In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Frank Kortstee (manager elektrische energie bij NEN, 50 jaar) en René Gouwens (productmanager bij NEN, 48 jaar)
Wat betekent kunst voor jullie?
Frank: Daar hebben we het eigenlijk nooit over. Wij hebben het over wat we van de kunst en de kunstwerken vinden, en waarom. Maar goed, ik moet wel zeggen dat mijn kunsthonger bijna even groot is als echt eten, dus het geeft mij denk ik energie, en een gevoel van vrijheid. Kunstenaars zijn ook interessante mensen, zij zien de wereld net even iets anders. Hun fascinatie en toewijding om een aspect van maatschappelijke thema’s, natuur of alledaagse dingen tot in de detail te doorgronden, maken je vaak bewust en zetten je dan aan het denken. Soms is het gewoon om te lachen. Voor ons beiden is het uiteindelijk ook wel een uit de hand gelopen geaccepteerde verslaving.
René: Kunst leert je op een andere manier naar de wereld te kijken en daarvoor open te staan. Uiteindelijk komen we meestal uit bij kunst die schuurt en die niet direct uitgaat van de conventionele definitie van schoonheid. Kunst is ook altijd onderwerp van discussie tussen ons. Waarom vinden we iets mooi, of beter gezegd: waarom spreekt het ons aan? Wat hebben we gezien bij een opening of op een beurs, wat is ons bij gebleven en wat vinden we ervan?’
Hebben jullie kunst van huis uit meegekregen of hebben jullie zelf je pad moeten vinden?
René: Ik heb zelf mijn pad moeten vinden en in eerste instantie waren kunstbeurzen daarbij een veilige omgeving. Je kunt daar vrij anoniem rondlopen om een beeld en mening te vormen. Door de tijd heen werden contacten met galeristen steeds belangrijker. Een van de eerste galeriehouders waar ik echt het gesprek mee aanging, was Cokkie Snoei op Art Rotterdam, wat uiteindelijk leidde tot de aankoop van een werk van Norbert Bisky. Ik kom nog steeds graag bij haar in de galerie. Beurzen zijn ook nog steeds een belangrijke inspiratiebron, omdat je daar in één keer zoveel indrukken opdoet.
Frank: Absoluut. Ik ben geboren en opgegroeid in Nuenen en mijn ouders hadden interesse in de meer klassieke en moderne kunst, van landschapjes tot Chagall. Ik ging al vroeg met plezier met hen mee naar musea, en soms een beurs. De vrouw van mijn vaders studievriend had een galerie, De Vierde Dimensie in Plasmolen, met boeiende hedendaagse constructieve kunst en architectuur, waar onder andere Eduardo Chillada en Klaus Staudt getoond werden. Ik kreeg zo een breed palet mee. Maar je moet er zelf ook wel in geïnteresseerd zijn om het op te pakken, niet bij iedereen van mijn ouderlijk huis is het Kunst-virus aangeslagen.
Toen we elkaar als collega’s leerden kennen, kwamen we er al snel achter dat we de kunstpassie deelden. In 2007 gingen we voor het eerst samen op een kunsttrip, naar Berlijn: ik grieperig, René genadeloos gericht op kunst bekijken op de Biënnale en in galeries, om samen de dag af te sluiten in Café Am Engelbecken met te veel cocktails. Aan het eind van de week was ik beter. Vanaf dat moment hebben we samen de hedendaagse kunst verder uitgediept. Toen we eenmaal merkten, dat we gezamenlijke interesse deelden in kunstenaars en kunstwerken hebben we ook besloten gezamenlijk werken aan te schaffen. Dit gaf ons aankoopbudget een boost en dubbel plezier bij aanschaf.
Waar halen jullie je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Samen: Vooral contacten met galeristen. Er is tegenwoordig een overvloed aan platforms en nieuwsbrieven, die je overvoeren met kunst en kunst-gerelateerde ontwikkelingen, maar daardoor verdwaal je nog wel eens. Een apart e-mailadres voor alle kunstmail is aan te raden, om alles een beetje te stroomlijnen. We lezen zo nu en dan wat artikelen in de krant of online kunstmedia, zoals Artsy en MutualArt.
