Het gaat hard voor Angyvir Padilla. Ze won dit jaar al twee prijzen en de eerste performance die Mu.ZEE in Oostende aankocht, is er eentje van haar. Naast het prijzengeld kan Padilla haar werk op drie plaatsen exposeren.
Angyvir Padilla won in 2025 de Marion De Cannière Prijs en exposeerde bij Fred & Ferry Gallery. Verder deelt ze de Ernest Albert Prijs Mechelen met drie andere kunstenaars. Dat resultaat is nu te bekijken in De Garage in Mechelen. De groepstentoonstelling ‘What Cannot Be Held’ in Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond Amsterdam toont haar installatie en performance ‘Virgy’s Boutique’ (2023) intussen opgenomen in de collectie van Mu.ZEE.
Padilla is geboren in Caracas en woont en werkt sinds 2011 in Brussel. Aanvankelijk wilde ze een jaar in België verblijven maar de politieke situatie in Venezuela besliste daar anders over. “Ik maakte eerst sculpturen, nadien werden dat installaties en kwamen er performances bij.” Ze gebruikt diverse media, zoals klei, keramiek, 3D-print, textiel, foto’s, videowerk en geluid. Haar vertrekpunt zijn verhalen en persoonlijke herinneringen aan haar thuisland. “Ik gebruik materialen en media om een narratief te construeren”, duidt Padilla. “Als ik mijn verhaal over mijn migratie vertel, is dat moeilijk te begrijpen, omdat je het zelf niet meemaakte. Ik zoek verbinding met de toeschouwer via huiselijke objecten, spelelementen en landschappen. Het zijn herkenbare zaken waartoe iedereen zich kan verhouden.”

Huiselijke objecten
Voor ‘Virgy’s Boutique’ inspireert Padilla zich op de kledingwinkel van haar moeder in Caracas. Ze maakt gipsen kostuums, waarop ze jeugdfoto’s aanbrengt. Ze hangt de kledij op en draagt die ook tijdens de performance. In De Garage toont Padilla ‘Querencia’ (2024) twee raamkozijnen, gemaakt naar die in het huis van haar grootmoeder. De glazen lamellen zijn bedekt met foto’s van de tuin en een matte laag belemmert het zicht. ‘Querencia’ betekent een plek waar je je veilig voelt en kracht vindt. We zien daar ook ‘Home Unfoldable Home’ (2023), een familieportret gedrenkt in parafine, hangend op een metalen frame. De was fungeert als huid en sluier. Het bewaart en verbergt. Of hoe een thuis iets is dat zich ontvouwt in lagen van tijd, afstand en zorg. Verderop presenteert Padilla daar ook ‘Lo que no parece importante pero que siempre está ahí’ (‘Wat niet belangrijk lijkt, maar er altijd is’) (2023). We zien speelgoed en huishoudelijke in 3D-geprinte miniatuurvoorwerpen uit hars, uitgestald op een platform van blauw zand. Het zijn dragers van herinneringen en emoties uit haar kindertijd. Het alledaagse wordt een emotioneel landschap. De blauwe tint roept associaties op met lucht en zee, ergens daartussenin landt het verleden zachtjes.

Spelenderwijs
Padilla zet graag spelelementen in. “Je kan een spel heel serieus nemen en competitief spelen of net niet. Voor mij is het een manier om moeilijke situaties te doorlopen.” Ze gebruikt het als een metafoor voor leven. De installatie ‘De allá, para acá y de otros lados’ (‘Van daar, hier en elders’) (2021), momenteel te zien in De Garage in Mechelen, is gebaseerd op een hinkelspel. We zien metalen structuren bedekt met klei. Ze wekt de ruimte tot leven met een performance, muziek- en geluidsopnames. Springen en evenwicht bewaren, zijn rituelen van verplaatsen en staan voor pendelen tussen fysieke en mentale werelden.
