Dat er in verval een romantische schoonheid verborgen zit is bekend, maar om de eigen ondergang aan te kaarten heb je ook humor nodig. De prachtig uitgewerkte miniatuurlandschappen van Patrick Bergsma confronteren ons op lichtvoetige wijze met onze omgang met de aarde en de keerzijde van onze consumptiemaatschappij.
More, More, More
Kunstenaar Patrick Bergsma verbeeldt ons consumentisme in de vorm van een kinderwinkelwagentje. More, more, more valt op de stang van het winkelwagentje te lezen. In het wagentje staat een manshoge rotsformatie die is vervuild met allerhande kleurrijk plastic: tasjes, afgedankt speelgoed, ballonnen, rietjes, labels van kleding. Het restmateriaal van onze consumptiemaatschappij. Helemaal bovenop de berg neemt de natuur het toch weer over: ondanks alles groeien er (bonzai)boompjes en belt er iemand in een telefooncel voor hulp. Maar wie kun je bellen als je met een probleem zit van deze omvang?
Galeriehouder Franzis Engels was van plan deze tentoonstelling vorig jaar te maken, maar door de pandemie liep het anders. Nu het einde daarvan in zicht is, wil ze de aandacht richten op een probleem waarbij de huidige pandemie mogelijk zal verbleken: klimaatverandering, onze omgang met de natuur en de exploitatie van de aarde.
In het werk Patrick Bergsma spelen deze thema’s al sinds jaar en dag een grote rol. In zijn nieuwe serie werken die bestaat uit miniatuurlandschappen met bonzaibomen, richt hij zijn pijlen op de verregaande verstedelijking en de daarmee gepaard gaande vervreemding van de natuur en op onze consumptiemaatschappij. De meeste werken hangen als op drift geraakte ijsschotsen in de ruimte van de galerie. Ze vertellen elk een verhaal, maar de installatie geeft als geheel ook een beeld van wat ons volgens Bergsma te wachten staat. Engels nodigde naast Bergma ook galeriekunstenaar Leon van Opstal en Anutosh uit om op die thema’s te reflecteren.
Wederopbouw
Het thema van de tentoonstelling mag dan serieus zijn, humorloos of neerslachtig is het werk van Bergsma zeker niet. Sterker nog: op het eerste gezicht ziet het werk er lichtvoetig en vrolijk uit. Wie langer kijkt, ziet vervolgens de onvermijdelijke ondergang van de mens, en daarna dat uiteindelijk alles op zijn pootjes terecht komt.
Een goed voorbeeld daarvan is het werk Wederopbouw, een titel die uiteraard verwijst naar de periode direct na de Tweede Wereldoorlog. Aan de onderzijde zie je een gebouw dat is overwoekerd door de natuur. Daar bovenop een bonzaiboom en een kleine maar krachtige vrouwfiguur met een mand die zo uit een socialistisch realistische schilderij lijkt te zijn weggelopen.
Wederopbouw is niet alleen een eerbetoon aan alle vrouwen die direct na de oorlog puinruimden, maar ook een vooruitblik op het moment dat de natuur het heft weer in handen heeft genomen en de mens slechts een dienende rol speelt. Die beperkte rol van de mens zie je bijvoorbeeld ook terug in Crash, waarin een man een boom bevrijd van de auto die op hem inreed.