Al bijna 20 jaar heeft beeldhouwer Adriaan Rees een atelier in de porseleinhoofdstad van de wereld, het Chinese Jingdezhen. Duizend jaar geleden werd het materiaal daar uitgevonden en nog steeds draait de stad om porselein. Rees kwam er na een residency in China per toeval terecht. Rees werd verliefd op het land, de oneindige mogelijkheden, de energie en wilde nergens anders meer zijn.
In China ontdekte Rees de waarde van afhankelijkheid. In het Westen zijn we geneigd om zoveel mogelijk zelf te doen, in China, leerde Rees, werkt men graag samen. Hij spreekt dan ook over Gesamtskulpturen.
In de beeldentuin van de Haagse galerie Livingstone is nu de installatie Strange Fruit te zien. Porseleinen torso’s hangen levenloos aan touwen. Hoewel Rees’ werk doorgaans niet over de actualiteit gaat, vindt hij het nodig zich uit te spreken. ‘Het is een aanklacht tegen de gekte van nu waar een mensenleven niets waard is en men liever wegkijkt dan daadwerkelijk gaat optreden.’
Strange Fruit van Adriaan Rees is nog tot en met 22 februari 2026 te zien bij Livingstone Gallery, Den Haag.
Je bent opgeleid tot beeldhouwer en werkt in verschillende materialen en media. Naast een atelier in Amsterdam heb je een atelier in de porseleinhoofdstad van de wereld, Jingdezhen, China. Kan je ons meenemen naar die plek en naar dat atelier. Hoe ziet het eruit?
Alweer 25 jaar geleden kam ik voor het eerst in China, op uitnodiging voor een Artist in Residence in Foshan, niet ver van Hong Kong. Na mijn residency maakte ik een reis van een maand door China en kwam min of meer toevallig in Jingdezhen. Ik had er nooit van gehoord en had geen idee dat het voor altijd mijn leven en werk zou gaan beïnvloeden. Het was een kleine stad en er was nauwelijks verkeer en pas veel later begreep ik hoe speciaal deze stad is.
Ruim duizend jaar geleden werd hier het porselein uitgevonden en het meest bijzondere is wel dat nog steeds heel veel om ditzelfde materiaal draait. Er zijn duizenden studenten met keramiek bezig en er zijn duizenden ambachtslieden die met het materiaal werken, vanuit de traditie en ook volop met de meest moderne technieken en mogelijkheden. Ik heb het allemaal zien gebeuren en ben er onderdeel van, fascinerend.
Ik werd verliefd op het land, de oneindige mogelijkheden, de energie en wilde nergens anders meer zijn. China werd mijn moederland, maar Nederland blijft mijn vaderland. Sinds 2006 heb ik mijn eigen atelier op een groot fabrieksterrein met de naam Sculpture Factory. Ik was de eerste buitenlander die er zijn eigen atelier begon en dat viel op, ook bij de officials van de gemeente Jingdezhen.

Vertel, wat gebeurde er?
Al snel werd ik gevraagd door de gemeente Jingdezhen om een uitwisseling op te zetten tussen een stad in Nederland en Jingdezhen. Hoewel ik er nooit eerder geweest was, vond ik dat het Delft moest worden, vanwege het Delfts Blauw, wat ooit begon als een matige kopie van het blauwwit porselein van Jingdezhen, maar wat later uitgroeide tot een eigen merknaam met een eigen identiteit.
Het duurde tot 2007 voordat ik de burgemeester van Delft zover kreeg om Jingdezhen te bezoeken. Nadat hij een dag in deze stad was geweest, kreeg ik de kans van de gemeente Delft om een uitwisselingsprogramma op te zetten voor zowel de stad Delft, Royal Delft als voor Museum Prinsenhof Delft. Dit project duurde uiteindelijk van 2007 tot en met 2019 en leverde enorm veel op.
Ieder jaar organiseerde ik uitwisselingen voor kunstenaars en designers uit Nederland en China, maakte grote tentoonstellingen in verschillende musea en werkte nauw samen met de Nederlandse Ambassade. Ondertussen was ik minstens de helft van het jaar in China en werkte gestaag door in mijn eigen atelier aan mijn eigen werk. Experimenteerde met het materiaal en werkte nauw samen met talloze ambachtslieden. Al deze ambachtslieden, velen met ongelooflijke technieken en kennis, zijn voor mij een onuitputtelijke bron en inspiratie. Een verlengstuk van mijzelf. En dat alles met vooral handen en voeten, vallen en opstaan, niet bang zijn om fouten te maken en ook de fouten te leren omarmen. En ook om te leren weggooien. Wat niet lukt niet oneindig bewaren: gooi het liever stuk en ga gewoon weer verder. Het volgende beeld wordt gewoon beter.
Intussen is de stad enorm gegroeid en wordt ieder jaar weer anders en drukker. Toch wil ik er niet weg, blijf ik houden van de energie en altijd het onverwachte dat op iedere straathoek ligt te wachten. Nederland, of wellicht Europa, is vaak voor mij als een museum voor oudheden waar conserveren het belangrijkste is en eenieder vast zit in het eigen verhaal.
Wat heb je eigenlijk nodig qua atelierruimte voor het werk dat jij maakt?
Mijn atelier in JIngdezhen is oud, de ramen zijn stuk en het dak lekt. Zomers is het er snikheet en in de winter bar en koud. Het is niet groot, ongeveer 70 vierkante meter. De ruimte staat vol met mallen, beelden en wat tafels en handgereedschap. Ik werk het liefst alleen met mijn handen en zoveel mogelijk zonder gereedschap, maar heel veel dingen kan ik niet en zeker niet alleen.
Voor alles heb ik mensen nodig die me helpen. Ik ben er volledig afhankelijk van en dat vind ik fijn. In het westen leren we altijd om zelfstandig te zijn, hier heb ik geleerd om vooral afhankelijk te zijn. Iemand moet mijn klei bestellen. Als ik een beeld gemaakt heb moet een mallen maker van gips een mal maken. Een ambachtsman moet het beeld voor mij indrukken in de mal. Daarna komt mijn handwerk weer kijken: ik werk het zelf af. Verder moet het dan nog weken drogen.
Als ik het wil glazuren of beschilderen, dan zijn er weer mensen die het glazuur maken, mensen die met vele technieken kunnen schilderen wat ik wil. Alles wel onder mijn toeziend oog en vanuit mijn idee, maar toch. Vele mensen zijn op dat onderdeel van het werk en ik zie het ook als een Gesamtskulptur. Waar mogelijk schilder of glazuur ik ook, maar waar het niet kan, omdat ik gewoon de kennis en de techniek niet heb, doen anderen het.
Het is altijd geven en nemen. Vaak gaan mensen dan hun eigen weg. Soms niet goed (dan gooi je het weg), soms beter dan ik zelf gedacht of bedacht had, dan stijgt het werk boven zichzelf uit. Al deze mensen lopen gewoon rond en hebben ook een eigen atelier, gewoon om de hoek of een paar straten verderop.

