Slewe Gallery in Amsterdam viert dit najaar haar dertigjarige jubileum met een tentoonstelling van Karel Appel. Deze expositie, de vierde samenwerking tussen de galerie en de Karel Appel Stichting, toont acht schilderijen uit Appels ‘Nude’ serie, die hij halverwege de jaren negentig schilderde. Deze werken vormen een unieke reeks binnen zijn oeuvre, waarin hij voortdurend experimenteerde met kleur, vorm en abstractie.
Karel Appel is welbeschouwd de meest invloedrijke Nederlandse schilder van na de Tweede Wereldoorlog. Zijn expressieve schilderstijl wordt gekenmerkt door wilde en grove vormen, krachtige kleuren, dikke lagen verf en dynamische lijnen. Appels werk verbeeldt vaak wezens die iets weg hebben van zowel dieren als kinderen en de kunstenaar bracht de verf daarbij vaak direct uit de tube aan voor een onmiddellijke, ongeremde impact.
Appel werd op 25 april 1921 geboren in een gewoon Amsterdams gezin: zijn opa was melkboer en zijn vader had een kapperszaak. Zijn vader zag graag dat zijn zoon de familiebusiness zou overnemen, maar zijn zoon had daar zelf heel andere ideeën over. Toen hij vijftien jaar oud was werd het eerste artistieke zaadje geplant door zijn oom, die Karel een schildersset cadeau deed. Samen gingen ze de natuur in om en plein air te schilderen, geïnspireerd door het impressionisme. Toen hij zijn ambitie uitsprak om kunstenaar te worden, werd hij door zijn ouders uit huis gezet. Appel begon tijdens de Duitse bezetting aan een studie aan de Rijksakademie van Amsterdam, waar hij een sterke vriendschap ontwikkelde met Corneille. Samen verzetten ze zich tegen het traditionele curriculum van de academie. Ze zochten hun inspiratie eerder in het werk van kunstenaars als Picasso en de dingen die hem weer inspireerden, waaronder oorspronkelijke volkskunst. Daarnaast haalde Appel invloeden uit de tekeningen van kinderen. Hij zou gedurende zijn hele carrière intens samenwerken met kunstenaars uit verschillende disciplines, waaronder ook muziek en poëzie.
Samen met Corneille reisde Appel naar Luik en Parijs, waar ze hun werk exposeerden. In 1948 maakte hij kennis met Constant Anton Nieuwenhuys, waarmee hij, samen met Corneille, de ‘Experimentele Groep in Holland’ oprichtte. Toen de beweging groeide en aansluiting vond bij soortgelijke groepen in Denemarken en België werd in 1948 de avant-gardistische en revolutionaire kunstenaarsbeweging CoBrA opgericht in Parijs, een afkorting voor Copenhague-Bruxelles-Amsterdam. Toch werd het werk van Appel en de Cobrabeweging lang niet gewaardeerd in Nederland. Zijn eerste tentoonstelling in het Stedelijk Museum leidde tot een publiek schandaal, waarna hij zich terugtrok in Parijs, waar hij al snel internationaal doorbrak. Pas vanaf 1968 zou Appel in Nederland, langzaam, hetzelfde succes proeven dat hij op dat moment al jaren op internationaal niveau ervaarde.
In 1951 hadden ziekte en ruzies een einde gemaakt aan de internationale bijeenkomsten van de Cobrakunstenaars — en daarmee een einde aan de Cobrabeweging. Appel bleef op zoek naar vernieuwing en begon steeds impulsiever te werken. Zijn werk werd internationaal tentoongesteld en hij ontving verschillende prijzen voor zijn werk.
In 1957 verhuisde hij naar New York, dat destijds werd gezien als de nieuwe kunsthoofdstad van de wereld. Rond 1990 pendelde Appel tussen New York, Connecticut, Monaco en Toscane, waar hij zijn ateliers had. Het interessante is dat deze sterk uiteenlopende locaties van grote invloed waren op het werk dat hij er, min of meer gelijktijdig, maakte. Zo richtte hij zich in Toscane op de landschapskunst, een kunstvorm die hij in zijn jeugd had ontdekt dankzij zijn oom. Een aantal van deze schilderijen was in 2021 al te zien in Slewe Gallery. Uiteraard gaf Appel ook hier een volledig eigen draai aan het genre, waardoor deze werken direct herkenbaar zijn.
De ‘Nude’-serie, die hij in 1994-1995 in New York schilderde en nu te zien is bij Slewe Gallery, richt zich sterk op het naakte menselijke lichaam. Deze werken lijken beïnvloed door de rauwe, stedelijke omgeving waarin ze zijn ontstaan. Appels atelier in New York stond sowieso in het teken van experimentatie. Waar zijn horizontale landschapsschilderijen getekend worden door een mate van rust en introspectie zijn deze frontale en verticale portretten juist krachtig en confronterend. De schilderijen uit de ‘Nude’ serie worden gekenmerkt door Appels krachtige en dynamische stijl: de figuren lijken haast uit de voegen van het doek te barsten. Ze zijn opgebouwd uit expressieve en spontaan ogende lijnen en vlakken van energieke kleuren. Ze staan in schril contrast met geïdealiseerde voorstellingen van het menselijk lichaam zoals we die kennen uit de kunstgeschiedenis. De olieverf is aangebracht in een nat-in-nat techniek en de compositie ademt een intens gevoel van beweging en levendigheid. De achtergrond lijkt daarbij haast even belangrijk als de figuur zelf, met abstracte vormen en kleuren die de compositie vullen en de energie van het werk versterken. Dit weerspiegelt Appels voortdurende zoektocht naar een balans tussen figuratie en abstractie. De tentoonstelling in Slewe wordt vergezeld door een speciaal voor de gelegenheid samengestelde catalogus.
Karel Appel overleed op 3 mei 2006 in Zürich en werd begraven op de beroemde Père Lachaise begraafplaats in Parijs, waar ook kunstenaars als Amedeo Modigliani en Max Ernst hun laatste rustplaats hebben. Zijn werk bevindt zich in de toonaangevende collecties van instituten als Centre Pompidou, Tate Modern, het MoMA, het Louisiana Museum of Modern Art, het Hirshhorn Museum, de National Gallery of Canada, de National Galleries of Scotland, het Stedelijk Museum, het Rijksmuseum, Museum Boijmans van Beuningen, het Cobra Museum, het Kröller-Müller Museum, het Van Abbemuseum en Kunstmuseum Den Haag. De afgelopen jaren is zijn werk ook getoond door belangrijke galeries als Max Hetzler, BLUM en Almine Rech.