We associëren kracht altijd met iets groots en aanwezigs, maar dat dat niet hoeft bewijst Britte Koolen in haar nieuwe solotentoonstelling Vigor, wat kracht betekent in het Portugees. Voor Koolen schuilt kracht juist in dingen die je niet meteen ziet, dingen die niet opvallen zoals de voorwerpen die ze vond tijdens een residency in Portugal: tandwieltjes, stangetjes, kapjes.
Ze voerde de gevonden voorwerpen uit in keramiek, een materiaal waarin ze nog niet eerder werkte, maar dat naadloos aansloot bij haar doel om ons te laten stil staan bij de kleinste details. ‘Je denkt misschien in een oogopslag te weten wat je ziet, maar de essentie van het werk schuilt in de kleine details.’
Vigor van Britte Koolen opent op vrijdag 5 september en is tot en met 25 oktober te zien bij Galerie Bart in Amsterdam.
Voor haar nieuwe solotentoonstelling Vigor werkte Britte Koolen voor het eerst met keramiek, gietklei om precies te zijn.

De laatste keer dat wij elkaar spraken, begin vorig jaar, begon je te werken met keramiek. Daarvan zijn nu de eerste resultaten te zien bij Galerie Bart. Waarom besloot je die overstap te maken?
Tijdens de PADA-residentie in Portugal heb ik veel tijd besteed aan het verzamelen van objecten en materialen. In Nederland heb ik nieuwe inzichten gekregen over de betekenis van gevonden objecten binnen mijn eigen werk. Een gevonden object vertelt vaak een verhaal: je gaat je afvragen waar het vandaan komt, van wie het vroeger is geweest en wat de functie van het object is.
De stap naar keramiek heb ik gemaakt, omdat mijn werk niet verhalend, maar abstract is. Er mag dan misschien een verklaring zijn voor wat je ziet, maar juist de afwezigheid van een verhaal fascineert mij het meest. Door de objecten te vertalen naar keramiek komt het los van dit verhaal en op die manier kan ik het mijn eigen betekenis geven.
Hoe is het werken met keramiek bevallen?
Mijn eerste ervaring met keramiek is mij goed bevallen. Tijdens de residentie bij het Cool Clay Collective ben ik begonnen met het maken van mallen. Ik wilde van zoveel mogelijk objecten een mal maken, zodat ik later met een grote variatie aan vormen kon gaan bouwen. Hierna ben ik de mallen gaan gebruiken met giet- en drukklei.
Het viel me meteen op dat gietklei, wanneer je deze heel dun giet, ontzettend fragiel wordt. Daarin lag voor mij dus meteen de uitdaging: ik heb geprobeerd de grens hiervan op te zoeken. In het begin ging er hierdoor behoorlijk wat kapot, gelukkig was dit voor het de oven in ging. Ik kwam meteen in een focus door deze manier van werken, het deed me denken aan het bewerken, schuren en lakken van mijn houten sculpturen.

Keramiek kent een vrij langzaam maakproces. Sommige kunstenaars vinden dat vervelend en zien er daarom vanaf. Hoe sta jij daarin?
In mijn werk probeer ik eigenlijk altijd te vertragen en ik probeer de toeschouwer daarin mee te nemen. Je denkt misschien in een oogopslag te weten wat je ziet, maar de essentie van het werk schuilt in de kleine details. Precies dit aspect van keramiek sluit dus perfect aan bij die gedachte.
Je huidige show heet Vigor, dat is Portugees voor kracht. Als je de gladde vormen ziet, denk je misschien eerder aan fragiliteit. Hoe kwam je op deze paradox uit en wat wil je ermee uitdrukken?
In mijn werk probeer ik eigenlijk altijd te vertragen en ik probeer de toeschouwer daarin mee te nemen. Je denkt misschien in een oogopslag te weten wat je ziet, maar de essentie van het werk schuilt in de kleine details. Precies dit aspect van keramiek sluit dus perfect aan bij die gedachte.

Het nieuwe werk gaat terug op je recidency bij PADA in Portugal. PADA zit op een groot fabrieksterrein waar allerlei voorwerpen te vinden zijn. In feite kijken we naar gevonden voorwerpen gemaakt in keramiek. Wat gebeurt er met de betekenis van die voorwerpen als je maakt in keramiek?
Door de voorwerpen en objecten te vertalen naar keramiek, kan het verhaal loskomen van het object. Ik geef het zo mijn eigen betekenis. De vorm verandert ook: ik kies er bijvoorbeeld voor om ook de binnenkant van het object te laten zien. Op deze manier kan ik ook aandacht vragen voor datgene wat normaal gesproken verborgen blijft.
Je hebt altijd gewerkt in heel beperkt palet van geel, paars en rood. Kan je iets meer vertellen over dat palet. Hoe ontstond het en waarom bestaat het juist uit deze kleuren?
Toen ik jong was, konden dingen soms overweldigend aanvoelen. In zulke momenten was ik altijd op zoek naar iets in de ruimte waarin ik kon verdwijnen. Dat kon een kauwgom op de grond zijn, of een gat in de muur. Maar nog veel vaker was het iets in de kleur rood. Rood is voor mij een belangrijke kleur, omdat het opvalt. Als ik me onrustig of ongemakkelijk voel, zoek ik in de ruimte naar iets roods om weer tot rust te komen. Rood is voor mij daarom altijd een logische keuze geweest. De kleuren die ik hierna heb gekozen moesten altijd samengaan met de kleur rood.

Meestal volgt uit het ene werk min of meer logisch het volgende. Weet je al ongeveer wat je volgende project zal zijn?
Allereerst blijf ik objecten verzamelen en deze vertalen naar keramiek. Het lukt me steeds beter om complexe mallen te maken. In de tentoonstelling zijn dus echt pas de eerste stappen te zien.
Ik heb deze periode intensief met mallen gewerkt, zowel voor mijn keramieken sculpturen als voor het betonnen sculptuur in de tuin. Het maken van een mal kost veel tijd en aandacht. In een volgend werk wil ik graag op een andere manier met deze mallen werken. Wat als het betonnen sculptuur niet het eindresultaat is, maar juist de mal die ervoor is gemaakt? Op die manier kan je ook laten zien wat normaal verborgen blijft binnen een sculptuur, iets waar uiteindelijk geen aandacht meer voor is.
Daarnaast wil ik de materialen hout, beton en keramiek blijven uitdagen, en me daarin verder specialiseren.