Projectspace On the Inside brengt een goed overzicht van hedendaagse kunst met werken uit de brede collectie van verzamelaar Casper van der Kruk. Projectspace On the Inside is een initiatief van Henk Stallinga en Annemarie Galani. Het duo achter Studio Stallinga werd door buitenlandse gasten vaak gevraagd waar je hedendaagse kunst kon zien. Omdat ze het antwoord schuldig moesten blijven, besloten ze een deel van hun loods op de NDSM-werf in Amsterdam-Noord open te stellen als tentoonstellingsruimte voor hedendaagse kunst.
Vanaf 6 september zijn op ruim 1000m2 zo’n 120 werken uit Van der Kruks collectie te zien.
Volgens Annemarie Galani lag de keuze voor Van der Kruks collectie voor de hand: “Casper heeft een brede collectie die een goede indruk geeft van wat er op dit moment wordt gemaakt”.
De tentoonstelling wordt samengesteld door Liesbeth Willems. De voormalig conservator van de KRC Collectie stemde toe, omdat zij Caspers oprechte interesse in kunst waardeert. Willems vergelijkt Van der Kruk graag met het vermaarde New Yorkse verzamelaarsechtpaar Herb en Dorothy Vogel dat in jaren ’60 en ’70 met een beperkt budget een monumentale collectie wist op te bouwen.
De overeenkomsten met de Vogels zijn talrijk: naast een appartement dat afgeladen is met kunst, was Van der Kruk evenmin een insider in de kunstwereld en ging ook hij op latere leeftijd kunstgeschiedenis studeren. Ook Caspers budget is niet oneindig.
Hoezeer Casper zijn hart volgt blijkt wel uit het feit dat hij iedere kunstvorm weet te waarderen. Naast schilderkunst zijn er sculpturen, fotografie en videokunst te zien. Zelf beschouwt hij de tentoonstelling als hommage aan de galeriehouders die zijn interesse in kunst hebben gewekt en hun nek uitsteken voor de kunstenaars. Daarom staat bij ieder werk vermeld bij welke galerie hij het aankocht.
Een bijzondere deur
Van der Kruk kreeg het verzamelen van kunst niet van huis uit mee. Zijn verzameling begon met het openen van een deur – een bijzondere deur. In 2003 liep hij in de Bloemstraat langs een opmerkelijke voordeur en besloot naar binnen te stappen. Van der Kruk stapte niet alleen de ruimte in van Galerie Fons Welters, die op dat moment werk van schilder Gé Karel van der Sterre toonde, maar stond daarmee ook aan het begin van een lange ontwikkeling. Het werk van Van der Sterre liet hem niet meer los en na enig wikken en wegen besloot Casper een schilderij te kopen - een uitzicht over de daken van New York met haar karakteristieke watertanks.
In de jaren daarop maakte Welters Casper langzaam bekend met de kunstwereld en raakten ze bevriend. Aanvankelijk kocht hij uitsluitend werk bij Welters – werken van Maria Roosen, Berend Strik, Folkert de Jong en Job Koelewijn – maar gaandeweg vond hij zijn weg naar andere galeries.
Tegenwoordig bezoekt Casper ieder jaar trouw een aantal buitenlandse beurzen waaronder Art Basel, Arco Madrid en Loop, de beurs voor videokunst in Barcelona. Doordat hij zoveel kunst ziet, is hij goed op de hoogte is van wat er wordt gemaakt, en ziet hij soms verwantschappen tussen galeries en kunstenaars die ze zelf nog niet zagen. Zo raadde Casper Awoiska van der Molen aan bij Annet Gelink en bracht hij Caroline O’Breen op het spoor van Anastasia Samoylova.
A Balancing Act
Een sleutelwerk in de collectie is de foto A Balancing Act van Job Koelewijn. We zien Koelewijn op straat in New York een poging doen een immense stapel dienbladen niet te laten vallen. Koelewijn wilde uitbeelden hoe lastig het is je staande te houden in een cultureel centrum als New York. Het is een foto die net zo goed betrekking heeft op de ontdekkingsreis die Van der Kruk doormaakte.
In search of the Miraculous
De Sgabello Collectie mag dan heel veelzijdig zijn, Willems wist de rode draad er feilloos uit te halen. De titel van de tentoonstelling, In search of the Miraculous is ontleend aan een werk van Aukje Dekker, die het op haar beurt weer ontleende aan het laatste werk van Bas Jan Ader. Dekker photoshopte zich in de laatste foto die ooit van Ader werd gemaakt. Ze zit naast hem op zijn zeilbootje en slaat een arm om hem heen. Volgens Willems heeft Casper een voorliefde voor mysterieus werk, zoals dat van Dirk Braekman en Awoiska van der Molen.
Casper voegt daaraan toe dat “kunstenaars die verwijzen naar de kunstgeschiedenis een pré hebben”. Zoals het werk van Dekker, maar ook dat van Maaike Schoorel waarin de kijker langzaam Titiaans Venus van Urbino herkent, of Piéta van Klaas Kloosterboer; een werk dat Kloosterboer kort na de aanslagen op Charlie Hebdo maakte en waarin hij een ketting zo heeft opgehangen dat de verwijzing naar de Pieta van Michelangelo duidelijk is. Die schatplichtigheid aan de (kunst)geschiedenis zie je ook terug in de naam van de collectie, een sgabello is een soort kruk dat in de Renaissance populair was.