De voorbije maanden werkte Julien Saudubray (°1985, Frankrijk) aan een nieuwe reeks tekeningen en sculpturen. Het resultaat is nu te zien bij Wouters Gallery in Brussel, onder de titel 'Icônes / Akènes'. De tentoonstelling brengt twee reeksen op papier samen, één in kleur, één in houtskool, aangevuld met drie sculpturen, opgebouwd uit overschotten uit zijn atelier. De titel is als een spiegel opgebouwd: twee woorden die qua klank en vorm dicht bij elkaar liggen, maar inhoudelijk een andere richting uitwijzen. “Ik wilde twee voorstellen tegenover elkaar zetten die tegelijk conflicteren en elkaar reflecteren,” zegt Saudubray. Het eerste zaadje voor de expo werd geplant tijdens een residentie in Athene, eind 2024.
Athene als herstemming
“Ik kende mijn werk te goed,” vertelt Julien. “Ik had een ontsnappingsroute nodig.” Hij bracht anderhalve maand door in Athene, niet om een nieuwe richting te vinden, maar om tijdelijk te vergeten wat hij al wist. De stad bracht een ander ritme, ander licht. “Athene ademt geschiedenis,” zegt hij. “Het herverbindt je met die hele traditie van representatie.”
Vooral de Cycladische beeldhouwwerken bleven hangen: kleine, monolithische figuren, teruggevonden in graven, gelinkt aan het heidendom eerder dan aan religie. “Ze worden rechtstreeks uit steen gehouwen, de figuur zit er al in.” Dat idee, dat het beeld zich van binnenuit aandient, werd een rode draad in het werk dat volgde.
Licht van binnenuit
Met slechts rood, geel en blauw begon Saudubray te schilderen. “Ik had alles tot het essentiële herleid. Geen canvas, alleen papier.” Dat papier, gekregen van een vriend in Athene, werd de drager voor beide reeksen: kleurrijke portretten en zwart-witte bloemenstudies. Het was, zoals hij het noemt, les choses fortuites — toevalligheden die het werk een nieuwe richting geven. “Die geste bepaalde de rest. Ik nam het als een teken.”
In de portretten wordt kleur laag per laag aangebracht, bijna als een archeologische opgraving. “Aanvankelijk heel formeel, maar gaandeweg doken er figuren op,” vertelt hij. “Het zijn geen portretten van mensen. Ze komen gewoon uit het hoofd.” Het proces is intuïtief, opgebouwd in lagen, met oog voor hoe het materiaal zich gedraagt. “Ik zoek de figuur in het oppervlak.”
Het is tegelijk een terugkeer en een breuk. “Ik kom uit een figuratieve achtergrond, maar heb dat stap voor stap losgelaten. Ik wilde breken met mijn eigen vaardigheden. Nu keren die figuren terug, misschien uit het geheugen, misschien uit iets diepers, maar ik stuur dat niet. Ik laat ze verschijnen.”
Na de intensiteit van kleur keerde hij terug naar lijn, schaduw en beperking. “Ik wilde opnieuw met houtskool werken. Iets klassieks, iets basics. Ik moest terug naar vorm.”
De bloemenboeketten, wiebelend, onaf, grijpen terug naar oudere visuele talen. “Ik hou enorm van die vazen uit 3000 voor Christus. Ze zijn wiebelig, niet erg precies.” Ook de onafgewerkte schoonheid van Romeinse architectuur sluipt erin. “Er zit iets moois in dingen die niet volledig zijn opgelost.”
Een beeldende eenheid
Centraal in de ruimte staan drie sculpturen, samengesteld uit houtresten, afgesneden doek en mislukte schilderijen. “Meestal lagen ze gewoon op de grond, onder de schilderijen terwijl ik werkte,” zegt Julien. “Ze dragen de druppels, de sporen, bijna als negatieven van het werk.” De sculpturen zijn intuïtief opgebouwd en balanceren op hun sokkels als kleine, oervormige figuren. “Ze komen niet voort uit een idee. Ik stel gewoon samen wat er overblijft.”
De drie sculpturen spelen een sleutelrol in het samenbrengen van de tentoonstelling. Visueel verwijzen ze zowel naar het kleurgebruik in de portretten als naar de grafische lijnen in de houtskooltekeningen. Inhoudelijk slaan ze een brug tussen het statische en het vluchtige. “Hun ronde vormen doen denken aan aureolen, maar evengoed aan de zaadjes van een paardenbloem, die wegzweven wanneer je erop blaast. Dat gebaar, de zaadjes een nieuwe kans geven, vind ik heel romantisch.”
De titel 'Icônes / Akènes' houdt precies die spanning in zich. Iconen zijn geladen, blijvend, geworteld in de kunstgeschiedenis. Akènes zijn licht, vluchtig, en worden meegevoerd door de wind. Op dit punt haalt Julien een zin aan van Philip Guston, een citaat waar hij vaak op teruggrijpt: “It worked perfectly, but there was no unity. So I covered it with white.” In een tentoonstelling opgebouwd uit fragmenten — papier dat toevallig op zijn pad kwam, schilderijen opgebouwd in lagen, sculpturen gemaakt uit restmateriaal — is eenheid niets wat je vooraf bedenkt. Ze ontstaat, zoals de figuren in zijn tekeningen, uit wat er al is. Uit wat zich aandient vanbinnen.