Voordat de straten van Florence zich vullen met toeristen, is Andreas Senoner al op weg naar zijn atelier in een renaissancegebouw in het hart van de stad. Eenmaal binnen werkt hij geïsoleerd aan zijn houtsculpturen. Senoner werkt met natuurlijke materialen, zoals hout, korstmossen, veren en bijenwas. Deze materialen vragen volgens de Italiaanse kunstenaar om speciale toewijding: “Ze hebben hun eigen stem en vragen om aandacht om begrepen te worden.” De sculpturen van Senoner dragen verhalen en herinneringen uit het verleden, ze weerspiegelen het leven dat in het materiaal schuilt.
Komende zondag 7 september opent de tentoonstelling ‘In Dialogue’ bij Galerie Wilms in Venlo. In deze tentoonstelling gaan Senoners sculpturen een dialoog aan met het werk van vijf andere kunstenaars: Brooke DiDonato, Suzanne Jongmans, Sandra Kruisbrink, Magdalena Lamri en Julie van der Vaart. Samen verkennen ze thema’s als lichamelijkheid, vergankelijkheid en natuur.

Waar is je atelier en kan je beschrijven hoe dat eruit ziet?
Ik woon en werk in Florence en mijn atelier ligt in het historisch centrum, in een renaissancegebouw. Het is een functionele ruimte die ik in de loop der jaren heb verfijnd en zo heb ingericht dat ik er mijn projecten kan ontwikkelen. Ik heb een flexibele omgeving nodig die me in staat stelt om aan meerdere werken tegelijk te werken, te experimenteren met verschillende materialen en het hele creatieve proces te doorlopen, van idee en uitvoering tot verzending. Houtsculptuur is de kern van mijn artistieke praktijk. Dat vraagt veel apparatuur, ruimte en geschikte voorzieningen. In de loop der tijd heb ik het atelier volledig aangepast aan mijn behoeften, zodat ik er dynamisch kan werken.
Nodig je weleens andere kunstenaars uit in je atelier? Of houd je deze plek liever privé?
Ik beschouw mijn atelier als een persoonlijke ruimte, waar alles een vaste plek en functie heeft en waar de omgeving zelf is ingericht om ideeën en het creatieve proces te bevorderen. Ik zie het als een ruimte die echt van mij is, die ik kan sturen en aanpassen aan mijn behoeften. Hoewel het zich in het hart van het historisch centrum bevindt, is het door de structuur van het gebouw zowel visueel als akoestisch geïsoleerd van de buitenwereld. Bezoeken zijn mogelijk op afspraak en regelmatig komen verzamelaars, kunstenaars en galeriehouders langs. Uit die ontmoetingen ontstaan vaak gesprekken en projecten, en soms zelfs sterke verbindingen dat kunstenaars er maanden of zelfs jaren zijn blijven werken. Dankzij die uitwisseling is het atelier niet alleen een werkplaats, maar ook een vruchtbare plek voor relaties en nieuwe ideeën.

Hoe ziet een doordeweekse dag eruit? Welke taken nemen het meeste van je tijd in beslag? Heb je een vaste manier om je dag te beginnen of af te sluiten in je atelier?
Mijn dag begint met een wandeling door de nog stille straten van Florence, vóór de komst van de toeristen. Ik stop voor een ontbijt in een café, een klein ritueel dat me helpt de concentratie te vinden die ik in het atelier nodig heb. Ik breng er meestal zo’n acht uur per dag door. Ik werk altijd aan meerdere stukken tegelijk, omdat dit de werken in staat stelt met elkaar in dialoog te gaan. Even afstand nemen van een sculptuur helpt me bovendien om er later met een frisse blik naar te kijken. Ik wissel het maken van nieuwe werken af met het plannen van tentoonstellingen, het schrijven van aanvragen voor residenties en het ontvangen van bezoekers in het atelier. Ik zie mijn praktijk als een dynamische bezigheid, waarbij iedere taak bijdraagt aan de ontwikkeling van mijn onderzoek.

