De afgelopen jaren werkte Nour-Eddine Jarram in zijn atelier in het Overijsselse Usselo aan een serie aquarellen over de vluchtelingenproblematiek. Jarram neemt ons mee op een vluchtelingenboot over de Middellandse Zee, toont ons de vluchtelingen en de mensensmokkelaars, het eindeloze wachten na aankomst in Europa, en het werk dat ze al dan niet legaal in Europa doen.
In 'Ran Away', nu te zien bij Galerie Maurits van de Laar, wisselt hij dit actuele, maar confronterende onderwerp af met aquarellen die gebaseerd zijn op het landschap in de omgeving van Usselo. Net als bij zijn grote voorbeeld Ruysdael zijn de werken van Jarram geen letterlijke weergaven van de werkelijkheid, maar door hem gecomponeerd. ‘Het was voor mij belangrijk om de zware onderwerpen die gepaard gaan met de vluchtelingenproblematiek voor mijzelf te ontvluchten, en een soort paradijsje tegenover deze trieste wereld te creëren.’
De tentoonstelling 'Ran Away' van Nour-Eddine Jarram is nog tot en met 2 februari te zien bij Galerie Maurits van de Laar in Den Haag.
Nour-Eddine, je woont en werkt in Usselo, een kleine plaats in de omgeving van Enschede. Hoe ziet je atelier eruit?
Sinds 1979 woon ik in Enschede. In 2013 was ik gedwongen om mijn toenmalige atelier te verlaten. Na een moeizame zoektocht vond ik een atelier in Usselo, een klein dorp aan de rand van Enschede. Het is een voormalige boerderij waar ik een ruimte huur. Het is verre van ideaal door de kou, maar de ligging, vooral in de lente en de zomer is geweldig.
Gefeliciteerd met 'Ran Away'! In de tentoonstelling duikt de omgeving van Usselo op in je werk. Is die landelijke omgeving belangrijk voor je?
De Usselo aquarellen zijn in de laatste 2 jaren ontstaan. Het was voor mij belangrijk om de zware onderwerpen die gepaard gaan met de vluchtelingenproblematiek voor mijzelf te ontvluchten, en een soort paradijsje tegenover deze trieste wereld te creëren.
Het Usselose landschap heeft mij vanaf het begin gefascineerd. Voor mij was het de eerste keer dat ik midden in het landschap terecht kwam en in aanraking kwam met het werk van de Hollandse Meesters en in het bijzonder Ruysdael. Zijn werken waren geen letterlijke weergaven van de werkelijkheid, maar werden door hem nauwkeurig gecomponeerd, en deze werkwijze heb ik ook toegepast in mijn Usselose serie aquarellen.
Het onderwerp van de tentoonstelling kan haast niet actueler. Ran Away gaat over vluchtelingen en migranten. Waarom besloot je een aantal jaar terug om aan deze serie te beginnen?
Sinds 2016 werk ik aan de serie over de vluchtelingenproblematiek, zowel Syriërs, die toentertijd op de vlucht sloegen voor de oorlog in hun land, als ook over de Afrikaanse bootvluchtelingen, die op zoek zijn naar een betere toekomst. Deze werken geven blijk van grote maatschappelijke betrokkenheid, menselijke bekommernis en gerichte aandacht voor het onvoorstelbare, concrete lijden van mensen op de vlucht.
Ik las dat veel van het beeldmateriaal dat ten grondslag ligt aan de werken uit de media komt of van sociale media. Hoe selecteer je beeld voor je werk?
Niet alle beeldmateriaal in mijn werk is uit de media afkomstig. Er is veel werk dat niet zo is ontstaan. Alles om mij heen kan een inspiratie zijn, zelfs een gedachte, een gevoel. Er zijn veel portretten in mijn werk van onbekende mensen die tijdens het aquarelleren hun gezicht krijgen. Het beeld dat ik ga gebruiken moet mij zodanig kunnen prikkelen dat ik er vele lagen in kan ontdekken.
Een van de dingen die je altijd hebt gedaan in je werk is het verwijzen naar de Westerse kunstgeschiedenis – in 'Ran Away' hebben de landschappen bij Usselo hebben een Ruysdael-lucht, eerder schilderde je een Frans Hals portret en maakte je een hedendaagse versie van het vlot Medusa van Géricault. Mag je het citeren van een traditie opvatten als het slaan van een brug tussen twee werelden?
Het eerste werk dat ik in het westen in het echt zag was dat van De Lacroix en Gericault in het Louvre in Parijs en daarna de Nachtwacht in het Rijks in Amsterdam. Ik voelde toen meteen een soort herkenning in hun werk met de wereld waar ik vandaan kwam. Vooral het clair obscur van Rembrandt heeft mij gefascineerd en dat is nog tot nu toe zichtbaar in mijn werk.
Het is voor mij wezenlijk om steeds terug te gaan naar deze meesters en de vergelijking met mijn werk te maken. Beide werelden moeten zich kunnen manifesteren en elkaar kunnen versterken, zo voel ik mij compleet.
Een verwant thema in je werk is de positie van Marokkaans-Nederlandse jongeren, en in het verlengde daarvan het Westen. Je bent zelf op jonge leeftijd verhuisd naar Nederland waardoor je je waarschijnlijk goed kan verplaatsen in hen. Hoe zou je hun positie omschrijven?
In 2015 ben ik begonnen met het maken van de serie Moroccan Youngsters. Ik zag deze jongeren op de social media zich profileren en pronken met hun merkkleding als succesvolle beroemdheden. Het begon eigenlijk met het ontdekken van de profielen van mijn neefjes en nichtjes op Facebook. Ik was gefascineerd door hun krachtige selfies, die boekdelen spraken. Ik had op hun leeftijd niet dit privilege dat je een kijkje gaf op de hele wereld.
Toen begon ik deze jongeren in Marokko te vergelijken met hun leeftijdgenoten in Nederland. Ik zag geen verschil tussen beiden; ze hebben dezelfde dromen en uitdagingen. Het heeft geresulteerd in een serie van 114 portretten van deze jongeren. De uitdrukking “tussen wal en schip” is goed van toepassing voor deze generatie die een balans probeert te vinden tussen twee culturen die heel verschillend zijn.
Je moet sterk zijn om hierin je evenwicht te vinden en te behouden, wat niet altijd lukt. Dat heeft hun reputatie geen goed gedaan. Ze voelen zich onbegrepen en er is niemand die naar ze luistert. Door deze serie te maken wil ik hen op een voetstuk plaatsen en een eerbetoon geven en zo hun beeld te nuanceren tegenover de Nederlandse samenleving. Deze serie is, tot mijn vreugde, in zijn geheel aangekocht door het Rijksmuseum Amsterdam. Ik hoop dat deze serie binnenkort daadwerkelijk in het Rijks te zien zal zijn, hetgeen zowel voor mij als voor deze jongeren het best denkbare platform is.
Stel, tijd en geld spelen geen rol, is er dan een project dat je graag nog eens zou willen realiseren?
Op dit moment zou mijn wens zijn een groter en warmer atelier, waar ik ook grote aquarellen kan maken en het schilderen op doek weer kan oppakken. Het beeldhouwen, vooral met hout, blijft ook een wens van mij.
Het jaar is goed voor je begonnen, want je solotentoonstelling loopt inmiddels. Wat zijn je plannen voor het komend jaar?
Voor het komende jaar wil ik het Twentse landschap verder onderzoeken in de verschillende seizoenen. Maar je weet nooit hoe de dingen zich zullen ontwikkelen. Ik hecht er veel waarde aan mezelf te blijven verrassen en te vernieuwen.