In Livingstone gallery in Den Haag is tot en met 31 mei de tentoonstelling ‘Welcome to America’ van Ryan Mendoza te zien. In 2010 kopt de Britse krant The Guardian dat huizen in een Amerikaanse spookstad voor een symbolisch bedrag van 1 dollar worden aangeboden. Het gaat om Detroit, de industriële Amerikaanse stad in de staat Michigan. De stad, die onder automagnaat Henry Ford uitgroeide tot ‘Motor City’ én de stad waarin Motown ontstond, was ooit één van de rijkste steden in Amerika. In 2008 zorgt de kredietcrisis voor de beslissende klap in een stad die al sinds de jaren 80 geteisterd werd door drugsgeweld. General Motors gaat failliet, fabrieken sluiten en huizen worden massaal ‘foreclosed’ (executie van hypotheek). Huizen verkrotten, het inwonersaantal daalt van 1,8 miljoen naar 700.000 en de stad wordt hét symbool van de financiële crisis in Amerika.
De Amerikaanse kunstenaar Ryan Mendoza bezocht de stad in 2013, na 20 jaar in Europa gewoond te hebben. Hij is diep onder de indruk, maar ervaart ook dat veel Europeanen de diepte van deze crisis niet echt bevatten. Hij besluit om één van deze ‘foreclosed’ huizen in een container naar Nederland te verplaatsen, waar het tijdens Art Rotterdam 2016 voor het eerst vertoond wordt aan het publiek. Een succesvolle crowdfundingactie en een samenwerking tussen de kunstbeurs, de Verbeke Foundation, de kunstenaar en Livingstone Gallery maken dit mogelijk. De kunstenaar probeert het huis hiermee een verhaal te laten vertellen. Mendoza, een geboren en getogen New Yorker, zag de installatie bovendien als een manier om weer verbinding te voelen met zijn Amerikaanse identiteit. Mendoza: ”Al mijn werk gaat over dingen en mensen die op een bepaald niveau zijn vergeten. Als kunstenaar kan ik mijn geluk niet op om een stukje van de historie van mijn geboortegrond, en mijzelf daarbij, stil te zetten in de tijd. Door één huis te redden van de sloop, het te verplaatsen en opnieuw op te bouwen bij Art Rotterdam wil ik mensen uit heel Europa de kans geven om niet alleen de herinnering van één persoon te betreden maar ook de collectieve ambities en onbedoelde tekortkomingen van een heel land.” Het huis is nu te zien in de Verbeke Foundation en Mendoza’s vrouw Fabia Mendoza maakte een documentaire over het project.
De tentoonstelling in Livingstone gallery bestaat uit foto’s en documentatie van het Detroit House Project, naast een reeks schilderijen en tekeningen. Want Mendoza is bovenal ook schilder. Hij laat zich hierbij inspireren door oude technieken, maar ook door andere kunstenaars als Lucian Freud, Chuck Close en Alex Katz. Hij maakt vaak gebruik van oude foto’s die hij koopt op vlooienmarkten tijdens zijn reizen. Omdat deze mensen vaak niet meer in leven zijn krijgen de mensen in zijn schilderijen ook regelmatig een doodse, verstilde uitstraling.
Mendoza verdeelt zijn tijd tussen Napels en Berlijn. Die laatste stad wordt tegenwoordig vaak vergeleken met het Detroit van nu, dat langzaam opbloeide door de toestroom van kunstenaars die werden verleid door de lage woningprijzen. Mendoza is politiek geëngageerd en hij werd in 2012 zelfs gearresteerd - samen met Fabia, die op dat moment 8 maanden zwanger is - toen hij in Napels een performance opvoerde in een uiting van solidariteit met de Russische punk-rock band Pussy Riot. In 2017 schilderde hij een façade in Moskou in de kleuren van de Amerikaanse vlag. Hij vulde dat kunstproject aan met een reeks van 50 foto’s met de veelzeggende titel ‘Putin, my Putin’. Artnet stelde in 2016 een lijst samen van de 500 meest succesvolle kunstenaars in de 50 jaar tussen 1966 en 2016 en Mendoza werd daarbij op de 147e plek geplaatst.
Mendoza was daarnaast betrokken bij twee andere projecten in en over Detroit. Voor ‘The Invitation’ (2016) maakte hij tijdens de verkiezingsperiode kogelgaten in twee huizen die de namen Trump en Clinton spelden. Hij nodigde de presidentskandidaten uit, maar beide partijen sloegen zijn uitnodiging af. Mendoza probeerde met het project aandacht te vragen voor het verhaal van de 60-jarige bewoner, een verpleger die deze verlaten krotten bewoonde terwijl hij tegelijkertijd tegen kanker streed. In datzelfde jaar zorgt Mendoza er ook voor dat het huis van de burgerrechtenactiviste Rosa Parks wordt veiliggesteld, in samenwerking het nichtje van dit Amerikaanse icoon. Rosa Parks weigerde in 1955 om, conform de racistische segregatiewetten, achter in de bus te zitten. Ze vormde daarmee een symbolische start voor de Amerikaanse burgerrechtenbeweging (ook al was ze officieel niet de allereerste). Haar nicht Rhea McCauley was teleurgesteld over het feit dat haar tante - en deze belangrijke historische plek - niet de waardering krijgt die ze verdient en stelde daarom dat het huis tot die tijd naar een plek gaat waar haar nalatenschap wel op waarde wordt geschat. Het huis werd daarom heropgebouwd in Berlijn. McCauley: “Ik weet dat ze straten, medailles en onderscheidingen naar haar hebben vernoemd, maar ik heb het over het écht begrijpen van de betekenis van tante Rosa. Ik heb met jonge mensen gepraat en ze weten vaak niet eens wie mijn tante is. Het is niet hun schuld, maar als land moeten we haar erkennen. Als we dat niet kunnen, dan breng ik haar naar een plek waar ze wel wordt erkend.” Zowel Mendoza als McCauley hopen dat het huis uiteindelijk toch zal terugkeren naar de Verenigde Staten. In 2018 werd het huis tijdelijk tentoongesteld in Rhode Island.