Het Zweedse kunstenaarsduo Inka & Niclas reist de wereld rond om de natuur in optima forma vast te leggen. Met hun foto’s vieren ze niet alleen de schoonheid van het landschap, ze confronteren ons ook met onze eigen zoektocht naar dat ene ultieme beeld. Het gezin van Inka & Niclas speelt daarin een onmisbare rol en groeit letterlijk mee in de foto’s. Dat wordt duidelijk zichtbaar in hun langlopende serie ‘Family Portraits’, waarbij de contouren van het gezin in het water oplichten. Voor de kinderen is het inmiddels een vertrouwd ritueel: reizen, omkleden, poseren en fotograferen: “We vinden het mooi hoe het verstrijken van de tijd zichtbaar wordt terwijl zij ouder worden: eerst was er een kind op een arm, nu staan ze met z’n vieren.”
Op zaterdag 6 september om 14.00 uur zijn Inka & Niclas aanwezig bij Bildhalle voor een artist talk. Hun werk is te zien in de groepstentoonstelling ‘Nature, Perception, and Materiality’, met onder meer foto’s uit ‘Family Portraits’ en de serie ‘4K Ultra HD’.
Jullie werken gezamenlijk in jullie atelier in Zweden, zouden jullie deze plek kunnen omschrijven?
Wij wonen op het eiland Södermalm, in het zuiden van het centrum van Stockholm. Onze studio bevindt zich in een oud bankgebouw uit 1905, op slechts zeven minuten lopen van ons huis over de brug naar het vasteland. Het is een bijzondere plek, maar niet altijd even praktisch. De hoofdruimte heeft een raam van ongeveer vier meter hoog, wat geweldig is voor de ziel. Het licht valt er prachtig op de sculpturen, maar helpt niet bepaald wanneer we subtiele kleurverschillen op een scherm proberen te onderscheiden. Onlangs moesten we er tijdelijk bijna een complete tentoonstelling van vijf zalen opslaan, waardoor het nu een georganiseerde chaos is.

Wanneer begonnen jullie als duo te werken en hoe verdelen jullie de rollen?
Sinds 2007 werken we samen en wonderlijk genoeg hebben we nog altijd elk ons eigen brein. Het is in feite onmogelijk om volledig te begrijpen wat de ander voor zich ziet, dus moeten we vertrouwen op elkaar en meegaan in iets dat aanvankelijk vreemd lijkt. Gaandeweg hebben we verschillende rollen ontwikkeld. Zo is Inka altijd degene die locaties uitzoekt, omdat Niclas niets heeft met kaarten, terwijl het omgekeerde geldt voor de cameratechnieken.
Ontwikkelen jullie je altijd in dezelfde artistieke richting, of werkt een van jullie ook aan individuele projecten?
We kunnen uiteraard weleens verschillende interesses hebben, maar we werken altijd samen. Los van elkaar werken is niet iets wat we ambiëren. Dit is de manier waarop we gewend zijn te werken.
In jullie komende tentoonstelling bij Bildhalle tonen jullie werk uit het project ‘Family Portraits’, waar jullie al meer dan tien jaar aan werken. Wat trekt jullie steeds opnieuw naar dit thema?
Het project vindt zijn oorsprong in moderne rituelen rond reizen en fotograferen: reizen naar plekken omdat je er eerder een foto van zag, vervolgens zelf een foto maken als bewijs dat je er bent geweest, waardoor iemand anders erheen gaat om opnieuw een foto te maken. In deze serie schiet de camera tekort in zijn taak ons vast te leggen: hij wist ons weg maar laat de natuur bestaan. Wat ons er nu in aanspreekt is niet hetzelfde als in het begin. Eerlijk gezegd lijkt het project inmiddels een eigen leven te leiden, belangrijker dan onze oorspronkelijke ideeën erover. Intussen is het voor ons als gezin een echt ritueel geworden. De kinderen zijn erin opgegroeid, voor hen is het de normaalste zaak van de wereld om een nieuwe plek te bezoeken, de pakken aan te trekken en te poseren. We vinden het mooi hoe het verstrijken van de tijd zichtbaar wordt terwijl zij ouder worden: eerst was er een kind op een arm, nu staan ze met z’n vieren. De lat komt steeds hoger te liggen, we willen onszelf telkens overtreffen en iets nieuws toevoegen. Deze zomer maakten we twee nieuwe werken.

