In AKINCI in Amsterdam is tot en met 26 oktober een solotentoonstelling te zien met nieuwe werken van Stephan Balkenhol, die hij speciaal voor deze expositie maakte. De grof gesneden en direct herkenbare sculpturen van de Duitse beeldhouwer dragen ambivalente gezichtsuitdrukkingen — staren ze in de verte of zijn ze in zichzelf gekeerd? — en roepen vaak een gevoel van contemplatie en verbondenheid op bij de kijker. Zijn oeuvre is een voortdurende verkenning van de menselijke vorm en de sculpturale mogelijkheden ervan.
Het werk van Stephan Balkenhol is kenmerkend om meerdere redenen. Hij was een van de eerste hedendaagse beeldhouwers die eind jaren zeventig terugkeerde naar figuratie, in een kunstwereld waarin op dat moment voornamelijk abstracte, minimalistische en conceptuele benaderingen de boventoon voerden. Bovendien staat zijn werk bekend om de ambachtelijke vaardigheid, zonder tussenkomst van assistenten en minimaal gebruik van machines.
De mens neemt bijna altijd een centrale plaats in binnen zijn sculpturen, met soms een uitstapje naar het dierenrijk. Zijn sculpturen verbeelden alledaagse mensen in eenvoudige kleding, vaak zonder duidelijke emotie. Balkenhol vermijdt overdreven details en complexiteit, waardoor zijn werken een zekere rust, universaliteit en sereniteit uitstralen. Deze ingetogenheid maakt zijn archetypische sculpturen toegankelijk en het nodigt de kijker uit om zelf betekenis te geven aan wat ze zien. Balkenhol speelt bovendien met schaal, door bijvoorbeeld hoofden te creëren zo groot als een mens of levensgrote figuren te voorzien van absurd lange benen. Dit resulteert in tijdloze en expressieve beelden die, ondanks hun ambachtelijke karakter, geen eenduidige boodschap overbrengen maar vragen oproepen.
In een interview met Artdependence in 2014 stelde de kunstenaar: “Figuratieve beeldhouwkunst wordt vaak misbruikt als drager van boodschappen. In mijn visie worden mijn sculpturen een vraag, een spiegel. En het is de kijker die het met betekenis vult. Verbazingwekkend genoeg kunnen veel toeschouwers deze ‘openheid’ nauwelijks verdragen. Maar zowel ik als mijn sculpturen hebben dit spanningselement nodig, dit mysterie.”
Het werk van Balkenhol is wereldwijd tentoongesteld. Vaak ook in de openbare ruimte, zoals langs de Theems in Londen, waar zijn beelden een bewuste dialoog aangaan met hun omgeving. Zijn werk is opgenomen in de collecties van instituten als Centre Pompidou, Tate, ARKEN Museum of Modern Art, Museum Voorlinden, het Museum of Contemporary Art Tokyo, het MoMA, het LACMA, het Art Institute of Chicago, Hamburger Bahnhof, de Peggy Guggenheim Collection en Kunstmuseum Den Haag. Balkenhol studeerde aan de Hochschule für bildende Künste in Hamburg, waar hij onder andere les kreeg van Nam June Paik en Sigmar Polke. Sinds 1991 is hij werkzaam als hoogleraar aan de Staatliche Akademie der Bildenden Künste in Karlsruhe.