Verschillende media, meerdere blikken, gedeelde gevoeligheden en vriendschap als verbindende factor. Sofie Van de Velde Gallery toont schilderijen van Felix De Clercq, foto’s van Max Pinckers en een videowerk van Gauthier Oushoorn & Ingel Vaikla. Hun werken raken elkaar in kruispunten, echo’s en gedeelde motieven.
Felix De Clercq en Max Pinckers brengen elk een solotentoonstelling. De Clercq vertrekt meestal van een foto. Hij neemt een snapshot van een scène, een pose of een moment. Door het tafereel meermaals te schetsen ontstaat een proces van reductie en transformatie. Het resultaat is geen fotorealistische weergave, maar een schilderkundige herinnering van de werkelijkheid. Waar hij vroeger met olieverf op doek werkte, toont De Clercq nu uitsluitend gouaches op papier. Het voorbije jaar legde hij zich toe op deze techniek.
Ter gelegenheid van deze tentoonstelling zijn die werken gebundeld in een boek. De wissel van materiaal beïnvloedt zijn werk. Gouache is sneldrogend en mat. Zijn melancholisch kleurenpalet blijft, maar de tinten ogen frisser. Zijn taferelen baden in schermerlicht en ademen een lichtere, spontanere sfeer dan zijn eerdere olieverfschilderijen. Door het formaat en het witte kader rond de scènes lijken de werken op bladzijden uit een dagboek: intiem, verhalend en fragmentarisch. Ze voelen eerder als flarden van een herinnering dan als uitgewerkte reconstructies.

De tentoonstelling bestaat uit drie reeksen. In de eerste poseren vrienden en kennissen in zijn atelier. “Voor deze reeks breng ik een subtiel eerbetoon aan A Summer’s Tale van Éric Rohmer,” zegt De Clercq. “Ik bezorgde de modellen stills uit de film, zodat ze zich konden laten inspireren door houdingen en kledij.” De dialoog met andere kunstenaars is een constante in zijn praktijk. Zo maakt hij af en toe kopieën van schilders uit het verleden. “Ik onderzoek hoe dingen geschilderd zijn en ik hou ervan om hommages in mijn presentatie te verwerken.”
De tweede reeks bestaat uit grotere formaten waarin individuele portretten samenkomen in één scène. Dat zorgt voor bevreemdende relaties tussen de figuren. De derde reeks toont interieurs en straatbeelden. Het zijn fragmenten van zijn atelier en leefomgeving. Samen vormen de gouaches een verkenning van identiteit, herinnering en ruimte.

Zowel De Clercq als Pinckers reflecteren op beeldvorming, maar via verschillende wegen. Pinckers bevraagt het fotografische beeld, terwijl De Clercq er juist van los wil komen. Hij schildert niet om te registreren, maar om te herinneren. Pinckers toont foto’s uit zijn reeks 2020-MMXX, ontstaan tijdens een residentie in Rome in COVID-19-lockdown. “De stad Rome nodigt jaarlijks een aantal fotografen uit,” vertelt hij. “Die krijgen carte blanche, zolang ze binnen het stadsdistrict werken en een selectie aan het fotoarchief schenken.”
Een aandachtige kijker merkt dat de taferelen vanuit andere standpunten tegelijk zijn gefotografeerd. Pinckers gebruikte meerdere analoge camera’s die op hetzelfde moment afdrukten. Zo ontstaan beelden van één moment, maar met verschillende perspectieven. “Ik vond het een interessante manier om tijd in een stilstaand beeld te benadrukken,” zegt hij. “In details, zoals een handeling, ontdek je de simultaneïteit. Ons oog kan dat niet, wat een vreemd gevoel van tijd en ruimte oproept. Voor mij vat die ervaring die periode.”

