In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Anny De Decker (voormalig galeriehoudster Wide White Space Gallery, 83 jaar)
Wat betekent kunst voor u?
Een kunstwerk moet mij eerst en vooral raken, moet mij gelukkig maken – dat vind ik heel belangrijk. Het zorgt voor verbinding met de kunstenaar, en die komt er door de kunst. Dat kan dus ook een kunstwerk zijn van eeuwen geleden, die de verbinding met die persoon tot stand brengt. Er moet een overeenkomst zijn tussen het thema – de inhoud – van het werk en hoe het uitgewerkt is. Ik voel het bijna lichamelijk aan als iets mij raakt, en dat kan heel bruut of heel hard zijn. Alles draait om de uitvoering, al is het een getikt blaadje papier – dan nog kan het goed zijn, of verkeerd. Als het niet klopt, word ik ambetant. Als het klopt, voel ik me gelukkig.
Heeft u kunst van huis uit meegekregen of heeft u zelf uw pad moeten vinden?
Bij ons thuis hingen ouderwetse schilderijen van een zekere kwaliteit; zeventiende-eeuws, klassiek, landschappen. Niet van bekende kunstenaars. Als kind vond ik dat wel mooi, ik hield ervan. Mijn moeder ging graag naar kijkdagen van de veilingen bij Campo. Als we boodschappen gingen doen, liepen we daar altijd binnen. Niet omdat ze iets wilde kopen, maar ze vond het aangenaam al die schilderijen te zien. En ik vond dat ook plezierig, al die rare verhalen. Mijn vader was niet geïnteresseerd in kunst. Ik ben voor het eerst naar een museum geweest met de school. De trigger voor de interesse in kunst kwam vooral door reproducties van tempels en kunstwerken in geschiedenisboeken: zo is het begonnen. In die geschiedenisboeken zat een klein deeltje kunst, en daar zat ik altijd naar te kijken: de Egyptenaren, de Grieken, de Romeinen. De interesse in hedendaagse kunst kwam doordat ik in Leuven ben gaan studeren, en studenten van het laatste jaar waren vaak heel avantgardistisch. Die organiseerden een bezoek bij een verzamelaar, of we gingen naar een tentoonstelling van een schilder kijken. Dat was voor mij heel belangrijk, ze namen mij op sleeptouw. Toen ik net afgestudeerd was, ben ik naar een veiling gegaan en heb ik litho’s van James Ensor gekocht, echt spotgoedkoop. Ik vond die mooi, en ik had een beetje zakgeld. Daardoor begreep ik dat je op veilingen eigenlijk heel goedkoop mooie dingen kan kopen. Ik vond dat heel spannend, het was toen nog een kwestie van een vinger opsteken. Misschien is dat dus wel door mijn moeder begonnen. Ik was vijfentwintig, dus dat moet in 1962 zijn geweest. Ik leerde toen kunstenaars kennen, waar ik ook werk van kocht: Wiebrand Ganzevoort, Wout Vercammen, Hugo Heyrman, Panamarenko, Jef Verheyen.
Waar haalt u uw informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Het interessantst is mond aan mond, via kunstenaars en via mijn dochter Stella, die weet heel veel. In de beginperiode van de galerie bekeken we met name tijdschriften zoals Art in America en Art International. Maar ik keek dan vooral naar de afbeeldingen, die teksten heb ik nooit belangrijk gevonden, dat kost zoveel tijd om te lezen. Interviews wel, maar theorie vind ik vaak saai, het brengt me nooit niet veel bij. Mij gaat het om het ervaren van het kunstwerk, en dat kun je iemand toch niet leren. Kunstcritici kunnen over alles schrijven, of het goed of slecht is. Dat geeft geen enkel idee van kwaliteit, die kun je alleen ervaren. Of via anderen; als die ander enthousiast is, springt die vonk soms over. Martin Visser had dat bijvoorbeeld: die kwam dan in de galerie en dan riep hij: ‘Mia, kijk nou!’ Door heel zijn lichaamstaal zag je het werk dan anders, dan zag je dat door zijn ogen. Een galeriehouder die enthousiast over zijn kunstenaars kan spreken zonder dat het een verkooppraatje wordt: dat is een enorm belangrijke kwaliteit.
Waar bekijkt u het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Online kijk ik niet graag, omdat ik dingen in het echt wil zien. Het kan wel een aansporing zijn. Kunstbeurzen zijn slecht voor de kunstenaars – vinden veel kunstenaars – maar ik vind een beurs als Art Rotterdam juist een goede plek om heel veel dingen te kunnen zien. Het kan soms inderdaad te veel worden, dan hangen de werken te dicht opeen. In een museum komt het werk het best tot zijn recht. Een museum geeft een zeker gewicht, er is genoeg plaats. Een galerie kan ook heel belangrijk zijn. Er is geen groot verschik tussen galeries en musea, als het goed is.
Hoe vaak per jaar koopt u kunst? Koopt u werk in oplage of liefst uniek werk?
Dan van Severen was een van mijn eerste schilderijen, die kocht ik vroeg. Daarna begon ik de galerie, en gaf een galeriehouder uit Dusseldorf, Alfred Schmela, mij als advies mee om altijd een werk uit een eigen expositie te kopen. Anders had je niets verkocht en alle moeite voor niets gedaan. Als wij tentoonstellingen organiseerden, kochten we wel alleen uit de werken die niet verkocht waren. Als je het bijhoudt, en de kunstenaar wordt bekend, dan heb je immers altijd nog werk. Ik heb dat advies opgevolgd. De kunstenaar voelt zich dan ook gesteund. Marcel Broodthaers heeft eens gezegd: ‘Mensen kunnen mij vijf keer zeggen dat ze mijn werk belangrijk of goed vinden, maar zolang ze niets kopen, geloof ik het niet.’