Waar bekijken jullie het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Samen: Bekijken doen we in ieder geval het liefst in het echt. Samen bezoeken we het liefst beurzen, galeries en kunst-events. Dat is dan echt om nieuwe kunstenaars of werken te spotten. We volgen ook veel veilingen, maar het is meestal toch een stal van een galerie die inspireert. In die zin is het leuk bij nieuwe kunstenaars te achterhalen bij welke galerie(s) ze zijn aangesloten en welke andere kunstenaars deze galerie nog meer heeft, en dan op bezoek te gaan bij de galerie om meer te zien.
We gaan in ieder geval altijd naar Art Rotterdam en Art Brussels, en daarnaast zo veel mogelijk naar andere beurzen: daarbij zitten zeker enkele meerdaagse trips, afhankelijk van de familieagenda van René. Je moet dan denken aan Vienna Contemporary, Biënnale van Venetië, Frieze, Art Basel, documenta in Kassel en Art Cologne. Samen naar Miami en New York moet er zeker nog een keer van komen. De trips worden altijd verweven met onze andere passie lekker drinken in een plaatselijke tent.
Een leuke tip is om te kijken naar afstudeer events van kunstacademies, daar zie je opkomende kunstenaars en de sfeer is altijd erg ongedwongen: informeel, beetje ruw en gericht op jezelf willen tonen aan de wereld, misschien wel voor de eerste keer. Bij beurzen ligt de nadruk toch meer op verkopen.
Hoe vaak kopen jullie kunst? Kopen jullie werk in oplage of liefst uniek werk?
Samen: Te vaak, en nog steeds te weinig. We hebben altijd wel een aantal werken in gedachten, die we graag zouden willen aanschaffen. De lijst is dynamisch, en wordt bijgewerkt naar aanleiding van nieuwe ontmoetingen en nieuwe beelden. Maar de lijst is zeker niet leidend, het mooist zijn de verrassingen. We verbazen ons altijd weer over het feit dat we eigenlijk geen geld hebben, en toch op de een of andere manier samen met de galerist een constructie weten te vinden, zodat we uiteindelijk geen reden hebben om niet te kopen. Het gaat meestal wel ten koste van andere dingen. Zo gebruikt Frank al bijna vier jaar dozen als slaapkamergordijnen, en duurt de maand bij René soms net te lang. Maar het gemiddelde ligt op vier werken per jaar, samen.
We kopen het liefst unieke werken, tenzij het voor ons niet meer te betalen is, zoals bij de aankoop van twee edities van Jannis Kounellis. Of fotowerken die alleen in oplages beschikbaar zijn, zoals onze aankoop van Pieter Hugo. Zolang een editie bedoeld en bedacht is als een editie en het een onderdeel is van de kunstvorm, vinden we het prima. Als het kopieën zijn van een origineel laten we het liggen.
En waar kopen jullie dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Samen: Voor onze gezamenlijke aankopen tot nu toe: altijd via galeries, al dan niet op beurzen. Naast het plaatje is het altijd leuk om verhalen te delen met de galerist en/of de kunstenaar als deze aanwezig is. Het voordeel van kopen via een Nederlandse galerie is ook dat meestal de KunstKoopregeling van toepassing is. Galeristen kunnen ook hun netwerk inzetten. Met dank aan onze Livingstone gallery connectie, hebben we vorig jaar Barthélemy Toguo ontmoet in Parijs, een van onze favorieten. En op de afgelopen editie van Art Rotterdam was Umar Rashid (Frohawk Two Feathers) aanwezig, met dank aan Cokkie Snoei.
Is het belangrijk dat jullie het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslissen jullie?
