotone polderlandschap. Van mijn ouders, alsook op de Kunsthumaniora, de school waar mijn vader lesgaf en ik de richting vrije beeldende kunst volgde, kreeg ik een klassieke artistieke opvoeding. Later ging ik zelf op onderzoek, verliet de geijkte paden en stelde me open voor het hedendaagse, het nieuwe, het vrije.
Waar haalt u uw informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Ik lees het kunstmagazine The Art Couch en pik soms iets op van de radio of uit de krant. Als ik kunst tegenkom in romans – zoals onlangs in Een duik in de liefde van Christophe Ono-Dit-Biot – vind ik het opwindend om dat online op te zoeken en zo bij te leren. Instagram is ook een leuke, makkelijke manier om kennis te maken met kunstenaars.
Waar bekijkt u het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
In een galerie of museum: ik wil het werk op me voelen inwerken. Met drommen mensen om een kunstwerk staan vind ik dan weer vreselijk, dus als een tentoonstelling te druk bezocht wordt, laat ik die passeren.
Hoe vaak per jaar koopt u kunst? Koopt u werk in oplage of liefst uniek werk?
De meeste schilderijen, etsen en sculpturen die ik heb, zijn gekregen. Ik houd het meest van schilderijen, uniek werk dus.
En waar koopt u dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Ik zou eerder naar een galerie trekken: een beurs of veiling schrikt mij af vanwege de vermoedde nadruk op bedragen en rivaliteit, iets wat voor mij onverzoenbaar is met vervoering en schoonheid. In een galerie kun je ongehinderd verliefd worden en de idee van transactie tot een minimum beperken.
Is het belangrijk dat u en uw partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslist u/jullie?
In ons huis gebeurt alles in wederzijds overleg. Beide partijen moeten gelukkig zijn. Seppe is heel soms een tikje meegaander onder het motto: happy wife, happy life. Maar gedeeld enthousiasme is gewoon fijner.
Is er een galerie waar u een speciale band mee heeft?
Met De Zwarte Panter, waar ik als puber drank serveerde aan ‘De vrienden van de Zwarte Panter’ die ik nog steeds enkel herken als ze dronken zijn, deel ik een stukje verleden. Ik heb respect voor wat Adriaan heeft opgebouwd, en kreeg ooit les van zijn vrouw, kunstenares Frieda Van Dun. Dat er jarenlang over hun kasseien een hondje Fleur hobbelde met hetzelfde kapsel als ik, schiep ook een band. Daarnaast voel ik me erg aangetrokken door Gallery Sofie Van de Velde. Sofie is een krachtige, inspirerende vrouw, met een verfrissende en boeiende kijk op kunst en de kunstwereld.
En ik check regelmatig het aanbod Kristof De Clercq gallery, Galerie Zwart Huis, Galerie Geukens & De Vil en Schönfeld Gallery.
Als u een onbeperkt budget had, van wie zou u dan een werk aankopen?
Mark Rothko. En het dan ophangen in een lege kamer met maar één stoel.
Wie zijn uw favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
Het intimistische kleurgebruik en de abstracte composities van Ilse D’Hollander raken mij erg. In de ogenschijnlijke eenvoud schuilt een enorme diepgang. Haar werken bevatten zowel eenzaamheid als troost.
Jesse Willems maakt hypermoderne collages met oud materiaal, afkomstig uit tijdschriften die hij van zijn grootvader kreeg – wat een symboliek. Het zijn frisse, stille, sterke composities, dan weer teder, dan weer fel van kleur.
Martha Tuttle verkent het terrein tussen de schilder- en beeldhouwkunst. Ze werkt met subtiele pigmenten op linnen, zijde en zelfgesponnen wol en combineert dit met steen, messing en metaal. Haar werk is ingetogen, maar vol levenslust.
Katrin Bremermann creëert loeistrakke figuren op doeken die afwijken van het standaardformaat en daardoor permanent lijken te bewegen. Het is vrij, energiek en sterk. Ze noemt het een spel met zichzelf. Ik laat me er graag door bespelen.