Met de tentoonstelling ‘Frühschnee’ viert Slewe Gallery in Amsterdam een langdurige samenwerking Günter Tuzina. Al 25 jaar toont de galerie met regelmaat werk van de Duitse kunstenaar. Deze jubileumtentoonstelling brengt nieuwe schilderijen en niet eerder getoonde werken op papier samen. De titel verwijst naar een monumentaal doek uit 2002, dat eveneens te zien is. Dat werk van Tuzina verwijst naar het gelijknamige werk van Caspar David Friedrich en weerspiegelt zijn belangstelling voor een herinterpretatie van de romantiek. Het is ook een opvallend werk omdat de meeste schilderijen in de tentoonstelling ongetiteld zijn.
Günter Tuzina werd in 1951 geboren in Hamburg, waar hij studeerde aan de Hochschule für bildende Künste. Begin jaren zeventig begon hij er aan een onderzoek naar de essentie van de schilderkunst. Sindsdien werkt hij met een consistent en terugkerend vocabulaire van lijnen, vlakken en geometrische vormen. Hoewel zijn werk op het eerste gezicht rationeel en systematisch oogt, schuilt er een tweede laag onder die ordelijkheid: sporen van zoeken, schuiven en aarzeling. Niet alleen het beeld, maar ook de voorwaarden van het medium zelf worden daarbij verkend.
In 2011 werd Tuzina geïnterviewd door Robert-Jan Muller tijdens een eerdere tentoonstelling in Slewe Gallery. Hij zei toen: “Wanneer je naar een schilderij kijkt, moet je elke stap, elk gebaar kunnen volgen. Ik ben altijd op zoek naar een bepaalde densiteit, een soort hoge druk… als een energieoven of een snelkookpan, zichtbaar gemaakt in deze vorm van schilderen. Ik wil die energie zichtbaar maken in het schilderij.”
De schilderijen en tekeningen van Tuzina worden vaak omschreven als ramen, al is dat volgens de kunstenaar zelf niet wat ze zijn. Het zijn eerder velden waarin kleur en lijn met elkaar in balans worden gebracht — of juist voorzichtig uit evenwicht gebracht worden. Donkere tinten blauw, rood en groen worden afgewisseld met felle kleuraccenten en doorkruist door lijnen die zelden perfect recht zijn. Juist die kleine afwijkingen geven zijn werk een zintuiglijke lading. Tuzina gebruikt een beperkt aantal middelen en verschuivingen, maar weet daarmee een beeldtaal op te bouwen die prikkelt, visueel geladen is en ruimte biedt voor interpretatie. Het voorziet zijn werk van een zekere heldere en gelaagde spanning. Zijn schilderijen zijn geen ramen om doorheen te kijken, maar om even bij stil te staan.
Hij komt de kijker daarbij tegemoet: Tuzina laat het maakproces zichtbaar, lijnen worden getrokken, overschilderd en opnieuw aangezet. Tuzina’s praktijk sluit aan bij de abstracte beeldtaal die begin twintigste eeuw ontstond en later verder werd verkend binnen het minimalisme en de concrete kunst, maar reflecteert tegelijk op de grenzen en mogelijkheden binnen die abstracte tradities. Zijn werken zijn niet afstandelijk, maar refereren naar een menselijke maat. In eerdere periodes maakte de kunstenaar ook muurschilderingen en vloerwerken, waarbij de relatie tussen het kunstwerk en de ruimte waarin het te zien is nog voelbaarder wordt.
De kunstenaar werkt daarvoor met uiteenlopende materialen als acrylverf, olieverf, potlood, olieverfstift en tekenkrijt, op doek, papier of hout. Opvallend in deze tentoonstelling is dat Tuzina ook teruggrijpt op ouder werk. Werken uit eerdere periodes vormen daarbij het vertrekpunt voor nieuwe werken. Herhaling en herinterpretatie vormen een belangrijk aspect van zijn praktijk. Voor de kunstenaar wordt elk werk daarmee onderdeel van een voortdurende oefening in kijken, verschuiven en opnieuw componeren.
Tuzina’s werk is veelvuldig tentoongesteld in binnen- en buitenland en maakt deel uit van collecties als het MoMA, Museum Boijmans Van Beuningen, het Stedelijk Museum, het Van Abbemuseum en de collecties van de Deutsche Bank, de Duitse Bondsrepubliek en Société Générale in Parijs. In Nederland werd hij al vroeg opgepikt: in 1978 had hij zijn eerste museale solotentoonstelling in het Van Abbemuseum, gevolgd door het Stedelijk Museum (1983) en meerdere tentoonstellingen in het Kunstmuseum Den Haag (1985 en 2002), dat inmiddels de grootste museale verzameling van zijn werk bezit.