Tot en met 17 mei toont Slewe Gallery in Amsterdam de solotentoonstelling ‘Decoys’ van Dan Walsh. De Amerikaanse kunstenaar presenteert er een nieuwe serie monoprints: een grafische techniek waarbij slechts één unieke afdruk wordt gemaakt. De werken, uitgevoerd in aquarel op papier, zijn laag voor laag opgebouwd. De reeks werd ontwikkeld in samenwerking met meesters in de grafische druktechniek en laat zien hoe Walsh de grenzen van abstractie oprekt zonder zijn gevoel voor structuur en precisie te verliezen.
Walsh omschreef zichzelf ooit als een ‘maximalist binnen een minimalistisch paradigma’: een omschrijving die de complexiteit vangt die hij uit het gereduceerde visuele vocabulaire van het minimalisme weet te halen. Zijn werk begint vaak vanuit strak afgebakende rasters, die hij uitbreidt en vermenigvuldigt tot gecompliceerde systemen in een heldere en minimalistische beeldtaal. Hij onderzoekt daarbij hoe kleur en ruimte worden waargenomen. Geometrische vormen, onregelmatige patronen en subtiele verschuivingen in toon en intensiteit spelen daarin een belangrijke rol. Tegelijkertijd is zijn werk geworteld in reductie en een voortdurende zoektocht naar de essentie.
De praktijk van Walsh omvat onder andere schilderijen, tekeningen, reliëfs en sculpturen. Hij laat zich daarvoor inspireren door cellulaire vormen, elektrische schema’s, Japanse prentkunst en andere elementen uit de kunstgeschiedenis, Peruviaanse textielontwerpen, diagrammen en Tibetaanse mandala’s — zonder ooit al te expliciet naar zulke bronnen te verwijzen. Walsh speelt met perceptie en structuur, met ritme en herhaling, en creëert via transparante lagen en subtiele kleurverschuivingen een optische ruimte waarin het oog zich even kan verliezen. Deze ritmes, patronen en herhalende elementaire vormen lijken samen een bepaalde diepte en beweging te vangen, een zekere dynamiek. Het woord decoys, de titel van de reeks, laat niet alleen vertalen als lokaas, maar ook als afleidingsmanoeuvres, schijnvertoningen en misleidende illusies die je zachtjes op het verkeerde been zetten.
Walsh staat bekend om zijn consequente, maar speelse benadering van geometrische abstractie. Zijn werkwijze is nauwkeurig en bedachtzaam, maar wordt nooit steriel: lijnen mogen afwijken, vormen worden soms met de hand gevormd en afgerond, en kleurverschillen ontstaan juist door de gelaagde transparantie. Hij werkt met een soort gecontroleerde vrijheid, een imperfecte menselijke toets binnen een vast systeem. Zijn werken ogen helder, systematisch en logisch, maar ontwikkelen zich intuïtief en organisch. Walsh werkt niet met vooropgezette schetsen: vormen, lijnen en kleurlagen ontstaan uit opeenvolgende beslissingen en herhalingen, waarvan de interne logica gaandeweg pas duidelijk wordt.
Waar sommige kunstenaars het schilderij beschouwen als eindpunt, beschouwt Walsh het als een open systeem. Een plek om te denken, te ordenen en betekenis te laten ontstaan. In die zin is zijn werk minder een statement dan een uitnodiging: om te kijken, nog eens te kijken, en jezelf langzaam mee te laten voeren door de interne logica en ritme van het beeld.
Naast de monoprints is er in ‘Decoys’ ook een selectie aan kunstenaarsboeken te zien, een medium dat al decennialang een belangrijke rol speelt binnen het oeuvre van Walsh. De kunstenaar maakt gemiddeld één boek per jaar. Niet als documentatievorm, maar als een autonome vorm waarin nieuwe ideeën, ritmes en motieven kunnen ontstaan. In deze boeken onderzoekt hij vergelijkbare thema’s als in zijn andere werk, vaak ook met een vergelijkbare beeldtaal, maar met een ander tempo en gewicht. In 2002 vormden zijn boeken en prenten het uitgangspunt voor een solotentoonstelling in het Cabinet des Estampes du Musée d’Art et d’Histoire in Genève.
De tentoonstelling ‘Decoys’ maakt duidelijk hoe Walsh blijft zoeken naar manieren om het proces van kijken tastbaar te maken. Zijn werk biedt geen antwoorden, maar schept kaders waarin de kijker even kan ronddwalen.
Dan Walsh werd in 1960 geboren in Philadelphia in een groot gezin. Hij studeerde aan de Philadelphia College of Art en behaalde later zijn Master aan Hunter College in New York. Tijdens zijn studie werkte hij korte tijd als elektricien. In de jaren negentig was zijn werk te zien in solotentoonstellingen bij onder meer Paula Cooper Gallery in New York. Sinds 2003 is zijn werk regelmatig te zien in Slewe Gallery in Amsterdam: ’Decoys’ is zijn zesde solotentoonstelling in de galerie. In 2014 was zijn werk onderdeel van de beroemde en toonaangevende Whitney Biënnale en in 2019 was een (semi-)retrospectief van zijn werk te zien in het Bonnefanten museum in Maastricht. Zijn werk was verder te zien in MoMA PS1 en The New Museum in New York, het Indianapolis Museum of Art, het Musée d’Art Moderne et Contemporain in Genève en tijdens de Biënnale van Lyon. Zijn werk maakt deel uit van de collecties van het MoMA in New York, FNAC in Parijs, Yale University Library, The New York Public Library en de AKZO Nobel Art Foundation.