Op 29 juni 2024 overleed Jacqueline de Jong, een kunstenaar en activist die bekend stond om haar invloedrijke en veelzijdige carrière die ruim zestig jaar besloeg. Ze liet zich niet graag vangen in een hokje of stereotype en haar werk en persoonlijkheid werden gekenmerkt door een rebelse humor en eigenwijsheid. In 2017 zei ze tegen Frieze: “Ik denk dat we er juist op dit moment aan herinnerd moeten worden om ongehoorzaam te zijn.”
Jacqueline de Jong werd op 3 februari 1939 geboren in Hengelo. Ze groeide op in een Joods gezin dat hedendaagse kunst verzamelde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook De Jong samen met haar moeder onder in Zwitserland. Op haar achttiende verhuisde ze naar Parijs, waar ze tijdens haar studie Frans en Drama werkte in de boetiek van Christian Dior. Hoewel ze aanvankelijk acteerambities had en korte tijd studeerde aan de Guildhall School of Music & Drama in Londen, vond ze uiteindelijk haar roeping in de beeldende kunst. In 1958 kreeg ze een baan bij het Stedelijk Museum in Amsterdam, waar haar liefde voor de kunst ontstond en ze de CoBrA-beweging ontdekte. Een belangrijke figuur in De Jong's leven en carrière was de Deense kunstenaar Asger Jorn, een van de oprichters van de beweging. De Jong ontmoette Jorn in 1959, en ze begonnen al snel een persoonlijke en professionele relatie die meer dan een decennium zou duren. Jorn introduceerde haar bij de Europese avant-garde en beïnvloedde haar vroege werk.
Het werk van De Jong wordt getekend door een spannende mix van actualiteit, maatschappelijk engagement, erotiek, banaliteit, geweld en ironie. Haar artistieke oeuvre omvat schilderijen, tekeningen, sculpturen, prenten, sieraden (draagbare sculpturen) en kunstenaarsboeken, waarbij ze voortdurend experimenteerde met uiteenlopende materialen en stijlen: van expressionisme tot pop art, maar altijd uitgevoerd in haar unieke stem. Ze vond het soms irritant als mensen haar werk interpreteerden als autobiografisch of als haar werk enkel werd bezien vanuit haar identiteit als vrouw.
Jacqueline de Jong verdeelde haar tijd in haar laatste jaren tussen Amsterdam en Bourbonnais in Frankrijk. Haar werk is onder meer opgenomen in de collecties van Centre Pompidou, het Stedelijk Museum, Musée d'art moderne de la Ville de Paris, NSU Art Museum Fort Lauderdale, Kunstmuseum Göteborg, Museum Boijmans van Beuningen en Moderna Museet in Stockholm. In 2011 werd haar archief aangekocht door de Beinecke Rare Book & Manuscript Library van Yale University. In 2019 ontving De Jong de AWARE Prize for Women Artists, een oeuvreprijs voor haar uitzonderlijke carrière, en begin 2023 werd ze benoemd tot Chevalier dans l'Ordre des Arts et des Lettres door de Franse ambassadeur in Nederland.