Ellen de Bruijne nodigde de jonge curator Sergi Rusca uit voor een interessante en frisse interpretatie van het werk van vijf kunstenaars: Simnikiwe Buhlungu, Anne-Lise Coste, Daniele Formica, Erin Johnson en Maria Pask. Rusca duidt daarin een relevante maatschappelijke trend, waarin het lijkt dat we vooral zo snel mogelijk terug willen naar het oude normaal — zonder ons af te vragen of dat normaal wel zo normaal was, en of dat systeem ons eigenlijk nog wel dient.
Rusca: “Terwijl we ons haasten naar een staat van normaliteit die ons naar onze huidige situatie heeft geleid, lijken we nieuwe ruimtes van relationaliteit te willen creëren binnen de oude ruimtes, zonder ze daadwerkelijk te vervangen.”
Tegelijkertijd gaat Rusca dieper in op de manieren waarop de pandemie voor velen heeft geleid tot eenzaamheid en een gebrek aan intimiteit. Hoe hervinden we die affectie in een maatschappij die op dit moment vooral gekenmerkt wordt door voorzichtigheid? Rusca: "[De tentoonstelling] ‘A future unknown to me except as the whisper of a plea’ onderzoekt de confronterende dualiteit van verlangen en voorzichtigheid, in een tijd waarin we moeten zien om te gaan met de ingrijpende verschuivingen die ons individueel en collectief hebben beïnvloed, terwijl we daarnaast proberen na te denken over relationaliteit en verwantschap. Hoe maken we ruimte voor genezing en hoe kunnen we verder gaan — ondanks het onbehagen en de alertheid die we hebben geïnternaliseerd — als we midden in een sociaal-politieke race naar het verleden zitten; een race naar het verleden om zo de toekomst maar zo snel mogelijk te kunnen hervatten?”
Zo koos Rusca bijvoorbeeld voor het werk ‘My Dear Kite (You Can But You Can’t) - Late Yawnings 01h43’ van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Simnikiwe Buhlungu, die net voor de pandemie naar Nederland verhuisd was vanuit Johannesburg. In het videokunstwerk reflecteert ze op thema’s als ontheemding, de manieren waarop de pandemie spel veranderd heeft (binnen en buiten), de subversieve kracht van huiselijke ruimtes, maar ook de sociaal-culturele gevolgen van deze historische gebeurtenis. Buhlungu: "Dit werk is opgenomen in deze tijd van alomtegenwoordige verwarring en onzekerheid, een poging om te navigeren door het dilemma van een ontheemde binnen/buiten-activiteit van ‘spelen'. Tegelijkertijd wordt er geprobeerd om de sociaal-culturele gevolgen te begrijpen die zullen ontstaan uit deze pandemie, evenals de gevolgen van mijn eigen recente lichamelijke en geografische verplaatsing vanuit Johannesburg naar Nederland. Verweven in deze pogingen zijn vragen over wat het betekent om een creatieve beoefenaar te zijn, productief te zijn en het (on)vermogen om artistiek te reageren.”
De in Brooklyn woonachtige kunstenaar Erin Johnson — een hevig getroffen gebied tijdens de eerste pandemiegolf — mixt voor haar video-installaties documentaire, experimentele en verhalende filmtechnieken en gaat daarbij regelmatig dieper in op de manieren waarop het leven van individuele personen samensmelt met een collectieve sociaal-politieke realiteit. In ‘Lake’ (2021), te zien in deze tentoonstelling, zie je mensen die van en naar elkaar toedrijven, wat een boeiend contrast oplevert tussen intimiteit en afstand. Ze wil ons daarbij laten nadenken over wederkeringheid, maar ook verwantschap — zowel met elkaar als met de ruimte om ons heen — in een tijd waarin die concepten minder vanzelfsprekend zijn.
Het werk ‘I am the CEO of my love life. Flush them out. This is for you, Orlando’ van Maria Pask gaat over grenzen en verslaving, specifiek op het gebied van seks en intimiteit. Tegelijkertijd verzet ze zich tegen de beklemmende heteronormativiteit in onze maatschappij. Anne-Lise Coste gebruikt haar tekeningen en schilderijen enerzijds om uiting te geven aan haar wisselende emoties — en daarmee ook de emoties van anderen in de stad — maar voegt daar vaak een sociaal-politiek element aan toe. In het werk van Daniele Formica staat regeneratie centraal, met name cyclische regeneratie die zich beweegt tussen overvloed en schaarste — bijvoorbeeld de oogst, maar ook het opkomen en ondergaan van de zon. De werken dragen titels die refereren aan de dageraad en aan de stijging van goudprijzen. Formica laat zich daarbij inspireren door gelijksoortige cyclische bewegingen op sociaal en emotioneel vlak, al vindt daarin meer verandering plaats in het proces, waardoor de cyclus telkens iets anders is. Hoe kunnen we hier invloed op uitoefenen?