In de schemering verandert alles. Kleuren verschuiven, vormen vervagen, en vertrouwde beelden blijken ineens iets toch iets anders te zijn. De mysterieuze tentoonstelling ‘Nature After Dark’ in Christian Ouwens Galerie in Rotterdam zoomt in op dat kantelpunt: het moment waarop het daglicht verdwijnt en de natuur een ander, soms onvoorspelbaar gezicht laat zien. De tentoonstelling is nog tot en met 6 september te zien.
De galerie brengt met deze expositie een veelzijdige groep kunstenaars samen. Van gevestigde namen als Armando, Karel Appel, Carel Visser en Eugène Brands tot eigentijdse stemmen als Micha Patiniott, James Aldridge en Piet Hein Eek. Daarnaast toont de galerie ook werk van Sir Quentin Blake, wereldwijd geliefd om zijn illustraties voor o.a. Roald Dahl en sinds juni vertegenwoordigd door de galerie.
De uiteenlopende werken krijgen in deze expositie een nieuwe lading en context. De blacklight-setting onttrekt de ruimte aan het daglicht en laat alleen achter wat reageert: fluorescerende lijnen, knooppunten, sporen en witmakers in papier. Het indringende blauw van het UV-licht oogt enerzijds hard en onnatuurlijk, maar roept tegelijk associaties op met bioluminescentie, het geheimzinnige oplichten van organismen in de nacht. Een ding is duidelijk: de UV-gloed maakt het alledaagse vreemd, en sommige werken krijgen dan ook iets onheilspellends. Alsof de werken fluisterend met elkaar in gesprek gaan zodra het licht dimt.
In sommige werken lichten kleuren op, alsof er een verborgen laag aan de oppervlakte komt. In het werk van Aldridge doemen bijvoorbeeld felgroene en oranjerode lijnen op, die oplichten als zenuwbanen of takstructuren in het donker. Blake’s zachte lavendelpalet krijgt onder blacklight geen felle gloed, maar juist een bijna spookachtige zweem. Het papier licht koel op, terwijl zijn inktlijnen als zwevende schaduwen blijven hangen in een schemering die niet van deze wereld lijkt.
De tentoonstelling ‘Nature After Dark’ vraagt de kijker om langzaam te kijken. Hoe langer je blijft staan, hoe meer details zich prijsgeven. Kleuren die zich aanpassen aan het kunstlicht, structuren die oplichten of juist oplossen in de schaduw. Het is een ervaring die meebeweegt met je eigen stemming. De verscheidenheid aan media versterkt het gevoel van onvoorspelbaarheid. De tentoonstelling voelt in die zin als een nachtelijke wandeling zonder kaart. De kunstenaars laten zien hoe de wereld verandert wanneer we onze vertrouwde oriëntatiepunten kwijt zijn, wellicht een metafoor voor de tijd waarin we leven. Zonder het houvast van het daglicht nemen intuïtie en verbeelding het over en wordt alles mogelijk.