Vincent van Gaalen reist naar de laatste donkere plekken van Europa, plekken die niet oplichten op de lichtvervuilingskaart van ons continent. ‘s Nachts fotografeert hij daar de natuur. Op zijn foto’s is het landschap nauwelijks zichtbaar, maar wel voelbaar.
Aanvankelijk wilde Van Gaalen (NL, 1984) onaangetaste wildernis fotograferen, maar die is amper nog te vinden in Europa. Daarvoor is de mens te aanwezig. ’s Nachts is de mens afwezig en onthult zich een wereld waar die afwezigheid nog voelbaar is. “Voor mij is dit is het moment waarop de natuur weer even is teruggeven aan zichzelf.”
In diepste zin gaat Van Gaalens werk over het uitschakelen van de ratio en de overgave aan een natuurlijke staat. “Wanneer ik mij voor een lange tijd in de natuur begeef, ontstaat er meer ruimte voor intuïtie en dit is wat je als kunstenaar nodig hebt. Het is een vorm van direct weten en de beredenering komt later wel.” De overgave aan de natuurlijke staat, noemt Van Gaalen misschien geen opbeurende ervaring, maar wel een zinvolle. “Het leert ons te realiseren dat wij niet het middelpunt van het bestaan zijn.”
De tentoonstelling Mesmerising met werk van Vincent van Gaalen, Bas Wiegmink en Andrés Gallego is nog tot en met 19 januari te zien bij Galerie Helder in Den Haag.
Je bent fotograaf en reist heel veel voor je werk. Heb je een atelier en zo ja, hoe ziet het eruit?
Voor het maken van mijn serie Absence reis ik veel, maar ik ben ook bevoorrecht met een prachtig atelier in het centrum van Den Haag. Het is een oud bakkerijtje wat verscholen ligt op het terrein van het voormalig verzorgingstehuis De Spanjaardshof. Het is een fijne plek midden in de stad en waar ik in alle rust kan werken.
Stel, ik ben je stagiair, wat maak ik dan mee als we op reis gaan?
Ik heb vaker het verzoek gekregen om een stageplek aan te bieden, maar dat heb ik tot nu toe altijd afgehouden. Hoewel ik mij vereerd voel dat mensen het vragen, moet ik voor het maken van Absence alleen zijn. Het vergt alle tijd en aandacht om mij in het landschap in te leven, de juiste plekken te vinden en in contact te komen met de omgeving. Dit moet ik alleen doen.
Je werkt sinds 2020 aan Absence, de serie waarvoor je de laatste afgelegen plekken in Europa bezoekt, plekken waar de mens afwezig is. Kan je uitleggen hoe de serie ontstond? Wat was de aanleiding voor de serie?
Voor het maken van Absence reis ik naar de laatste “donkere” plekken van Europa, dat wil, zeggen waar de natuurlijke omgeving nog niet of in mindere maten is aangetast door onze lichtvervuiling. De afwezigheid van kunstlicht hangt vaak samen met de menselijke afwezigheid want waar de mens is, is licht.
Ik begon dit project aanvankelijk in een zoektocht naar een onaangetaste wildernis maar in Europa is dit niet of nauwelijks nog te vinden. Er is wel een tijd wanneer wij er niet zijn en zo ben ik op de nacht gekomen. Want als de nacht haar intrede doet, zoekt de mens de veiligheid op van huis en haard. Voor mij is dit is het moment waarop de natuur weer even is teruggeven aan zichzelf. Het gaat om het moment en de tijd. Wij zijn niet gemaakt voor de nacht, het is niet onze tijd en dat vind ik een prachtig gegeven.
Hoe bepaal je waar je heen reist?
Europa is het meest verlichte continent en dat is heel duidelijk te zien op de lichtvervuilingskaart die ik gebruik. Steden, dorpen maar zelfs booreilanden op de zeeën zijn te zien als lichte vlekken. Inmiddels zijn het er zoveel dat het hele Europese continent oplicht als een lichte vlek op de wereldkaart. Hierbinnen zoek ik dan naar gebieden die nog niet, of weinig zijn ingekleurd en daar reis ik naartoe. Het is soms zoeken naar een speld in een hooiberg maar dat maakt het des te relevanter.
Het mooie van deze kaart is dat je vanuit een uitgezoomd perspectief naar de mensheid kijkt en daarbij zie ik dat we onszelf niet meer in de hand hebben. We laten geen plek zomaar onbenut en we zijn overal. Gebieden waar het voor de mens moeilijker is om zich te vestigen zoals bergketens en moerassen tekenen zich af op deze lichtvervuilingskaart als donkere vlekken en dat zijn dan plekken waar ik naartoe ga.