In Fred & Ferry Gallery toonde Padilla twee werken waarin een trampoline voorkomt. In ‘The Blue of Distance’ (2018) wordt de trampoline naar de grond getrokken door een verharde massa van stenen en gips. Hier koppelt Padilla het gevoel van ontheemding aan zwaarte en vallen en emotionele ballast. In een recentere videoperformance ‘La ola que vino de Lejos’ (‘De golf die van ver kwam’) (2022) wandelt Padilla naar de top van een terril. Ze draagt een trampoline op de ophoping van steenafval van een ondergrondse steenkoolmijn. Eenmaal boven springt ze op de trampoline. Vlakbij is een tweede gelijkende terril. “Al springend, tracht ik symbolisch de andere terril te bereiken om ze met elkaar te verbinden.” Hier voelt het springen als een momenten van loskomen van het bekende zonder garantie op houvast. Het leven als choreografie van aarzeling en overgave, tussen herinnering en toekomst, blijven en vertrekken. Het feit dat de performance in één take gefilmd werd, onderstreept de authenticiteit en kwetsbaarheid van haar poging. Padilla vraagt aandacht zonder spektakel.

Landschappen
De videoperformance met de trampoline maakt deel uit van een installatie die Padilla bij Fred & Ferry toonde. Ze vertrekt vanuit een Venezolaanse legende over het ontstaan van de bergen rond Caracas. Tijdens haar residentie in Noord-Frankrijk zoekt Padilla naar een berg. Ze herinterpreteert de mythe in een Europese context door de vergelijking te maken met de terrils, kunstmatige heuvels uit de mijnstreek. De terrils vormen emotionele echo’s van haar thuisland. De denkbeeldige berg is een krachtige metafoor. Het maakt duidelijk dat haar werk via verbeeldingskracht nieuwe werelden opent. Haar herinneringen vormen het reliëf. Terrils zijn lege bergen, gevormd door afgedankt materiaal. Ze zijn tegelijk politiek beladen en ecologisch hergebruikt. Die dubbelzinnige aard typeert haar werk, waar ook het onzichtbare en onaangename een plek krijgt. Een ruimte tussen vernietiging en nieuw leven. Op basis van stenen die ze in de gebergten rondom Caracas vond, maakt Padilla 3D-geprinte sculpturen. Ze vormen een berglandschap op sokkels. De mentale reliëfs zijn fragmentarisch, fragiel en voorzien van subtiele kleurschakeringen.
Nostalgisch
“Zeker tijdens mijn opleiding en ook nadien vonden veel mensen mijn werk erg nostalgisch. Ik voelde me onbegrepen in de zaken die ik bracht. Hoe minder mensen in mijn werk geloofden, hoe meer ontheemd en kwetsbaarder ik me voelde. Dat sterkte me om door te zetten en te groeien in mijn werk. Stilaan voel ik verandering en wordt mijn taal begrepen.”
Het huidige succes van haar werk past in een evoluerende samenleving. Wat als te nostalgisch of te persoonlijk werd gezien, lezen we vandaag eerder als een vorm van verzet. Nostalgie in Padilla’s werk kant zich tegen versnelling, vergetelheid en productiviteit. Haar multidisciplinaire aanpak zorgt voor een zintuiglijke en reflectieve ervaring. Het is een bewuste keuze om te vertragen, een verlangen naar authenticiteit en introspectie. Crisissen, migratiestromen en digitale overprikkeling doen het besef groeien dat vooruitgang niet altijd lineair is. Nostalgie kunnen we interpreteren als emotionele traagheid. Het is een manier om ons te verbinden met wat dreigt verloren te gaan. Padilla toont geen verlangen naar een geïdealiseerd verleden, maar zorg voor verloren ruimtes, vergeten stemmen, fragiele, emotionele sporen. Ze roept geen verleden op, maar vertraagt het heden.
“Waarom verbergen we zo veel voor elkaar? Ik stel mezelf kwetsbaar op en hoop zo verbinding te maken met anderen.” De maatschappelijke waardering voor kwetsbaarheid is toegenomen. Meer en meer groeit het geloof dat sterk zijn, ook betekent, durven wankelen. Padilla maakt met haar werk kwetsbaarheid zichtbaar en bespreekbaar.