Je omschrijft beeldhouwen als een vorm van luisteren. Kun je uitleggen wat je daarmee bedoelt?
Creatief gezien vragen zowel de traditionele technieken van houtsculptuur als het gebruik van korstmossen en veren om veel tijd en talloze stilistische keuzes, die uiteindelijk het eindresultaat en de betekenis van het werk bepalen. Voor mij is beeldhouwen een vorm van luisteren: zowel voor mijzelf als maker, die de essentie van het werk moet doorgeven en inspelen op de eisen van het materiaal, als voor de toeschouwer, die wordt uitgenodigd te luisteren naar de stille boodschap die het werk uitdraagt. Hout, veren en korstmossen zijn natuurlijke materialen zonder uniforme structuur. Ze hebben hun eigen stem en vragen om aandacht om begrepen te worden.
Je keuze voor materialen zoals korstmossen en bijenwas is tamelijk ongebruikelijk. Wat trekt je aan in deze materialen en hoe verrijken ze je werk?
Al enkele jaren richt ik mijn artistiek onderzoek op thema’s die verband houden met de natuur en haar evolutionaire processen. Daaruit is een beeldtaal ontstaan waarmee ik de menselijke conditie kan onderzoeken. Daarom werk ik met specifieke natuurlijke materialen: hout, korstmossen, veren, textiel, was – waarbij ik altijd hun geschiedenis, hun manier van ontstaan en hun transformatie meeneem. Ik voorzie ze van betekenis. Het verzamelen van de materialen maakt vaak deel uit van het creatieve proces zelf. Ik verzamel de korstmossen zelf, selecteer ze zorgvuldig en bereid ze voor gebruik in mijn werken.
Behandel je deze materialen om ze te conserveren of maken verval en transformatie deel uit van het werk?
Ik behandel alle materialen die ik gebruik, zodat ze in de loop van de tijd stabiel blijven. Ik ben heel selectief in mijn keuzes, vooral met hout, waarbij soort, nerf en kleur cruciale factoren zijn die de uiteindelijke esthetiek van het werk bepalen.

Veren keren vaak terug in je sculpturen. Wat symboliseren ze voor jou en hebben ze een specifieke herkomst?
Veren hebben een krachtige symboliek en spelen een belangrijke rol in rituelen en vieringen in veel culturen, vaak als symbool van lichtheid en vrijheid. Ik gebruik ze om lagen te creëren, als een ongrijpbare, delicate huid of schaal die het afgebeelde individu toch kan beschermen tegen de buitenwereld. Dit levert een opvallend contrast op: een fragiel maar beschermend oppervlak dat zowel kwetsbaarheid als veerkracht uitdrukt. In de hedendaagse beeldhouwkunst is een doordachte en bewuste omgang met materialen essentieel voor het creatieve proces.
In je werk ‘Fragment (witness)’ zien we een contrast tussen donker en licht hout. Wat wil je met dit werk tot uitdrukking brengen?
‘Fragment (witness)’ maakt deel uit van een breder onderzoek naar het thema van het fragment in de archeologie, begrepen als drager van verhalen en betekenissen uit het verleden, louter door zijn bestaan. De menselijke geschiedenis bestaat uit sporen en fragmenten die getuigen van haar verloop en onderzoekers in staat stellen gebeurtenissen en verhalen uit een ver verleden te reconstrueren. Ik gebruikte verschillende soorten hout in diverse stadia van conservering om een soort reconstructie van het fragment te suggereren, een die de oorspronkelijke vorm en functie gedeeltelijk herstelt. Zo wordt het fragment niet alleen een getuige van het verleden, maar ook een uitnodiging om te reflecteren op het heden en de continuïteit van herinnering.

Komend weekend opent de tentoonstelling ‘In Dialogue’ bij Galerie Wilms. Waren er verrassende of inspirerende verbanden tussen jouw werk en dat van de andere kunstenaars?
Alle werken die ik bij Galerie Wilms toon, zijn speciaal voor de tentoonstelling gemaakt. De deelnemende kunstenaars zijn geselecteerd om een dialoog tussen verschillende benaderingen te stimuleren, en ik vind het fascinerend om te zien hoe uiteenlopende technieken en processen samenkomen rond gedeelde thema’s. Hedendaagse kunstenaars worden steeds vaker geacht een interdisciplinaire dialoog aan te gaan, en ik geloof dat deze tentoonstelling laat zien hoe verschillende creatieve benaderingen samen een gedeelde energie kunnen vormen.
Waar werk je momenteel aan?
De afgelopen maanden heb ik gewerkt aan een reeks nieuwe werken voor komende tentoonstellingen en kunstbeurzen dit najaar. Deze winter verlaat ik Europa voor enkele maanden om deel te nemen aan een residentie op de Filippijnen, waar ik me zal wijden aan onderzoek en de verkenning van nieuwe expressieve talen, geïnspireerd door de sociaal-culturele en natuurlijke context waarin ik zal verblijven. Tijdens mijn tijd op een klein eiland wil ik een nieuwe reeks werken beginnen die door de natuur wordt geïnspireerd en die aan het einde van de residentie in Manilla zal worden gepresenteerd. In mijn praktijk werk ik vaak met technieken zoals houtsculptuur, die zeer oude wortels hebben. Juist daarom is het voor mij bijzonder interessant om te zien hoe deze technieken in andere culturen worden toegepast. Het meest intrigerend vind ik hoe materialen en technieken kennis door de tijd heen dragen, en hoe zij via de beeldhouwkunst kunnen blijven evolueren en nieuwe betekenis kunnen krijgen.