Samen: Ja, als het een aankoop is voor onze gezamenlijke collectie. Als we het niet eens zijn, kan de ander altijd nog beslissen het zelf te kopen. We beslissen door elkaar te overtuigen van het feit waarom het werk een goede aanvulling zou zijn op onze bestaande collectie. Onze verschillende kunstachtergronden vullen elkaar goed aan. We houden elkaar scherp. Soms zijn we het direct eens, zoals bij het een werk van Katrin Bremermann. Soms duurt het even voor we eruit zijn. Soms zijn we het eens over de kunstenaar, maar niet over het werk en soms andersom. En natuurlijk het wikken en wegen welke kunstenaar voorrang krijgt ten opzichte van een ander werk/kunstenaar.
Onze laatste aankoop, van Umar Rashid, duurde drie uur van wikken en wegen bij Cokkie Snoei. We konden niet goed kiezen, uiteindelijk waren we het afzonderlijk eens om dezelfde redenen. Bij een aankoop van Ruri Matsumoto wilden we het werk allebei onafhankelijk van elkaar het liefst meteen van de muur trekken.
Na dertien jaar samen kunst bekijken weten we wel wat we aan elkaar hebben en kunnen we elkaars smaak ook aardig inschatten. Dat scheelt een hoop discussie en we zijn heel resoluut naar elkaar. Hierdoor lopen we op beurzen ook sommige galeries voorbij. Je hoeft immers niet alles interessant te vinden.
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
Samen: Meerdere. Livingstone (Den Haag), omdat we daar onder andere werken hebben aangeschaft van A.R. Penck, Jannis Kounellis, Raquel Maulwurf, Ryan Mendoza en Ruri Matsumoto. Galerie Cokkie Snoei (Rotterdam) vanwege Frohawk Two Feathers (Umar Rashid), Norbert Bisky en Pieter Hugo. Bij Ramakers (Den Haag) kocht René een aquarel van Warffemius en Frank liet hem een tuinbeeld maken.
Galeries die wij verder in Nederland volgen zijn Rutger Brandt, No Man’s Art Gallery, Torch en legio anderen. Buiten Nederland vinden we onder andere MAM (Wenen), Kudleck (Keulen), Tiwani (London), Stevenson (Johannesburg) en König (Berlijn) erg tof.
Wij houden van galeries met leuke galeristen en kunstenaars die echt liefde hebben voor de kunst, en niet alleen maar willen verkopen. Wie dat zijn heb je snel door, ze hebben altijd een goed verhaal, hebben geduld en geven context.
Als jullie een onbeperkt budget hadden, van wie zouden jullie dan een werk aankopen?
Samen: Voorop gesteld dat budget voor ons niet altijd leidend is. Zo waren we bijvoorbeeld te laat met het kopen van een bepaald werk van Zanele Muholi, daar kunnen we dan behoorlijk van balen. Maar bij een onbeperkt budget zouden we zeker gaan voor een uniek werk van Jannis Kounellis. We zagen in Parijs een prachtig werk van hem bij galerie Lelong: we hebben zelfs even overwogen of we het konden kopen, als we onze totale verzameling zouden verkopen. Daarnaast Anselm Kiefer. We hebben aquarellen van Barthélemy Toguo, maar hij heeft prachtige installaties, met bijbehorende prijzen. Een oude favoriet van René is Richard Serra, en Frank zou persoonlijk gaan voor een installatie van Roni Horn.
Maar als we dan toch genoeg geld hebben: ook veel werk van talentvolle jonge kunstenaars. Meteen een mooi gebouw erbij, we zien het helemaal zitten.
Wie zijn jullie favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
We hebben al enkele favorieten genoemd, we hebben niet zozeer één favoriet, en het is altijd leuk om te kijken wat de verschillende kunstenaars doen en dat blijft veranderen. Bij werken die ons blijven boeien leidt dat er meestal toe dat we meerdere werken van deze kunstenaar hebben of willen hebben, dat kun je denk ik wel een favoriet noemen. Het zijn kunstenaars waarvan je bij nieuw werk onder de indruk blijft en toch weer merkt dat het je raakt alsof het de eerste keer is dat je werk van deze kunstenaar ziet. Ons bekende of onbekende kunstenaars, maakt even niet uit, als het ons maar verrast.
