Heeft u kunst van huis uit meegekregen?
Ja zeker, want hoewel er bij ons thuis niet werd verzameld, was cultuur wel heel belangrijk. Nu ben ik geboren en getogen op Curacao, waar mijn vader mede-eigenaar was van een krant, een eiland waar kunst maar beperkt aanwezig is, maar als wij naar Europa gingen, werd ik als kind wel van de ene kerk na de andere meegesleept. Dat geldt ook voor musea. Verder ben ik natuurlijk wel met andere culturen in aanraking gekomen, doordat ik als kind al in landen kwam in bijvoorbeeld Midden– en Zuid-Amerika. Vanuit Curacao is dat natuurlijk wat makkelijker bereikbaar.
Hoe bent u in aanraking gekomen met de kunstwereld?Tijdens mijn studie heb ik een tijd lang op de Paulus Potterstraat gewoond, schuin tegen over het Stedelijk Museum. Daardoor kwam ik zeer frequent in het SM. Zodoende heb ik in de jaren tachtig bijna alle exposities daar gezien. Tijdens mijn studie was ik ‘zomer steward’ bij de KLM, en later in vaste dienst. Dat bood mij de gelegenheid – als ik bijvoorbeeld in New York – was om naar het MoMA te gaan, maar dit geldt ook voor andere steden/landen. Ik ben pas later galeries gaan bezoeken, zo rond de midden jaren negentig. In eerste instantie natuurlijk om wat zoeken en te kopen voor aan de wand.
Wat was uw eerste betrekking in een galerie? Of bent u gelijk zelf een galerie gestart?
Ik was al jaren klant bij Nanky de Vreeze, en op een bepaald moment – in 2002 – gaf zij aan dat zij er mee wilde stoppen in verband met haar vertrek naar Frankrijk. Zij heeft mij toen gepolst of ik interesse had, om samen met Marina Krijger haar galerie over te nemen. Ik had heel eerlijk gezegd geen ervaring in het galeriewezen, maar het leek mij wel heel interessant. Ik ben er eind 2002 ingestapt, samen met Marina, die vanuit Londen kwam en daar heel lang voor Christie’s had gewerkt.
Het voordeel was dat wij met een bestaande galerie verder gingen; met een fraai stal aan kunstenaars en een klantenkring. Hoewel het in begin allemaal heel nieuw voor me was, vond ik het wel heel spannend en vond ik al snel mijn weg in de galerie- en kunstwereld.
Hoe zou u het profiel van uw galerie willen omschrijven?
Aanvankelijk was de galerie vooral op abstract werk gericht, met zowel monochroom schilderwerk als meer abstract ruimtelijk werk. Door de jaren heen is het profiel van de galerie wat breder en meer divers geworden, en heeft ook fotografie van zowel Tessa Verder als Willem van den Hoed een plaats gevonden. Daarnaast is er ook ruimte gekomen voor meer figuratief werk, zoals recent Lara de Moor. Ik denk dat je smaakt door de tijd ook evolueert; wel met de duidelijke lijn, zeker volgens de meeste klanten althans. Maar ik werk met de meeste kunstenaars al heel lang.
Wat vindt u het mooiste aspect van het vak galeriehouder?
Vele aspecten vind ik leuk en interessant. Zo vind ik atelierbezoeken heel waardevol, het is heel fijn om met de kunstenaars over hun werk te praten. Verder de opbouw van een nieuwe tentoonstelling, waarbij het altijd weer spannend is of je de juiste werken hebt uitgezocht en of deze een goede relatie met elkaar aangaan. En natuurlijk daarna de reacties van je klanten. En of je wat kan betekenen voor zowel je kunstenaars als je klanten. Het is heel fijn als je het werk van je kunstenaars onder kan brengen in goede collecties.
Met welke galeries voelt u zich nationaal/internationaal verwant?
Lastige vraag, want ik voel mij met weinig galeries verwant, omdat ik altijd heel erg mijn eigen gang ben gegaan. Het gaat er toch om waar je achter staat en goed bij voelt. Dat geldt voor zowel de kunstenaars als hun kunst. Uiteraard heb ik met sommige collega’s wat meer contact, maar ik heb uiteindelijk altijd mijn eigen koers gevaren.
In een ideale wereld: welke kunstenaar zou u het allerliefst vertegenwoordigen?
Ik sta achter alle kunstenaars die ik nu vertegenwoordig, maar als ik mag dromen, dan Gert & Uwe Tobias, William Kentridge en Gerhard Richter, om er een paar te noemen.
Wat is er veranderd in de kunstwereld sinds u uw eerste stappen zette?
Veel. Helaas heb ik het galeriebezoek in de afgelopen jaren zien verminderen. Dit heeft zich verplaatst naar beurzen, want die zijn veel belangrijker geworden. Ik snap dat ook wel; ze zijn veel toegankelijker voor het publiek en je hebt meteen alles bij elkaar.
Verder natuurlijk het internet. Mensen kunnen zich nu veel breder en dieper oriënteren wat er allemaal te zien is. En helemaal met sociale media zoals Instagram, waar het uitsluitend nog lijkt te gaan om plaatjes van kunstwerken.
Wat/wie verzamelt u zelf?
Uiteraard heb ik werk van zo’n beetje van iedereen die ik vertegenwoordig en die ik heb laten zien in de afgelopen jaren, zoals Niek Hendrix, Dan Bodner, Dirk Salz, Willem van den Hoed, en Jae Ko. Maar daarnaast koop ik ook geregeld werk bij collega’s.
Heeft Corona uw denken over de kunstwereld beïnvloed?
De ‘ratrace’ van beurs naar beurs en van tentoonstelling naar tentoonstelling is even gestopt, wat ik niet onprettig vond. In begin miste ik de beurzen – en daarbij het zien en ontmoeten van veel mensen – maar al snel merkte ik dat deze periode ook een moment van reflectie is om na te denken over waar wij mee bezig zijn.
Verder is natuurlijk het online gebeuren steeds belangrijker geworden, al geloof ik nog altijd heel erg in het fysiek beleven van kunst, dat het zien van kunst het allerbelangrijkste is, en dat kan het beste in galeries. Ik heb gemerkt dat mensen het ontzettend fijn vinden om de galerie even helemaal voor zichzelf te hebben, en daar alles rustig te kunnen bekijken. En ik zie natuurlijk ontzettend uit naar de eerste fysieke beurs sinds de pandemie, Art Rotterdam!
Bekijk hier de kunstenaars vertegenwoordigd door Galerie Roger Katwijk.