Ongrijpbaar
Padilla kiest graag het onmogelijke als uitgangspunt om een werk te creëren. Ze vertrekt niet van wat al zichtbaar is, maar van wat nog geen taal heeft. Ze maakt ruimte voor wat vergeten wordt, wat geen thuis vindt. Het onmogelijke is in haar werk geen grens, maar een uitnodiging tot voelen, verbinden, dromen. “Waar gaat de wereld naartoe? Het verandert zo snel. Hoe moeten we ons gedragen? Wat betekent het om ergens thuis te komen en bij te horen”, vraagt ze zich af. Padilla raakt met haar werk aan een thema dat steeds urgenter wordt. Door politieke instabiliteit, klimaatverandering en economische ongelijkheid vragen steeds meer mensen zich af waar ze thuishoren. Padilla’s ervaring als Venezolaanse in België weerspiegelt een collectief verhaal. Mensen leven steeds vaker tussen meerdere culturen. Dat zorgt voor een herdefiniëring van ‘thuis’ als emotionele of symbolische ruimte, eerder dan een vaste plek.
Padilla maakt met haar werk complexe lagen van afkomst en verbondenheid tastbaar. Haar installaties en performances zijn poëtisch en ongrijpbaar, herkenbaar en mysterieus. We zien fragmentarische verhaallijnen en materiële suggestiviteit. Zwevend of fluisterend roepen ze emoties op, waarbij de toeschouwer zelf betekenis construeert. De performatieve aspecten versterken het tijdelijke en ongrijpbare karakter.

Tussenruimtes
Padilla’s werk nodigt uit tot meervoudig kijken. Een blik die tussen dingen kijkt. Net zoals haar sprongen bestaan tussen vertrek en aankomst, verhaal en stilte, richt ze onze blik op datgene wat we vaak over het hoofd zien. Haar werk vangt geen feiten of grenzen, maar fragmenten van herinnering, sporen en restanten. Padilla speelt vaak met schaal. Het is een emotionele strategie die haar thematiek van herinnering, tussenruimte en verbondenheid tot leven brengt. Ze schakelt tussen klein en groot, zintuiglijk en monumentaal, intiem en landschappelijk, persoonlijk en collectief. Objecten, zoals speelgoed, huishoudelijke voorwerpen en 3D-prints zijn gevoelig en poreus. Deze schaal creëert een nabijheid. Je moet bukken, kijken en wil voelen. Het is zoals een huid met veel zorg behandelt. Bergvormen en uitgestrekte installaties insinueren de grootsheid van landschappen. In haar werk is schaal geen vast gegeven, maar een pendelende beweging, een ritme dat de tussenruimte belichaamt. Waartoe kunnen we ons momenteel nog verhouden? Is dat waarom haar werk ons zo raakt? We zijn zoekend naar verbinding tussen groot en klein, daar en hier, verleden en nu.
Padilla beweegt zich met haar werk in een tussenruimte. Dat maakt haar werk niet vaag, maar biedt ruimte voor potentie. Ze wijst op een overgangstoestand, een staat van zijn in plaats van een label. Een ervaring van niet helemaal hier, noch daar. Iets beweeglijks tussen geografische locaties, emotionele registers, heden en verleden. Padilla creëert met haar werk tussenruimtes waar zwaartekracht, herinneringen, materialen, weten en voelen elkaar treffen. Via beweging, spel en herhaling zoekt ze naar houvast. Een trampoline, het hinkelen, de terrils: het zijn overgangssymbolen tijdens een zoektocht naar balans. Haar installaties zijn geen verklaringen, maar choreografieën van onzekerheid. Ze bieden ruimte om het niet weten te ervaren, zonder het te hoeven oplossen. Padilla toont ons de tussenruimte als leefwereld. Een plek waar niets vastligt en die zichzelf heruitvindt. Misschien schuilt de kracht van haar werk niet in wat het vastlegt, maar in wat het losmaakt. In de stilte tussen beelden, het springen tussen betekenissen, het onderweg zijn: geduldig, voelend, onvoltooid.