Hoe geef je vriendschap, nabijheid en herinnering een blijvende vorm? Schilder Bobbi Essers onderzoekt het in ‘Love Ridden (I’ve looked at you)’, haar eerste solotentoonstelling bij Stigter Van Doesburg in Amsterdam. In grote, gelaagde doeken verbeeldt ze momenten binnen haar vriendengroep. Het resulteert in filmische scènes die persoonlijk aanvoelen, maar tegelijkertijd herkenbaar en universeel zijn. Haar schilderijen vertalen hoe herinneringen zich werkelijk voordoen: fragmentarisch, gelaagd en voortdurend in beweging. De tentoonstelling vangt het ritme en de zeitgeist van een generatie en laat zien hoe Essers intimiteit, vertrouwen en identiteit omzet in verf. Haar werk ademt de vrijheid van een gemeenschap waarin gender, seksualiteit en identiteit fluïde zijn, zonder dat dit expliciet hoeft te worden benoemd. De kracht schuilt in de stille vanzelfsprekendheid waarmee die diversiteit wordt geleefd en belichaamd.
Waar veel kunstuitingen romantische liefde op een voetstuk plaatsen, ligt de focus hier veel sterker op platonische liefde, specifiek in een (voornamelijk) queer bubbel. In een tijd waarin steeds meer mensen single zijn en vriendschappen steeds belangrijker worden, zeker in vrouwen- en queer gemeenschappen, functioneren persoonlijke banden soms als een chosen family: het resultaat van oprechte aandacht en de stille arbeid van toewijding en zorg, van iets wat je samen hebt opgebouwd. Een scherp contrast met de vaak aangehaalde male loneliness epidemic. Essers richt zich op een vorm van intimiteit die ontstaat wanneer schaamte, maskers en sociale verwachtingen wegvallen. Daarin schuilt een rauwe eerlijkheid en een vorm van vrijheid.
Essers: “Deze tentoonstelling toont een reeks schilderijen die een jaar van viering vastleggen. Een jaar vol verjaardagen, talloze tentoonstellingopeningen (ook van elkaar), het nieuwe jaar inluiden en, bovenal, het vieren van vriendschap zelf. Wat deze serie onderscheidt, is de meer luxueuze toon: zorgvuldig gestyled haar, glanzende sieraden, bewust gekozen kleding en talloze glazen die in vreugde worden geheven. De schilderijen weerspiegelen niet alleen momenten van feestelijkheid, maar ook de schoonheid van samenzijn, intimiteit en de rituelen van het vieren.”
Tegelijkertijd speelt individuele identiteit, normaal gesproken zo bepalend binnen sociale groepen, hier nauwelijks een rol. Die identiteit lost op in het fragmentarische karakter van haar doeken. Essers kiest bewust voor details in plaats van gezichten, en laat in het midden aan wie die details toebehoren: een glimp van glanzend haar, vingers die een schouder raken, de plooi van een broekspijp. Huid, stof en sieraden worden met grote precisie weergegeven, maar blijven altijd onderdeel van een groter geheel. Door gezichten zelden te tonen, verschuift ze de aandacht naar lichaamstaal, gebaren en aanrakingen, waarin emoties zich vaak veel subtieler openbaren dan in een glimlach. Zo geeft ze de vanzelfsprekende intimiteit weer tussen mensen die elkaar volledig vertrouwen. De kijker wordt even opgenomen in dat netwerk van vriendschap en verbondenheid. Haar doeken tonen hoe identiteit en lichamelijkheid zich niet laten vastleggen in één vorm, label of hokje, net als mensen.
Het startpunt voor haar vaak grootschalige werken zijn ongepolijste analoge snapshots, vaak gemaakt met flits, waarvan het resultaat pas zichtbaar wordt na het ontwikkelen. Die foto’s zijn om die reden minder bedacht en zelfbewust. Soms zijn ze genomen op feestjes, soms tijdens vakanties of alledaagse momenten. Ze brengt die beelden vervolgens samen tot collages. Die werkwijze weerspiegelt hoe herinneringen zich gedragen: nooit lineair, maar opgebouwd uit overlappende beelden en gevoelens. In haar doeken schuiven lichamen, gebaren en stoffen over elkaar heen, waardoor tijd en perspectief in elkaar overlopen. Wat opvalt, is haar precieze omgang met materiaal: de glans van een ring of oorbel, het zachte verloop van huid of de textuur van een vest. In die tastbare verfbehandeling schuilt een diepe empathie voor de mensen die ze afbeeldt.
Hoewel Essers realistisch schildert, zoekt ze binnen dat idioom naar een bepaalde spanning die verder reikt dan herkenbaarheid. Haar schilderijen vertellen geen lineaire verhalen, maar ontvouwen zich in flarden, als een film in split screen met overlappende shots die meer sfeer dan informatie overbrengen. Ze bouwt haar composities op uit fragmenten die samen een herinnering oproepen. Door momenten te stapelen, maakt ze van het alledaagse iets tijdloos, alsof ze herinneringen conserveert in verf.
Visueel roepen haar werken ook de associatie op met de jump cuts van nouvelle vague-regisseurs als Jean-Luc Godard en Agnès Varda. In hun films werd het ritme van de montage bewust opengebroken: scènes werden niet langer vloeiend en naturalistisch aan elkaar gelijmd, maar juist fragmentarisch gemonteerd. Momenten werden overgeslagen, zinnen abrupt afgekapt, beelden plots onderbroken, alsof je herinneringen ziet die in brokstukken terugkomen. Die aanpak zorgt voor een gevoel van spontaniteit en realisme, maar ook van desoriëntatie: de kijker wordt zich bewust van tijd, van afwezigheid, van dat wat juist niet wordt getoond.
Bobbi Essers werd in 2000 geboren in Enschede. In 2022 studeerde ze af aan de HKU, het jaar waarin ze ook de Buning Brongers Prijs en de publieksprijs van ‘The Best of Graduates’ van Galerie Ron Mandos won. Een jaar later ontving ze de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst en werd ze opgenomen in de FD Talent-lijst van 2023. Datzelfde jaar selecteerde Artsy haar in hun selectie van ‘10 Emerging Painters Born in the 2000s to Watch Now’. Haar werk was onder meer te zien in het Koninklijk Paleis op de Dam, het Centraal Museum, Melkweg Expo, Museum MORE, Unit in Londen en de Corridor Foundation in Shenzhen. Momenteel maakt haar werk deel uit van de groepstentoonstelling ‘Blue Zone’ in Kunsthal Rotterdam en vanaf 21 november is het te zien in Saatchi Gallery in Londen, in samenwerking met het V&A Museum, de Nederlandse ambassade in Londen en kunstenaar Louise te Poele.