Frank Taal Galerie toont tot en met 10 juli het werk van de eigenwijze Rotterdamse kunstenaar Daan den Houter in de tentoonstelling ‘Nou en/So what’. Deze conceptuele kunstenaar staat bekend om de veelheid aan disciplines waarin hij werkt. Den Houter gebruikt humor, cynisme en tegenstrijdigheid om de kijker even uit evenwicht te brengen en tegelijkertijd vragen te stellen over onderwerpen als geld, waarde, kunst en identiteit.
Den Houter: “Mijn werk is een doorlopend onderzoek naar de waarde en betekenis van kunst en de wereld om ons heen. Steeds op zoek naar een andere invalshoek en de mogelijkheden die dat genereert, kom ik tot nieuwe ideeën en inzichten. Wat maakt nu eigenlijk een goed schilderij? En wanneer krijgt iets waarde? Dat is het soort vragen dat ik met mijn werk onderzoek.” Voordat Den Houter begon aan een studie aan de KABK in Den Haag studeerde hij eerst in een totaal andere richting. Den Houter: “Ik studeerde ooit Kunstmatige Intelligentie, waarbij je onderzoekt hoe onze hersenen werken en kijkt hoe je dat in een computer kunt krijgen. Daarbij gaat het onder andere om logica, psychologie en informatica. Toen ik uiteindelijk toch naar de kunstacademie overstapte, heb ik alleen het filosofische aspect van mijn studie meegenomen.” Na zijn studie richtte hij samen met Alex Jacobs de Bcademie op, een initiatief met als doel om te kloof te verkleinen tussen het behalen van een diploma aan de Kunstacademie en de autonome kunstenaarschap.
In de tentoonstelling ‘Nou en/So what’ toont Den Houter een aantal werken uit de serie Stripes, waar hij in 2018 mee startte. In eerste instantie lijken dit gladde, gestreepte schilderijen, maar al snel blijkt dat er een behoorlijk ingewikkeld proces achter schuilt — een maakproces dat hij bewust onttrekt aan de kijker. Zo freest Den Houter voor iedere kleur een speciale gleuf in een houten plaat, die hij vervolgens vult met gepigmenteerde epoxyhars, droogt en schuurt. Een proces dat soms weken in beslag neemt maar volledig onzichtbaar wordt omdat het eindresultaat haast industrieel perfect is.
Het werk van Den Houter is altijd verrassend en opzienbarend. Zo maakte hij - lang voor Banksy er het nieuws mee haalde - een papierversnipperaar en daagde hij kinderen uit om hun net gemaakte tekeningen door de versnipperaar te halen. Voor het werk ‘Een appeltje voor de dorst’ metselde Den Houter een briefje van 1000 euro in de muur van Frank Taal Galerie. En in 2018 maakte hij een poëtisch werk dat uit zeventien gesigneerde betonblokken bestaat. In één van deze blokken zit 10.000 euro verstopt, maar het openen van het werk is verboden op straffe van juridische vervolging. Den Houter: “Je koopt dus een droom op tienduizend euro die heel dichtbij is, maar nooit uitkomt, want kapot maken mag niet omdat een kunstwerk ook na aankoop auteursrechtelijk is beschermd. Heel irritant eigenlijk. Bovendien is het een collectieve droom want het werkt alleen met anderen erbij. En als één iemand het geld eruit haalt maakt hij ook het werk van de 16 andere eigenaren kapot, die kunnen hem daar dan weer voor aansprakelijk stellen, wat hem veel meer geld gaat kosten.”
Een andere opvallende reeks in zijn werk zijn de zogenaamde ‘Icepaintings’, waarvan er ook één te zien is in de huidige tentoonstelling. Deze werken worden in de vriezer gemaakt en bestaan uit bevroren verf. Zodra je ze uit de vriezer haalt en ophangt zul je het werk langzaam zien smelten tot een druipend kleurspoor op de muur en vloer. Den Houter: “Een paar jaar geleden begon ik met het maken van schilderijen van ijs. Ik gebruik daarvoor een mal die ik niet alleen vul met water, maar ook met verschillende kleuren verf. Je kunt zo’n ijsschilderij eenmalig ophangen, maar dan smelt het binnen vier uur, of acht, ligt aan de grootte. Zo’n schilderij verandert continu, en daarna is het weg. Het verdwijnt onder je ogen, zoals alles in het leven. De eerste keer dat je het ziet is meteen de laatste. Ik vergelijk het altijd met een zonsondergang. Die is super mooi en verandert constant totdat het donker wordt en het voorbij is. Zo’n ijsschilderij is typisch iets wat je voor een speciaal moment kan bewaren, zoals je dat doet met een goede fles wijn. Het heeft iets poëtisch, jij kunt er thuis als enige van genieten.” Als kijker hoor je de verf langzaam druppelen, waardoor het geheel bijna iets weg heeft van een performance. Dat smeltproces wordt overigens deels gestuurd door de kunstenaar omdat hij wel degelijk kan beïnvloeden hoe het smeltproces verloopt: bijvoorbeeld door gebruik te maken van verfsoorten met een verschillende viscositeit (dikte en ‘plakkerigheid’), maar ook door verschillende technieken toe te passen. Daarbij vormt de vorm van het werk ook een reactie op de kunstmarkt.
De tentoonstelling ‘Nou en/So what’ is nog tot en met 10 juli te zien in Frank Taal Galerie.