Parallel aan haar solotentoonstelling ‘The Collateral Kin’ in het Amsterdam Museum (onderdeel van Refresh Amsterdam #3 – Amsterdam 750) brengt Raquel van Haver haar werk ook terug naar een meer persoonlijke schaal in KERSGALLERY. Twee niveaus van hetzelfde, levende stadsverhaal. In haar gelijknamige tentoonstelling in KERSGALLERY toont de kunstenaar een reeks kleinere portretten en een monumentaal wandwerk, die zijn ontstaan uit hetzelfde langdurige onderzoek. De complexe sociale structuren die Van Haver in haar werk onderzoekt krijgen hier letterlijk vorm op de muur. Waar het museumproject grootschalige groepsportretten laat zien die het DNA van Amsterdam vastleggen, richt de presentatie bij KERSGALLERY zich op de individuen die deze collectieve verhalen dragen. Hun verhalen gaan over migratie, opvoeding, zorg en straatcultuur, over mensen die zich vaak belangeloos inzetten voor anderen. Samen vormen deze tentoonstellingen een tweeluik over gemeenschap, representatie en de kracht van verhalen.
Van Haver staat bekend om haar multidisciplinaire praktijk en haar gelaagde, fysieke schilderijen waarin ze olieverf mengt met materialen als teer, gips, as, hars, zand, hout, haar en gevonden voorwerpen. Vaak gaat daar grondig onderzoek aan vooraf. Haar figuratieve portretten zijn levendig, rauw, intiem en eerlijk. Ze bouwt haar doeken op als sculpturen en installaties, waarbij de verflaag soms centimeters dik is. Zo ontstaan werken die niet alleen worden bekeken, maar bijna worden ervaren als reliëfs. De huid van het schilderij draagt sporen van het leven: ruwe texturen, sporen van aanraking en de echo van gesprekken. De dikke, pasteuze lagen en de lange droogtijd zorgen ervoor dat de kunstenaar vaak aan meerdere werken tegelijk werkt. Naast schilderijen maakt ze ook video- en geluidswerken. De werken van Van Haver zeggen iets over onderwerpen als migratie, spiritualiteit, empathie, over mens zijn in de marge, folklore, zorg, saamhorigheid, populaire cultuur en collectief geheugen, waarbij ze persoonlijke geschiedenissen verbindt met bredere culturele en politieke perspectieven.
Gesprekken vormen het hart van Van Havers praktijk. In plaats van te schetsen of modellen te laten poseren, gaat ze langdurig in gesprek met haar onderwerpen. Ze luistert, observeert en verzamelt beelden, notities en indrukken voordat ze begint te schilderen. Ze is gefascineerd door herinneringen en door wat wel of niet wordt doorgegeven tussen generaties. Van Haver zegt daarover: ‘Alleen de verhalen die herinnerd worden, blijven bestaan.’ Pas wanneer ze iemand echt begrijpt, hoe die persoon beweegt, spreekt of denkt, durft ze diegene vast te leggen. Het is een methode die ze al jaren toepast, of het nu gaat om bewoners van de Bijlmer, vrouwen in Colombia of activisten in Ghana. Haar schilderijen zijn daarom visuele vertalingen van wederzijds vertrouwen. Daarnaast werkt Van Haver regelmatig samen met andere kunstenaars en collectieven.
Als je de tentoonstelling in KERSGALLERY betreedt dan word je meteen geconfronteerd met een grote, met krijt getekende mural waarop een beschrijving van het project te lezen is:
“Voor Amsterdam 750, in samenwerking met het Amsterdam Museum, heeft Studio Raquel van Haver een grootschalig onderzoek gedaan naar de makers en bewakers van de stad Amsterdam. Wie van onze mensen, woonachtig in onze stad Amsterdam, behouden onze sociale, culturele en menselijke structuren overeind? Hoe belangrijk zijn zij, en kennen wij ze überhaupt? De menselijkheid die binnen de stad leeft en woont, wordt zichtbaar gemaakt door verschillende portretten, interviews, video en schrift. Met het oog op het behouden en beschrijven van persoonlijke, intieme verhalen van deze rolmodellen, met een kritische voetnoot naar de gevestigde orde. Tijdens deze show bij KERSGALLERY openen we dan ook de deuren naar de geportretteerden, om hun verhalen te delen, het netwerk te verbinden en dieper in te gaan op het belang van deze structurele, culturele en sociale netwerken — en deze voor de toekomst te archiveren.”