Stel: ik loop stage bij je: hoe ziet een typische dag in je atelier in China eruit?
Haha, vroeg opstaan en de hele dag bezig. Wel op tijd eten, gewoon om 12 en 6 uur, zoals in Nederland.
Heeft die omgeving je werk beïnvloed? Anders gesteld: Is er iets dat je in Jingdezhen hebt geleerd dat je in het Westen niet kan leren?
Zeker. Ik reis graag, maar alleen voor mijn werk, gewoon vakantie interesseert mij niet veel. Juist omdat de omgeving en de mensen mijn werk beïnvloeden, doe ik dit. Ander kan ik wel thuis blijven. Bovendien is Jingdezhen uniek. Er zijn duizenden dingen die je nergens ander kunt leren, alleen hier.
Op het gebied van keramiek ben ik op veel plaatsen geweest in de wereld, maar de mogelijkheden zijn hier echt veel groter. En het verandert en groeit nog steeds, terwijl op heel veel plekken het juist andersom is.
Bij Livingstone is in de beeldentuin tot februari 2026 Strange Fruit te zien. Het is een installatie waarvan de titel verwijst naar de jazzstandard van Billy Holiday over de lynchpartijen op zwarte Amerikanen in de zuidelijke staten van de VS. Hoe ontstond het idee voor deze installatie?
Dat is als zo vaak een samenloop van omstandigheden. Ik werk al jaren met Jeroen Dijkstra en zijn galerie. Mijn werk is vaak lichamelijk. In verschillende installaties had ik al eerder torso’s gebruikt die ik op allerlei manieren presenteerde. De grillige boom in de tuin van de galerie vind ik prachtig en zelfs dramatisch. Door drie witte torso’s aan touwen omgekeerd in de boom te hangen, ontstond vanzelf het beeld van een lynchpartij. Jeroen kwam toen met de titel aandragen, aangrijpend!
Ik heb de installatie nu vele malen groter gemaakt door ook op andere plekken in de tuin witte, deels transparante glazen beelden te plaatsen. Hier heb ik het meer over een slagveld, waar overal nog delen van lichamen zichtbaar zijn, gemarkeerd door witte kruizen. Het is een aanklacht tegen de gekte van nu waar een mensenleven niets waard is en men liever wegkijkt dan daadwerkelijk gaat optreden.
Omdat mijn werk vrijwel nooit over de actualiteit gaat, heb ik hier de hulp ingeroepen van mijn alter ego: Eduarda Seer. De installatie zal het komende half jaar meerdere malen veranderen. Het is een experiment waarvan ik zelf wel weet waar het ongeveer naar toe gaat, maar zeker niet precies. Dat is precies wat ik op dit moment zoek als kunstenaar - het mag ook mislukken, dan gooi ik het gewoon stuk.

Je hebt veel werken voor de publieke ruimte gemaakt in Nederland. Is er een plek waar je graag nog eens werk zou plaatsen?
Jazeker, in Rotterdam. Op tal van gebieden gebeurt er heel veel in die stad en hij telt vele verschillende bevolkingsgroepen.
Waar werk je op dit moment aan?
Op dit moment ben ik in China beelden aan het maken die nog het meest lijken op onooglijke hompen zacht vlees. Of zoiets. De laatste jaren ben ik vooral bezig met performances. Maar dat is weer een verhaal apart.
