Uit tekst bij tentoonstelling:
Bijna letterlijk dweilen met de kraan weliswaar dicht
Trampoline, april 2015
Het is bijna 16.30 uur en ik heb al een lange dag achter de rug als ik het atelier van Gerard Herman in Antwerpen betreed. Nou ja atelier. Het is een kamer die hij huurt van een vriend in een groot woonhuis en dat volstaat met boeken, onderdelen van een drumstel, een oude kist (een kunstwerk blijkt later), mengpanelen, maquettes, een groot fotoportret van zijn moeder (van wie hij de mannelijke versie is), een bureau, een fauteuil en een andere, minder comfortabele, stoel, etc. Gerard nodigt me vriendelijk uit in de fauteuil plaats te nemen en meteen voel ik me een stuk beter. Hij ziet eruit als een aimabele jongeman die niet gemakkelijk van zijn stuk is af te brengen. Maar schijn bedriegt.
Terwijl Gerard koffie zet in de aangrenzende keuken kijk ik geamuseerd rond op zoek naar kunst, objecten en signalen die inzicht kunnen bieden in het denk- en handelsproces van deze markante, jonge kunstenaar. Dan schiet me plotseling een post te binnen die ik onlangs las op Facebook en als volgt gaat:
Kunstenaar Gerard Herman verbleef drie dagen en drie nachten op het Van Maerlant Lyceum in Eindhoven: "Niemand gaat weten wat hier de bedoeling van is, mezelf incluis!" Hoe het hem in Eindhoven verging zie je op 5 april tijdens het minifestival ‘Nablijven’. Gerard zal die avond ook een aantal schlagers zingen (!).
Zo’n omschrijving tart elke verbeelding en om Gerard Herman (die van de twee voornamen inderdaad) te begrijpen lees ik zijn bio op Wikipedia:
Gerard Herman (Gent, 1989) is een Belgisch kunstenaar die grafisch werk, installaties, animatiefilms en geluidscomposities maakt, die in zijn werk tegelijkertijd worden gebruikt en door elkaar vloeien. Zijn oeuvre wordt beïnvloed door het dadaïsme. Op zijn 24ste kreeg hij zijn eerste overzichtstentoonstelling, ‘Arm en erg hard’ (een anagram van zijn naam), in het M - Museum Leuven te Leuven. In deze expositie toonde hij zijn "conceptuele fietstochten": de fietstocht ‘Wilrijkevorselaarne’ (van Wilrijk naar Rijkevorsel via Vorselaar naar Laarne), en de fietstocht ‘Uit een Belgisch dal klimmen’ (van het laagste punt in België, de zee, tot het hoogste punt in België, Signaal van Botrange). Herman maakt het programma ‘Vogelen des velds’ voor de lokale radiozender Radio Centraal.
Helaas gaat Wikipedia maar tot 2014 en juist in de laatste zes jaar is er veel gebeurd met en rond Gerard. Zo werkte hij met Simon Delobel, oprichter van de in Antwerpen gevestigde en inmiddels ter zielen zijnde galerie Trampoline. Gerard’s filmpjes en tekeningen die tot op de dag van vandaag op de site van Trampoline te zien zijn, tonen de link tussen de speelse, anarchistische geest van Herman en die van zijn mentoren en inspiratoren Vaast Colson en Dennis Tyfus. Hij was nog geen 13 jaar oud toen hij onder invloed raakte van Dennis Tyfus (1979), een spraakmakende kunstenaar, grafisch vormgever, muzikant en uitgever uit de Antwerpse scene die al vroeg bekend stond om zijn anarchistische houding ten opzichte van de hedendaagse kunstwereld en diens kunstbroeder Vaast Colson (1977). Hoewel opgeleid als schilder staat Colson bekend om zijn kritische houding ten opzichte van de kunstwereld en met name de rol van de kunstenaar daarin. Samen met Dennis Tyfus (en Peter Fengler) runt hij galerie ‘Pinkie Bowtie’ in Antwerpen waar kunst wordt getoond die de toeschouwer tot nadenken zou moeten aanzetten. Het werk van beide kunstenaars kenmerkt zich door uitgesproken theoretische en artistieke inzichten gemengd met een flinke dosis, nogal cynische humor. Gerard’s werk is eveneens grappig en kritisch maar op een persoonlijkere manier en op intiemere schaal. Je zou hem kunnen beschrijven als de versie ‘light’ van collega’s Colson en Tyfus.
Opgeleid als musicus komen geluid en muziek op veelal experimentele wijze terug in Herman’s repertoire. Als ik een uur later wegga krijg ik een CD mee met de titel ‘Liederen voor elke dag van de week’ die hij in 2016 en 2017 maakte samen met componist en begeleider Milan Warmoeskerken. De cover ziet eruit als de eerste de beste smartlap- of schlager LP uit de jaren ‘60/’70. Titels als ‘Vrij vanavond’, ‘Alsjeblief’, ‘Waar een wil is, is een paadje’, ‘Had ik niet zo’n hekel’ en ‘Al mijn Euro’s zijn gepikt’, geven het tragi-komische karakter van Gerard’s teksten goed weer en verklaren zijn bijpassende ietwat klagerige stemgeluid. Het kapsel, de outfit en de poses van beide heren doen de rest.
Verder drukt hij me het door hemzelf geschreven ‘Kinderboek: een boek voor kinderen’ in de hand en een aantal publikaties van zijn uitgeverij Groepsdruk: ‘Opgesomde woorden waarin twee andere woorden verborgen liggen’, ‘Gerard Herman is van den haas gepoept’, ‘Dwaalwegen’, ‘Hij wil dat zij hem één zoen geeft’ en ‘Terug naar af’. Over het ontstaan van ‘Terug naar af’ schrijft hij:
Deze publicatie kwam op de valreep tot stand […] nadat een groot aantal tekeningen op mysterieuze wijze op de trein tussen Antwerpen en Moeskroen in rook opgingen. Alle tekeningen en gedichten zijn te lezen als lussen, waarbij het einde naadloos aansluit bij het begin.
‘Wat ga je eigenlijk tonen op Ballroom’, vraag ik hem. Hij laat een in een ijzeren frame gespannen trommelvel zien met daarop twee drumsticks. ‘Mijn vader heeft die structuur om dat vel gelast’, zegt hij, zichtbaar geamuseerd, ‘je kunt zien dat het met de beste bedoelingen gemaakt is omdat het net niet perfect is.” Hij legt uit dat het de bedoeling is dat de wind, afkomstig van een ventilator, beide drumsticks in beweging brengt zodat er tromgeroffel ontstaat. Echter de constructie - inderdaad met een hoog do-it-yourself gehalte - leidt slechts tot een traag en pover geroffel op een trommelvel. Het hele fenomeen is van een grote ontroering. Dan komen we bij het tweede werk dat hij zal tonen: een oude, houten kist van zijn grootvader. Gerard: ‘Ik werk al meer dan vijf jaar als vrijwilliger in een psychiatrische gevangenis waar ik gedetineerden tekenles geef. In dat gebouw is een deur met daarop een bordje waarop staat: ‘Wegens recent misbruik van vertrouwen dient deze deur permanent gesloten te blijven.’ Deze tekst heeft mij geïnspireerd om een vergelijkbaar bordje te maken voor in en op de kist. Meer ga ik niet verklappen.’ En weer lacht hij.
’s Avonds ben ik bij mijn vader en zet ik de CD op. We genieten van alle liederen die we al ras uit volle borst meezingen. Ik kijk naar mijn vader die zoveel plezier heeft. Een aanblik die me ontroert. Zo’n effect heeft Gerard’s kunst.