Kunnen jullie iets meer vertellen over deze pakken? Het lijkt erop dat jullie met veel materiaal reizen. Hoe krijgen jullie dat allemaal mee?
Grappig dat je dat vraagt, want het is eigenlijk verschrikkelijk. We nemen ontzettend veel mee. De speciale reflecterende pakken voor het hele gezin, apparatuur voor fotografie, video en geluid, lampen en flitsers. Liefst alles dubbel, 200 AA-batterijen en minstens vijf of zes verschillende opladers, computers en harde schijven. Daarnaast alle spullen om een maand met een gezin weg te zijn. En omdat we altijd ruimte willen laten voor onverwachte gebeurtenissen, slepen we ook alles mee wat we misschien niet nodig hebben, maar mogelijk wel van pas komt: extra stoffen, lijm, touwen, tape, naaigerei, camera-gimbals, magic arms in tassen vol ‘misschien handig’. Onderweg kopen en maken we ook nog van alles. Afgelopen zomer propten we bijvoorbeeld een stoffen strandbal van 95 centimeter in de achterbank van een kleine huurauto, samen met al het andere en de kinderen. Vaak gaat materiaal ook kapot, omdat we werken in zand, zeewater of regen. Dan moeten we zomaar opeens onderdelen vinden, vaak precies op plekken waar ze het minst voorhanden zijn.
Ja jullie zijn natuurlijk sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Was er ooit reis die heel anders verliep dan verwacht?
Bijna nooit gaat iets zoals gepland. Alles verandert voortdurend, zowel de omstandigheden als ons eigen doel. Afgelopen zomer werkten we in het zuiden van Portugal. De zonsondergangen daar zijn heel geelachtig, met veel vocht in de lucht. Dat vonden we twee derde van de tijd een groot probleem, omdat we juist zachtroze luchten wilden. Uiteindelijk lukte het om een foto te maken met een abrikooskleurige lucht. Nu willen we meer van dat soort beelden, maar inmiddels zijn we terug in Zweden waar we de roze luchten hebben.
Jullie beschrijven dat de natuur in Zweden vaak als iets goddelijks en mystiek wordt beschouwd. Hebben jullie zelf zo’n mystieke ervaring gehad?
Het gaat voor ons niet zozeer om buitengewone momenten, al zijn die er natuurlijk ook. Het zit meer in de stilte bewaren in het bos of uitkijken over een rechte, ononderbroken horizon, op welk moment dan ook.
Willen jullie dit mystieke beeld van de natuur in jullie foto’s uitdagen en bevragen of juist vieren en versterken?
Allebei, bij voorkeur tegelijk. Misschien meer reflecteren of mediteren, vieren zeker ook. Sommige werken zijn kritisch, maar die kritiek is ook op onszelf gericht. Ons werk draait om mechanismen en fenomenen in de relatie tussen mens, camera en natuur. Door de natuur te vervormen, te verplaatsen of uit elkaar te halen, proberen we een wereldbeeld te creëren die zich voordoet als de bekende werkelijkheid, maar met eigen regels. Hopelijk brengen we de toeschouwer naar een plek waar niet alles vanzelfsprekend is en de grenzen wat vager worden.
Zijn er specifieke landschappen die jullie in de toekomst nog willen ontdekken?
Nee, het gaat ons meer om de voortdurende zoektocht naar een volgend werk. Soms kan een bepaald landschap of specifieke omstandigheden precies datgene losmaken wat een nieuwe richting opent. Maar als we dat al zouden weten, waren we er waarschijnlijk nu al mee bezig.