Ik stel me voor dat het een combinatie is van survivallen en fotograferen. Hoe pak je voor zo’n reis?
Survivallen valt heel erg mee in Europa. Natuurlijk zijn er omstandigheden waar je rekening mee moet houden zoals het weer en de grilligheid van het landschap. Voor het maken van Absence is het belangrijk dat ik mij inleef in het landschap door lang te observeren en het landschap als het ware te lezen. Hiervoor moet ik mij voor een lange tijd op een plek begeven om te zien hoe bijvoorbeeld de bergen gevormd zijn, welke vegetatie hier kan groeien en hoe oud deze landschappen al zijn. Met deze observaties overstijgt het al gauw mijn eigen bestaan en gaat het om het geheel waar ik mij bevind.
In mijn werkwijze is het belangrijk om de tijd te nemen. Het kan soms dagen duren voordat ik een plek heb gevonden waarbij ik het idee heb dat alle elementen die voor mij het landschap karakteriseren samenvallen in een beeld. Als ik dit eenmaal heb gevonden zet ik mijn statief op en dan begint het lange wachten.
Van Awoiska van der Molen begreep ik ooit dat het haar enige tijd kost om een plek te begrijpen. Door langer op een plek in de natuur langer te verblijven stopt ze nadenken en ontstaat er een emotionele band. Is dat iets dat je herkent?
Ja, dat herken ik zeker. In ons dagelijks leven zijn wij misschien te veel aangewezen op de ratio. Wanneer ik mij voor een lange tijd in de natuur begeef, ontstaat er meer ruimte voor intuïtie en dit is wat je als kunstenaar nodig hebt. Het is een vorm van direct weten en de beredenering komt later wel. Dat werkt bevrijdend en in deze staat blijven ik en het landschap over. Het creëert de ruimte waarin ik totaal op kan gaan in het landschap en waarin een onuitwisbare indruk gemaakt wordt. Dit zou ik ook omschrijven als een diepe emotionele band met de plek.
Je fotografeert ’s nachts. Op je foto’s is het landschap nauwelijks zichtbaar, maar wel voelbaar. Gaat je werk in zekere zin over het uitschakelen van de ratio en de overgave aan een natuurlijke staat?
Ja, daar gaat het in de diepste zin over. De nacht is niet onze tijd en we zijn er niet voor gemaakt. Gevoelens van onzekerheid en kwetsbaarheid zijn onvermijdelijk. Daar tegenover staat dat wanneer je, je eenmaal overgeeft aan deze natuurlijke staat er een wereld voor ons opengaat. In het maanlicht onthult zich een wereld waar de afwezigheid van de mens nog voelbaar is.
Ik denk dat het heel zinvol is voor ieder mens om dit te ervaren. Het leert ons te realiseren dat wij niet het middelpunt van het bestaan zijn. Dat lijkt misschien geen positieve gedachte, maar ik ben ervan overtuigd dat wanneer de mensheid zich meer bescheiden zou opstellen wij er een mooiere wereld voor terugkrijgen.
Wat was eigenlijk de meest onbereikbare plek waar je voor Absence heenreisde?
Onlangs ben ik afgereisd naar Mørkridsdalen. Deze vallei in Noorwegen draagt de naam ‘De donkere vallei’. Het dal gespleten door een imposant wilde rivier baant zich een weg naar de fjorden. De herfst had zijn intrede al gedaan en s ‘nachts werd het steenkoud. Hier waren de weersomstandigheden misschien echt zwaar en dat maakte deze plek zo onbereikbaar. De kracht van het water was onmetelijk… met een oorverdovend gebulder storten het water zich naar beneden op de rotsen. Overdag had ik mijn plek bepaald aan de voet van een waterval en toen het donker was ingetreden bleef het oorverdovende lawaai, de opgeworpen mist van het kolkende water en ikzelf over. Zelden heb ik mij zo bevreesd en nietig gevoeld.
Is er nog een plek waar je graag zou willen fotograferen?
Ik zou nog graag naar de Prypiat moerassen in Oekraïne gaan, maar vanzelfsprekend is dat nu niet het moment.
Waar ben je op dit moment mee bezig? Waar gaat de volgende reis heen?
Er zijn nog heel wat gebieden in Scandinavië en Oost-Europa die die ik wil bezoeken voor Absence. Hiervoor is nog veel voorafgaand onderzoek nodig om tot de juiste plekken te komen.
Daarnaast werk ik in mijn atelier aan een nieuw project Clouds of Progress. Voor dit project werk ik met bestaand beeldmateriaal en dat vergt weer een hele andere benadering. Ik kan er nog niet te veel over zeggen maar ik streef ernaar om komend jaar met dit werk naar buiten te komen.