Leven we in een verziekte maatschappij? We pakken graag uit met meer en beter. Het gevaar dreigt dat presteren en stress de bovenhand nemen. Gelukkig maken we in grote mate onze eigen keuzes. We zijn zelf verantwoordelijk om ons welzijn te bewaken.
We zien een schouwspel van poppen. Ze gedragen zich als zombies. Het zijn bevreemdende taferelen die iets beangstigends hebben, maar vooral medelijden oproepen. Stress, vermoeidheid en/of onwetendheid zorgen ervoor dat we soms de mogelijkheden niet zien om andere keuzes te maken. We zien bij PLUS-ONE Gallery de eerste film die William Ludwig Lutgens maakt. “Ik toon subjecten die in een prestatiemaatschappij leven”, duidt hij. “Deze figuren zijn zo oververmoeid dat ze niet meer functioneren. Zelf beseffen ze dat niet, dus ze doen gewoon voort. Ze komen terecht in een zombiestaat, zoals bij een depressie of een burn-out. Ik beschouw dat als epidemieën van onze tijd. Ze worden door de overprikkeling in onze maatschappij in de hand gewerkt.”
‘Fantasy Supplement’ is de titel van zijn huidige tentoonstelling. Lutgens ontleent die aan de Sloveense filosoof Slavoj Žižek. “Hij wijst daarmee op het gebruik van fantasie als beschermmechanisme”, aldus Lutgens. “Fantasie zetten we in tegen zaken, zoals trauma’s, omdat we er niet mee geconfronteerd willen worden. We maken onszelf iets wijs om zaken te legitimeren. Zo vinden we in onze maatschappij dat we moeten presteren en dat stress hebben normaal is.”
We horen in de film een vreemde stem als voice-over. “Ik heb de stem van een oude Britse vrouw, met AI vertraagd en er effecten op gezet”, aldus Lutgens. “Ik bracht de ideeën aan en de teksten schreef Cecilia Bien, een researcher en schrijfster uit New York. We leerden elkaar eerder dit jaar kennen, tijdens mijn residentie in Parijs. De teksten leggen uit wat ‘jouissance’ is. Het is een complex begrip uit de lacaniaanse psychoanalyse. Simpel gezegd gaat het over plezier hebben in pijn. Het is iets typisch menselijk om onszelf te kwellen. ‘Jouissance’ leggen we in de film uit aan de hand van abject, een begrip van Julia Kristeva. Abject betekent iets waar je van walgt.” Visueel is er veel te zien, wat ons afleidt van de tekst. Lutgens filmde in de voormalige abdij Sint-Trudo in Sint Truiden. De video ‘Joy Sauce’, een speelse afgeleide van ‘jouissance’ maakt deel uit van een installatie. Het vormt een laptopscherm in een getekende kamer waar de drukte van het dagelijkse leven zich afspeelt. Stoelen bekleedt met papier-maché nodigen ons uit om het schouwspel gade te slaan. Lutgens ervaart dat tweedimensionale werken hun beperkingen hebben en wil in de toekomst nog video-installaties maken.
Zelf groeide Lutgens op in een gezin waar werken, presteren en geld verdienen vanzelfsprekend zijn. “Als tiener rebelleerde ik tegen dat neoliberale denken, maar het vormde mij wel.” Hij studeert in 2017 af van het HISK en in 2018 heeft hij zijn eerste solo bij PLUS-ONE Gallery. Zijn kunstenaarspraktijk maakt een vliegende start. Daarnaast is hij een bezige bij. Sinds 2016 geeft hij af en toe een dagblad uit, ‘Het Geïllustreerd Blad’. In 2022 richt hij Red Herring Salon op. Hij organiseert daar tentoonstellingen en wil zo artistieke initiatieven en kunstenaarsnetwerken bevorderen. “Ik dacht dat ik alles aankon. Ik begon goed te worden in wat ik deed, dus vulde ik mijn tijd op met meer werk.” Het voorbije jaar belandde hij in een burn-out. Zijn herstel deed hem inzien, dat hij best gas terugneemt. Hij richt zich nu louter op zijn kunstenaarspraktijk. In zijn recente tekeningen is visueel en inhoudelijk een evolutie zichtbaar. “Daar waar ik eerder zo veel mogelijk toevoegde, omarm ik nu eenvoud”, weet hij.
Lutgens toont veel werk op doek, maar hij is een tekenaar. Subtiele hits verwijzen naar zijn liefde voor het medium. De doeken zijn ingekaderd met een rand uit papier-maché. Hij zet lijntekeningen op transparant geprepareerde doek.
“Iemand zei me dat het iets kalligrafisch heeft. Daar hou ik van. Ik spuit eerst de zwarte lijnen, dan zet ik schaduwen met oliestick, daarna breng ik de kleuren aan met chalk inkt. Ik probeer telkens dezelfde kleuren te bekomen, maar dat lukt niet. Het zijn daarom steeds variaties.”
De reeks tekeningen op doek vormt een geheel doordat technieken, kleuren, personages en beeldelementen terugkeren. We leggen verbanden, zonder dat er een duidelijke verhaallijn is. Ook hier voelen we de spanning tussen presteren en snelheid, niks doen en traagheid. Lutgens bevolkt zijn tekeningen met een persoon die een das draagt en soms hoeven of hoorns heeft en een sokpop. “Ik zocht naar een hybridevorm van een prestatiefiguur en een flierefluiter. De das staat voor presteren terwijl de geit gebaseerd is op Pan. Dit figuur uit de Griekse mythologie voelt voor mij als een flierefluiter uit de Oudheid. Hij lanterfantte door de weiden, speelde fluit en haalde kattenkwaad uit. De sokpop staat voor zelfbedrog. Ze is gebaseerd op ‘Liegebeest’, eenBRT-serie uit de jaren ’80. Deze handpop liegt tegen iedereen. We zijn prestatiesubjecten, maar ze liegt ons voor, waardoor we de realiteit niet inzien.”
De halfgeit met de das en de sokpop doen huishoudelijke taken, zijn bezig op een laptop of spreken tot een microfoon. “Tijdens mijn residentie in Parijs had ik geen doel en deed ik waar ik zin in had. Dat was vaak niks doen, iets wat geen plaats heeft in onze maatschappij. Ik voel me schuldig als ik mijn werk een hele dag heb uitgesteld. Dat zou niet zo mogen zijn. Soms was ik de hele dag bezig met huishoudelijke taken, eten en slapen, maar dat gaf me het gevoel dat ik niks gedaan had. Die laptop staat symbool voor constant geconnecteerd zijn. Op sociale media kan een taak, zoals je bed opdekken een onderwerp zijn om je prestatie te tonen. We zijn zo bezig met de digitale wereld. Beseffen we wat het effect is op ons mentaal welzijn?” De microfoons verwijzen ook naar presteren, er goed uitzien en op een podium willen staan.
Waar spenderen we tijd aan? Wat geeft ons voldoening en bevordert ons mentale welzijn?
Die keuzes hebben we zelf in handen. We kunnen die gelukkig bijsturen als we niet langer om kunnen met de druk en verwachtingen. De ene moment willen we presteren en een doel bereiken. De andere moment halen we de flierefluiter in ons naar boven om zorgeloos lekker niks te doen.