Als je Freedom bezoekt, de grote overzichtstentoonstelling van het werk van Erwin Olaf in het Stedelijk Museum, doe jezelf dan een plezier en loop meteen door naar Galerie Ron Mandos. Daar programmeerde curator Gemma Rolls-Bentley in Nowhere but the Night 13 geestverwante kunstenaars die net als Olaf het uitgaansleven aan activisme koppelen.
Nowhere but the Night is een tentoonstelling die twee elementen ligt uit het oeuvre van de in 2023 overleden fotograaf Erwin Olaf: het nachtleven en daaraan gekoppeld het activisme van de queergemeenschap. ‘Vanaf het moment dat Amsterdam woonde, begin jaren ’80, heeft hij altijd in het nachtleven gezeten. Erwin organiseerde ook zelf veel feesten’, vertelt Lars Been van Galerie Ron Mandos. Erwin Olaf organiseerde verschillende feesten in de Roxy en Paradiso en was betrokken bij de oprichting van het Milkshake Festival. ‘Die feesten hadden vaak een activistische insteek. Er werden sprekers uitgenodigd uit de politiek of het maatschappelijk middenveld om een statement te maken.’
‘We wilden echt iets anders presenteren dan in het Stedelijk. Daarom hebben we een curator gevraagd een tentoonstelling samen te stellen’, aldus Been. Curator Gemma Rolls-Bentley koos 13 kunstenaars uit alle windstreken die in gesprek gaan met het werk van Erwin Olaf.

De Britse Rolls-Bentley cureert al bijna 20 jaar tentoonstellingen met queerkunst en is auteur van het boek Queer Art: From Canvas to Club and the Spaces Between. ‘For queer people, the pathways to existing have not been straightforward, and so the art of the community is not always going to be found in a gallery or a museum, or the traditional places where you might find art. It might be in the street, at a protest, on a dancefloor, on a podium”, vertelde ze vorig jaar tegen The Guardian.
Het belang van het nachtleven is dan ook niet te onderschatten voor de queer gemeenschap. De titel van de show onderstreept dat. Rolls-Bentley ontleende Nowhere but the Night aan een essay van de Australische schrijver McKenzy Wark. Daarin maakt Wark het punt dat de nacht het enige deel van de dag is waarin queers en transpersonen zich vrij kunnen uiten. De kunstenaars die Rolls Bentley die ze uitkoos, koppelen het onderwerp vrijheid om te zijn wie je wilt zijn, net als Olaf, aan het nachtleven.
Dat nachtleven begint al bij de voorbereiding op het uitgaan of, nog eerder, bij het gebrek aan acceptatie door de maatschappij. Een grote naam die Rolls Bentley selecteerde is de Duitser Rainer Fetting. Op het manshoge schilderij van Sebastian+Fettisch (2003) zien we een naakte man op de rug met rechts van hem een zwarte naaldhak. Hij maakt zich gereed het nachtleven in te gaan.

De houtskooltekeningen van de Britse Erin Holly spelen zich ook thuis af, alleen is de sfeer totaal anders. De stilte en spanning bijna tastbaar in de spaarzame interieurs. Holly is een transpersoon en de geportretteerden zijn dat ook. Ze zijn fysiek aanwezig, maar niks wijst erop dat ze ook mentaal beschikbaar zijn. Rubie gaat op in haar eigen gedachten, haar ogen zijn open, maar ze nemen de omgeving niet waar, terwijl Ailo de ogen heeft gesloten en bevindt zich in eenzelfde limbo tussen aan- en afwezigheid. ‘Deze tekeningen laten de isolatie zien en de zwaarmoedige gevoelens die men ook buiten het uitgaan heeft’.
De Latinx en queer experience in het nachtleven van LA wordt gedocumenteerd door Amina Cruz. De fotograaf kwam op jonge leeftijd in aanraking met de punkcultuur en dat zie je terug in haar rauwe beeldtaal. Haar beelden zijn een mix van rebellie, tederheid en diepe betrokkenheid bij haar modellen. Het is de blik van een insider die beelden oplevert die je als buitenstaander nooit zal zien. Cruz neemt je mee naar de dansvloer, de kleedkamers en naar de steegjes achteraf.
Het werk van Olaf hangt tussen de geestverwanten, zo hangen portretten uit de serie Paradise naast het werk van Cruz. Het is voor het eerst dat werk van Cruz in Europa, in de VS wordt ze wel beschouwd als de tovenaarsleerling van de bekende queerkunstenaar Catherine Opie. Waar Cruz oog heeft voor de vrijheid die het uitgaan biedt, benadrukt Olaf op de wand ernaast juist de sociale onveiligheid ervan in zijn serie Paradise. Iets dat helaas ook onlosmakelijk verbonden is met het uitgaansleven.

Museumkwaliteit
Voor het werk van Erwin Olaf is een speciale rode ruimte achterin de galerie. De selectie bestaat hoofdzakelijk uit zwart-witfoto’s die Olaf maakte tijdens het uitgaan. Ze dateren vrijwel allemaal van begin jaren ‘80. De foto’s geven een goed inkijkje in het uitgaansleven in de hoofdstad rond die tijd. Sommige mannen poseren uitdagend op de foto’s, andere foto’s zijn juist teder, zoals het lesbische stel dat elkaar omhelst. Het opvallendste is de spontaniteit van de beelden. Hier niet de perfecte belichting, art direction of verstilling die we van Olaf gewend zijn, maar opnamen van vrienden en bekenden waar de energie vanaf spat en dat tegen de achtergrond van een nachtclub.
De inrichting en presentatie in de rode ruimte zijn dan ook van museale kwaliteit. Naast de rode wanden en vloer, is er een wandvullende sticker waarop je kan zien hoe Olaf koos uit zijn opnamen: korte aantekeningen op contactprints, krabbels, kruisjes en cirkels. ‘Dit is letterlijk hoe Erwin werkte in zijn studio. Hij maakte een A-, B-, C- en D-selectie. Bij de werken die hij wilde tonen, zette hij een cirkeltje. De A-selectie maakt deel uit van zijn oeuvre, de B-selectie vond hij goed maar daarvan wist hij niet wat hij ermee moest doen. C en D betekende niet presenteren.’

Afgezien van zijn bekende foto van Grace Jones zijn veel foto’s nu voor het eerst te zien. ‘Na zijn overlijden zijn dozen in zijn archief geopend en vind je ineens duizenden foto’s van mensen op toiletten of hiphopavonden in Paradiso, hele series met punks.’
Daarnaast is er het videowerk Rouge (2005) en te zien en een aantal werken uit de serie Berlin die Olaf in 2012 in de Duitse hoofdstad maakte. Het is ook de eerste serie die hij buiten zijn studio maakte. Ook is er in de rode ruimte plek voor een tweetal werk van Isaac Julian - stills uit zijn film Looking for Langston - en er is een video van Miles Greenberg, de performance kunstenaar die onlangs in het Stedelijk zijn 7 uur durende performance Flaying of Marsyas uitvoerde.
Nowhere but the Night is tot en met 11 januari te zien bij Galerie Ron Mandos.
James Bartolacci, J. Carino, Amina Cruz, Rainer Fetting, Miles Greenberg, Erin Holly, Leasho Johnson, Isaac Julien, Vidar Logi, Zanele Muholi, Erwin Olaf, Elsa Rouy, Devan Shimoyama en Zoe Walsh.