In 2026 viert Livingstone Gallery haar 35-jarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan presenteert de galerie, in samenwerking met Galerie Lelong in Parijs en New York, vanaf 19 december de tentoonstelling ‘Günther Förg: Echoes’. Deze expositie bouwt voort op twintig jaar samenwerking tussen de galerie en de kunstenaar, met als belangrijk hoogtepunt zijn solotentoonstelling ‘Windows to Abstraction’ in 2011, twee jaar voor zijn overlijden.
De naam van de tentoonstelling verwijst naar een bijzonder gebruik in zijn atelier. Wanneer grote schilderijen zijn atelier verlieten voor tentoonstellingen, maakte Förg soms kleine varianten op doek of paneel om de essentie van het werk in zijn studio te houden. Deze schilderijen tonen iets wezenlijks over zijn manier van denken. Ze weerspiegelen ook zijn werkwijze: Förg maakte geen schetsen, maar droeg het idee voor een werk volledig in zijn hoofd. Zodra een schilderij het atelier verliet, bleef er daarom niets tastbaars over om op terug te grijpen. Om die reden creëerde hij tussen 2002 en 2007 systematisch kleine varianten die de essentie van het werk vastlegden en die hij zorgvuldig naast elkaar bewaarde in zijn studio, als echo’s van de werken die de ruimte hadden verlaten.
Günther Förg (1952–2013) werd geboren in Füssen, in het Zuid-Duitse Allgäu, en studeerde aan de Akademie der Bildenden Künste in München. Al tijdens zijn studie ontwikkelde hij een eigen koers, waarbij hij zich afzette tegen de expressieve figuratie die in de jaren zeventig de toon zette. Zijn vroege zwarte en grijze monochromen laten zien dat hij zocht naar een zekere vrijheid binnen een zelfopgelegde beperking. Vanaf de jaren tachtig introduceerde de kunstenaar kleur in zijn praktijk, waarmee zijn beeldtaal tot leven kwam.
Förgs oeuvre is buitengewoon veelzijdig en omvat onder meer schilderkunst, beeldhouwkunst, grafiek, fotografie en muurschilderingen, waarvan hij er maar liefst 140 maakte. Hij is vooral bekend vanwege zijn geometrische, abstracte schilderijen die getekend worden door kleur en dynamiek. Hij dacht niet zozeer in disciplines, maar in ruimte, materiaal, massa, proportie en ritme, en zijn praktijk is daarom moeilijk te vangen in een bepaalde stroming of beweging. De kunstenaar liet zich inspireren door architectuur, film, literatuur en landschappen, maar ook door de politieke context van Duitsland, de kunstwereld en de beeldtaal van het modernisme, waarvan hij de idealen kritisch onderzocht. Daarnaast vond hij inspiratie bij andere kunstenaars, vooral twintigste-eeuwse tijdgenoten als Barnett Newman, Blinky Palermo, Henri Matisse, Paul Klee, Willem de Kooning, Mark Rothko en Cy Twombly.
Zijn fascinatie voor modernistische vormen en architectuur als drager van geschiedenis leidde in de jaren tachtig tot monumentale fotoseries. Förg legde gebouwen vast die ooit symbool stonden voor vooruitgang, maar inmiddels vooral sporen van tijd en ideologie droegen: van Bauhaus-architectuur en fascistische bouwwerken in Italië tot naoorlogse constructies in Duitsland. Hij fotografeerde deze niet als monumenten, maar als getuigen van menselijke ambitie. Want wat onthullen deze gebouwen over tijd en macht, over schoonheid en slijtage?
In zijn werk zoekt Förg steeds de spanning op tussen orde en vrijheid, tussen discipline en spontaniteit, tussen denken en doen. Zijn benadering is sterk analytisch (het raster is bijvoorbeeld een terugkerend motief) en wordt tegelijkertijd gedreven door een constante hang naar experiment. In tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten richtte hij zich minder op de symbolische of spirituele betekenis van schilderkunst, maar juist op een tastbare, materiële dimensie: op hoe verf, kleur en oppervlak zich tot elkaar verhouden. Daarbij maakte hij gebruik van uiteenlopende materialen, waaronder lood, koper, brons, aquarel, acryl, olieverf, houtskool, krijt, inkt, hout, gips en spiegelglas.
Na zijn overlijden in 2013 groeide de internationale waardering voor zijn werk aanzienlijk. Grote musea namen werk van Förg op in hun collecties en organiseerden grootschalige solotentoonstellingen, onder andere in het Stedelijk Museum Amsterdam, Kunstmuseum Basel, het Dallas Museum of Art, Kunstmuseum Den Haag en het Long Museum in Shanghai. Zijn werk is vertegenwoordigd in de collecties van onder andere Tate, MoMA, SFMOMA, Hamburger Bahnhof, het Louisiana Museum, de François Pinault Foundation, Arken Museum of Modern Art, het Museum of Contemporary Art (MOCA) en The Broad in Los Angeles, de National Gallery of Art in Washington, het Art Institute of Chicago, Museo Reina Sofía in Madrid, Kunstmuseum Basel en het Stedelijk Museum Amsterdam.