De titel 2020-MMXX verwijst naar het jaar van ontstaan, ook in Romeinse cijfers. Door beide naast elkaar te plaatsen, benadrukt Pinckers het idee van tijd als constructie. De dubbele notatie onderstreept het gewicht van dat jaar: een moment dat in ons collectief geheugen gegrift staat.
Hoewel zijn foto’s technisch één moment vastleggen, voelt het als uitgerekte tijd. De sfeer van toen, waarin alles leek stil te staan, maar verschoof, resoneert in de beelden. Pinckers ondermijnt het klassieke idee van fotografie als het vangen van één beslissend moment. Hij maakt van tijd een meervoudige ervaring en herinnert ons eraan dat elke foto iets verbergt en elk verhaal meerdere invalshoeken heeft. Een van de meest emotioneel geladen beelden toont twee zussen op een balkon. In elke opname kijken we telkens één van hen in de ogen. Hun blik is kwetsbaar en intens.
“Technisch was het uitdagend,” zegt Pinckers. De foto waar het met drie standpunten gelukt is, werkt bijzonder goed. We zien jongeren hangen bij rotsen. De keuze voor zwart-wit afdrukken versterkt het tijdloze karakter en brengt eenheid in de presentatie. Pinckers gebruikt techniek om het medium zelf te bevragen. “Ik besteed aandacht aan het onderwerp en het medium”, zegt hij. “Die snijlijn is belangrijk.” In zijn foto’s duiken regelmatig - al dan niet via schaduwen - zijn camera en statief op. Alles is in scène gezet. De locatie zoekt hij zorgvuldig uit en de mensen poseren. In verschillende foto's zien we afval, graffiti en urbanisme bij één gezichtspunt, een ander toont de Romeinse architectuur, parken en groen. Zo ontstaan verschillende versies van een herinnering.
Pinckers nodigt Gauthier Van Oushoorn uit. Hij deed een residentie in de Academia Belgica en verbleef zo in dezelfde periode als Pinckers in Rome. Het videowerk EUR42 (2022) is een samenwerking tussen Gauthier Van Oushoorn & Ingel Vailkla. We zien een groep motorrijders ’s nachts door het EUR-district (Esposizione Universale di Roma) rijden. “Dit woon- en zakengebied liet Mussolini in 1942 bouwen voor een wereldtentoonstelling die nooit plaatsvond”, vertelt Oushoorn. “Het verwijst naar een slotscène uit Roma van Fellini.” Hun koplampen glijden over de monumentale gevels en sculpturen, terwijl het motorgeraas een dreigende sfeer oproept.
Net als bij Pinckers staat tijd centraal. De wisselwerking tussen licht en schaduw op de gebouwen en sculpturen roept vragen op over verleden en heden. Hoewel ze verschillende media hanteren, delen ze een kritische omgang met beeld, ruimte en macht. Hun aandacht voor het alledaagse en het werken met niet-professionele acteurs herinnert aan het Italiaans neorealisme. Niet als stijl, maar als een kader om te reflecteren.
In EUR42 wordt architectuur zichtbaar als drager van ideologie. De video stuurt onze blik: wat zien we en wie bepaalt dat? Door de loopstructuur blijven de moto’s rijden. Ze zitten gevangen in een tijdsbestek. Rome is een tijdelijke thuis, waar vriendschap en artistieke uitwisseling samenkomen.

De exposerende kunstenaars hanteren andere media, maar hebben gedeelde gevoeligheden. Ze bevragen elk op eigen wijze het beeld, de blik en de waarheid. Ze delen een fascinatie voor de ruimte tussen feit en verbeelding en voor licht, schaduw en atmosfeer. Hun vriendschap sijpelt subtiel door in de galerieruimtes in de vorm van een visuele dialoog. Het zijn autonome presentaties, maar met een emotionele en intellectuele nabijheid tussen de kunstenaars. Hun vriendschap is voelbaar in de manier waarop ze elkaars taal respecteren, aanvullen en uitdagen. Ze bevragen en versterken elkaar. Elk werk staat op zichzelf, maar draagt sporen van de ander. Of ze elkaar portretteren, uitnodigen of elkaars media belichten. We zien een gedeeld kijken: naar elkaar en naar het beeld.
De Clercq schildert een zelfportret van Pinckers met zijn camera. Zo erkent De Clercq hun vriendschap, maar wijst ook op fundamenteel verschillende benaderingen van beeldvorming.
Pinckers en De Clercq delen hun fascinatie in hoe een beeld ontstaat en steeds een interpretatie is. Pinckers fotografeert met meerdere camera’s fotografeert Pinckers een schilderij van De Clercq in zijn atelier. Elke opname is een keuze, een perspectief. Een schilderij krijgt door elke lens een interpretatie. En wat is een foto van een schilderij? Is het een document, een interpretatie of een toe-eigening? Dit werk vormt een visuele en conceptuele schakel in de galerieruimte. De schilderkunstige verbeelding en de fotografische blik ontmoeten elkaar.
De exposerende kunstenaars maken elkaars praktijk zichtbaar. Kunst ontstaat in dialoog: tussen maker en medium, tussen vriend en collega, tussen blik en verbeelding. In die tussenruimte van gedeeld begrijpen, krijgt betekenis vorm.
