Tot en met 31 januari presenteert BorzoGallery in Amsterdam een zorgvuldig samengestelde tentoonstelling van het ingetogen werk van Ben Akkerman (1920-2010). Onder de titel ‘Ben Akkerman: Schilderijen en tekeningen 1935-2008’ biedt de galerie een inkijkje in het oeuvre van een kunstenaar die compromisloos werkte en een klein, maar krachtig oeuvre naliet.
Ben Akkerman werd geboren in Enschede op 29 februari 1920, een schrikkeldag. Als tiener ontdekte hij zijn passie voor schilderen, een bezigheid die hij als autodidact jarenlang combineerde met een baan als ambtenaar bij de gemeente. Pas na zijn pensioen in 1982 kon hij zich volledig aan zijn kunstenaarschap wijden, maar zijn praktijk kreeg al vanaf de jaren vijftig een professionele en serieuze dimensie.
De artistieke carrière van Akkerman begon met natuurgetrouwe afbeeldingen van het Twentse landschap, waarin hij de akkers, watermolens en boerderijen in zijn omgeving vastlegde. Hij liet zich daarbij inspireren door de werken van zeventiende-eeuwse meesters als Jan van Goyen en Jacob van Ruisdael, wiens werk hij bewonderde in Rijksmuseum Twenthe. Toch was hij daarbij niet op zoek naar een letterlijke weergave van het landschap. In een zaaltekst in het Van Abbemuseum was een citaat van de kunstenaar te lezen: "Ik wilde in mijn werk geen enkele herinnering aan een winderige dag of regenachtige middag, maar ik wilde een nieuw beeld maken." Akkerman was met name geïnteresseerd in de structuur en sfeer van het landschap, een thema dat hij nooit zou loslaten, zelfs niet toen zijn werk vanaf de jaren vijftig langzaamaan steeds abstracter werd.
De echte omslag naar abstractie vond plaats vanaf 1973, het jaar waarin hij zijn eerste museale solotentoonstelling had in het Stedelijk Museum. De herkenbare elementen van het landschap maakten plaats voor lijnen, vlakken en kleuren waarmee Akkerman de essentie van licht, ruimte en sfeer probeerde te vangen — waarbij het landschap enkel nog zacht door-echoot.
Hoewel het werk van Akkerman vaak wordt gelinkt aan de fundamentele schilderkunst, NUL/Zero en minimal art, bleef de kunstenaar altijd een buitenstaander. Hij vond zijn inspiratie niet zozeer in vastomlijnde stromingen, maar eerder in de natuur en in het schilderproces zelf. Wel was hij in 1946 medeoprichter van het kunstenaarsverbond De Nieuwe Groep, een kunstenaarscollectief dat moderne kunst in het oosten van Nederland op de kaart wilde zetten.
De productie van Akkerman was opvallend laag: hij voltooide slechts vijf tot zes schilderijen per jaar, vaak na maanden van zorgvuldig overschilderen, schuren en herzien. Er was sprake van een haast ascetische toewijding. Elk werk vormt daarbij een zoektocht naar balans, waarbij verf, kleur en vorm een harmonieus geheel vormen. Tegelijkertijd biedt de kunstenaar ons ook kleine imperfecties die zijn werk toegankelijk en menselijk maken. Niet elk werk haalde de eindstreep – Akkerman was his own worst critic en vernietigde schilderijen die niet aan zijn hoge eisen voldeden. Het resultaat is een oeuvre van ongeveer 150 schilderijen en honderden tekeningen, waarvan een groot deel zich inmiddels in museale collecties bevindt. Zo heeft Kunstmuseum Den Haag maar liefst 167 werken van Akkerman opgenomen in hun collectie en Rijksmuseum Twenthe bijna 80 werken.
Bas de Bruijn en Paul van Rosmalen van BorzoGallery hebben al lange tijd een bewondering voor het werk van de Nederlandse kunstenaar. Vijf jaar geleden kreeg die waardering een nieuwe impuls toen de galerie de kans kreeg een van zijn schilderijen aan te schaffen. “Dat is best wel bijzonder,” legt Paul van Rosmalen uit in Residence Magazine, “want werken van Akkerman zijn schaars. Zijn oeuvre is klein en daarvan komt zelden iets op de markt. Een groot deel daarvan is bovendien opgenomen in museale collecties in binnen- en buitenland. We besloten om dit werk niet te koop aan te bieden, maar zelf te bewaren. Dat was het begin van onze eigen Akkerman-collectie.” Bas de Bruijn voegt hieraan toe: “Later kregen we de mogelijkheid om een met veel zorg en liefde samengestelde collectie schilderijen en tekeningen over te nemen.”
De tentoonstelling in BorzoGallery biedt een overzicht van Akkermans ontwikkeling: van zijn vroege landschappen tot zijn latere abstracte composities. Zijn non-figuratieve schilderijen, vaak uitgevoerd op vierkante of ruitvormige panelen zonder lijst, hebben niet zelden een subtiel reliëf: het resultaat van een intens proces van overschilderen en schuren waardoor zijn werken een sculpturale kwaliteit krijgen. Hij beschilderde daarbij ook vaker de zijkant van het doek. Met talloze transparante lagen acrylverf (goed te zien van dichtbij) creëerde Akkerman ingetogen kleurpaletten, variërend van grijs- en zandtinten tot meer levendige kleuren zoals blauw, groen en oker. Toch worden zijn werken vrijwel altijd getekend door een visuele soberheid.
Ben Akkerman overleed op 2 februari 2010 op 89-jarige leeftijd. Zijn werk bevindt zich in de collecties van musea als het Stedelijk Museum, Museum Boijmans Van Beuningen, het Museum Of Contemporary Art Chicago, Museum Voorlinden, Kunstmuseum Den Haag, het Van Abbemuseum, het Fries Museum, het Groninger Museum, het Centraal Museum, het Bonnefantenmuseum, het Frans Hals Museum en Rijksmuseum Twenthe.