De groep mensen in het midden van het wandwerk doet denken aan een zeventiende-eeuws groepsportret of regentenstuk, maar dan ontdaan van hiërarchie en symbolische machtsstructuren – en niet uitsluitend witte mannen. Bovenaan, naast het wapen van Amsterdam, staan de woorden ‘Vastberaden’ en ‘Barmhartig’. Aan weerszijden van de groep staan twee leeuwen, traditionele heraldische symbolen. Daarmee verwijst Van Haver naar de historische beeldtaal van macht en stedelijke identiteit, maar ze plaatst die in een eigentijdse context. Waar de leeuwen ooit de stad verdedigden, bewaken ze hier symbolisch de gemeenschap van gewone Amsterdammers. Het werk kan worden gelezen als een dekoloniale herschrijving van het regentenstuk, waarin representatie niet langer van bovenaf wordt bepaald, maar voortkomt uit de stad zelf. Van Haver portretteert hedendaagse stadsveranderaars, mensen die Amsterdam leefbaar houden, vaak zonder zelf in de schijnwerpers te staan. Haar schilderijen herdefiniëren het groepsportret als collectief monument waarin gelijkwaardigheid en gemeenschap centraal staan.
De werken bij KERSGALLERY komen voort uit hetzelfde driejarige onderzoek dat leidde tot ‘The Collateral Kin’ in het Amsterdam Museum. Daar presenteert Van Haver zes monumentale groepsportretten die ze maakte voor de 750ste verjaardag van de stad. Voor deze reeks portretteerde ze meer dan 120 Amsterdammers, van twintig tot vijfennegentig jaar oud. De selectie, die ze allemaal interviewde, stelde ze samen met onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en het Stadsarchief. Het zijn hedendaagse stadsveranderaars, eveneens vastgelegd in een stijl die verwijst naar de schutterstukken uit de zeventiende en achttiende eeuw. Geen bestuurders in fluweel, maar docenten, makers, activisten, ondernemers en vrijwilligers. Van Haver sprak meer dan honderd Amsterdammers die zich inzetten voor thema’s als educatie, cultuur, wonen, duurzaamheid, saamhorigheid en de positie van mensen die leven zonder papieren.
Sommigen zijn bekende namen, zoals Gloria Wekker, Nancy Jouwe, Kadir van Lohuizen, Massih Hutak, Joost van Bellen en Henk Schiffmacher, maar veel vaker gaat het om mensen die zelden erkenning krijgen, zoals Marlyn Mimi Mau-Asam, voorzitter van de antiracistische actiegroep Mad Mothers, die strijdt voor kinderspeelgoed zonder racisme en tegen blackface. Of Jennifer Tosch, historicus en oprichter van de Black Heritage Tours in Amsterdam, Brussel en New York. De selectie omvat curatoren, activisten die vechten tegen institutioneel racisme, modeontwerpers, acteurs, wetenschappers die het curriculum openbreken, docenten, cultuurhistorici, schrijvers, dichters, theatermakers, filmmakers, graffitikunstenaars, culturele producenten, creatieve ondernemers, DJ’s en rappers die het nachtleven tot cultuurgeschiedenis maken, raadsleden, community organisatoren en ook geanonimiseerde personen. Van Haver bouwt hier geen heldenmonumenten, maar geeft wel textuur aan hun intense betrokkenheid bij de stad. Omdat hun verhalen zijn vastgelegd in samenwerking met het Stadsarchief blijven hun bijdrage aan Amsterdam bewaard voor de toekomst. In de tentoonstelling bij KERSGALLERY keren die stemmen terug in kleinere, meer intieme portretten. Elk werk staat op zichzelf, maar samen vormen ze een netwerk van gezichten, houdingen en herinneringen. Hier wordt de collectieve geschiedenis teruggebracht tot de menselijke maat.
Raquel van Haver werd in 1989 geboren in Bogotá in Colombia, maar groeide op in Nederland, waar ze studeerde aan de HKU en de Gerrit Rietveld Academie. Tegenwoordig verdeelt ze haar tijd tussen Colombia en Nederland en reist ze veelvuldig. Sinds haar grootschalige solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam in 2018 heeft Van Haver haar werk onder andere gepresenteerd in het Textielmuseum, het Bonnefanten Museum, het Bolivariano Museum of Contemporary Art, BOZAR in Brussel, het H’ART Museum, KINDL Zentrum für zeitgenössische Kunst Berlin, het Centraal Museum, de African Artists' Foundation in Lagos, Museum Kranenburgh en het Koninklijk Paleis op de Dam. Haar werk is onder meer opgenomen in de collecties van het Stedelijk Museum, het Bonnefanten Museum, het LAM, het Dordrechts Museum, Sanquin en ABN AMRO. Ook de toenmalige Koningin Beatrix kocht een werk aan voor haar collectie. In 2016 werd ze door Forbes opgenomen in hun ’30 under 30’ lijst over de Europese kunstwereld en in 2018 mocht Van Haver de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst in ontvangst nemen. In 2019 volgde de Amsterdamprijs voor de kunst. Van Haver nam ook deel aan verschillende residentieprogramma’s in Nigeria, Zimbabwe, Suriname en Amsterdam.