En waar koopt u dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Ik koop niet meer op veilingen, al heel lang niet, ik wil de kunstenaar dat niet aandoen, die heeft er niets aan. Ik vind dat het altijd via de galerie moet gaan. Doorverkoop vind ik wat anders: als galerie hebben we ook wel wat aan secondary market gedaan, juist om moeilijkere tentoonstellingen te financieren.
Is het belangrijk dat u en uw partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslist u/jullie?
We kochten altijd samen, we waren voor 95% akkoord. Hoewel mijn man vlugger iets heel groots zou hebben gekocht, ik was wat voorzichtiger. We zagen bijvoorbeeld werk van de Duitse kunstenaar Manfred Pernice op een kunstbeurs in Berlijn, die was toen nog heel onbekend. Er stond een hele grote installatie van Pernice in de stand die volgens mij nog niet af was, met daarop een paar kleine maquettes. Ik wilde zo’n klein werk kopen, dat kostte niet veel, 1500 mark ofzo, en toen zei Bernd (Lohaus, OvG) ineens: ‘Ik ben veel meer geïnteresseerd in de hele installatie. Ik wil die wel kopen.’ Waarop die galeriehouder zei: ‘We weten nog niet of we dat gaan verkopen, en of het überhaupt wel een werk is!’ Die installatie staat nu in een depot. Bernd keek nooit of we het konden plaatsen, dan zochten we wel een oplossing. De laatste jaren was hij minder geïnteresseerd in jonge kunstenaars, toen deed ik dat meer met mijn dochter. Voor mij is het werk van jonge mensen een verademing, het houdt me ook jong. Ik vind het belangrijk om jonge mensen aan te moedigen, ze appreciëren de support ook meer. Ik ga ook vaak naar tentoonstellingen toe omdat ik anders denk: dan gaat de kunstenaar ontgoocheld zijn.
Is er een galerie waar u een speciale band mee heeft?
Sofie Van de Velde en Jason Poirier (van PLUS-ONE), Micheline Szwajcer heeft altijd goede tentoonstellingen gedaan, die kan niet stoppen, en dat vind ik sympathiek, Annie Gentils natuurlijk, en Fred&Ferry. Het zijn mensen die ik goed ken, waar ik het contact mee onderhoud. En ik ga kijken als ik de kunstenaars goed ken, zoals Luc Tuymans en Anne-Mie van Kerckhoven, bij Zeno X. In Brussel ga ik naar Xavier Hufkens, LMNO en Baronian.
Als u een onbeperkt budget had, van wie zou u dan een werk aankopen?
Dan zou ik bij Zeno X een werk van Marlene Dumas kopen, ik heb spijt dat ik dat nooit heb gedaan. Het was in een periode dat we weinig kochten, en minder interesse hadden in schilderkunst. De liefde voor de schilderkunst kwam terug via Luc Tuymans.
Wie zijn uw favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
De objecten van Guy Rombouts hebben een geschiedenis en worden op een heel nieuwe manier getoond. Er zit het vroegere én het nieuwe in. Ik vind ook zijn ‘Azart-werken’ mooi, hij heeft echt een eigen universum.
Kasper De Vos is een echte beeldhouwer. Hij heeft durft moeilijke dingen te doen. Zijn werk is heel tactiel, het is heel aards.
Dennis Tyfus heeft geweldige humor en kan fantastisch tekenen. Absurde situaties, die toch vaak diep gaan. Ik houd van zijn anarchisme, het compromisloze. Ik heb ook goede dingen gezien bij Pinkie Bowtie, dat hij samen met Vaast Colson en Peter Fengler runde.
Anne-Mie van Kerckhoven stormt vooruit, die heeft iets heel hoekigs. Gedurfde kleuren, waar je de rillingen van krijgt. Ik volg haar al sinds de jaren tachtig, ze gaat altijd voort op dezelfde weg, ze laat zich door niets tegenhouden. Haar feminisme spreekt me zeer aan.
Het werk van William Ludwig Lutgens herinnert me enorm aan Ensor. Het is heel persoonlijk, heel anders dan andere jonge kunstenaars. Er zit iets heel ouds in, en toch choqueert het.
Bij Luc Tuymans ben ik gefascineerd hoe het beeld op de achtergrond zit, hoe de uitsnijdingen gemaakt zijn. Het is een heel vreemde manier van schilderen eigenlijk, rare kleuren. Onverwacht, heel dreigend. Alle tentoonstellingen van Tuymans zijn anders, zijn onverwacht.
Ik word helemaal duizelig van het werk van Joëlle Tuerlinckx. Die kan met heel licht materiaal iets duizelingwekkends oproepen, en kleine dingen die gewoon op tafel liggen, zoals stukjes papier, betekenis geven.
De schijnbaar eenvoudige, bijna kinderlijke tekeningen van Walter Swennen, en de gelaagdheid in de kleuren spreken mij aan. De thema’s die hij schildert zijn heel beladen. Op het eerste gezicht lijkt het werk humoristisch, maar het roept altijd herinneringen op aan hoe ik datzelfde beeld vroeger zelf heb ervaren. Het wordt onhandig geschilderd, waardoor het grappig wordt, hij neemt zichzelf niet au serieux. De kijker kan er zijn eigen verhaal in zien.
Erik van Lieshout is een wervelwind die fantastisch kan tekenen, ook zijn films zijn heel gedurfd.
Gallery Viewer en De Morgen zijn in maart 2021 mediapartners geworden. De samenwerking bestaat uit een uitwisseling van content.