Ryan Mendoza. Zijn werk is heel herkenbaar, zowel in zijn schilderijen als in zijn installaties. In de keuze van zijn thema’s en de manier waarop hij schildert zie je direct dat het hier om een Amerikaan handelt. Hij heeft een geweldig project gedaan met The White House: een compleet huis uit Detroit, gekocht voor 1 dollar, afgebroken en opgebouwd en tentoongesteld bij Art Rotterdam 2016. Een paar jaar later heeft hij ook The Black House gerealiseerd: hij kocht het huis van Rosa Parks en redde het daarmee van de ondergang. Wij hebben zelf een schilderij van hem, waarop hij zijn interpretatie geeft van een iconische foto uit de geschiedenis van Amerika.
Kendell Geers heeft overeenkomsten met Ryan Mendoza. Beiden zijn kind van hun cultuur en stellen daarover maatschappelijk relevante vragen. Beiden werken via verschillende kunstvormen. Kendell heeft prachtige, beklemmende installaties gemaakt met scheermesdraad, die symbool staan voor Zuid-Afrika en begrenzing in het algemeen. De enige producent van dit scheermesdraad is Zuid-Afrikaans en levert dit wereldwijd – voor grensafbakening. Kendell vertelde ons dat zijn grote afname ervan er toe leidde dat hij benaderd werd door de producent van het scheermesdraad, die zich afvroeg wat die grote klant van hen toch daarmee deed. Wij hebben zelf een werk van hem, waarin ook het beeld van scheermesdraad is verwerkt.
Ook Barthélémy Toguo heeft grenzen als een van zijn thema’s, in combinatie met migratie, kolonialisme en verbanning. Grote installaties zoals ‘The Road to Exile’ staat voor hoop op een beter leven. Het is een grote roeiboot met plunjezakken die migratie en vluchtelingen vertegenwoordigt. Hij maakt ook metershoge houten paspoortstempels in de vorm van een menselijke buste, met teksten als ‘Exodus’, ‘Border do not cross’ of ‘We are all in Exile’. Wij hebben twee aquarellen van hem, met vergelijkbare thema’s.
Ruri Matsumoto is voor ons ook een interessant voorbeeld hoe iemand uit een bepaalde cultuur omgaat met de tradities van dat land. Ze is Japans en werkt met papier. Haar werken zijn visueel indrukwekkend, maar wat het daarbij zo interessant maakt is dat ze niet uitgaat van rechte, nette lijnen, wat je misschien wel zou verwachten gezien haar achtergrond. Ze plakt lagen papier over elkaar heen, haalt er weer delen vanaf, scheurt daarbij het papier, waardoor kartelranden ontstaan. Het eindresultaat geeft je het idee van desolate, chaotische landschappen – alsof je het vernislaagje van de maatschappij schuurt.
Jannis Kounellis is een icoon in de kunstgeschiedenis, en van de stroming Arte Povera. Hij creëert een ongelooflijke beeldtaal, met minimale middelen. Dat is al indrukwekkend. Daarnaast geeft hij weinig toelichtingen bij zijn werk, maar als je ernaar kijkt zie je direct veel interpretaties en verhaallijnen.
Raquel Maulwurf trekt ons vanwege de destructieve thema’s in haar series. Deels haalt zij haar inspiratie uit de geschiedenis, met bominslagen en luchtafweergeschut, en deels uit de natuur, met onstuimige watergolven of het explosieve heelal. Het laat zien dat creatie en destructie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, een boeiend thema. Daarnaast is de techniek in koolschets, soms ook met krassen in het papier fenomenaal uitgevoerd. Bij grotere werken ga je op in het landschap, wat ook de nietigheid van de mens benadrukt.
Hanna Nitsch maakt vaak tekeningen van kinderen. Levensecht en wereldvreemd, lieflijk en tegelijkertijd angstaanjagend. Kinderlijke onschuld en vertedering, met een provocerend/agressief randje die afschuw opwekt.