Het klinkt misschien raar voor iemand die gefascineerd is door de werking van olieverf op doek, maar Jef Gysen werkt doorgaans bij kunstlicht. Hij staat namelijk iedere dag om vier uur op in alle rust te werken aan een oeuvre dat draait om het verkennen van dwaalruimtes, serres en onroerend goed en om de fysieke interactie tussen verf, penseel en doek. Het schilderen is voor Gysen dan ook een soort ontdekkingsreis, een proces van voortdurende groei en evolutie als kunstenaar.
De basis van zijn werk is sinds jaar en dag een maquette. Zo koppelt hij in de serie Dwaalruimte, die te zien is in de duo-expositie met Bert Timmermans, de vrijheid om te dwalen aan het gegeven dat je kan verdwalen in gebouwen. Het inspireerde hem om de complexiteit van gebouwen en ruimtes vast te leggen. Ook is er nieuw werk te zien rond een maquette van een artificieel bos. Gysen noemt het een nieuwe richting in zijn oeuvre.
De duo-tentoonstelling met recent werk van Jef Gysen en Bert Timmermans is tot en met 23 juni te zien in de Shoobil Gallery.
Waar is uw atelier en hoe ziet het eruit?
Mijn atelier bevindt zich naast mijn huis, in een oude boerderij gelegen in Sinaai; een landelijke omgeving. Wanneer je binnenkomt, valt meteen de rommeligheid op, met verfkwasten en doeken die her en der verspreid liggen. Het atelier is ruim en open, met hoge plafonds die reiken tot aan de nok. Dit zorgt voor een gevoel van ruimte en vrijheid. Om me heen zie ik de maquette van waaruit ik inspiratie haal, voorstudies en schilderijen in de maak. Een plek waar ik mijn gedachten en gevoelens kan uiten via mijn werk. Het feit dat mijn atelier verbonden is met mijn woonst, geeft een gevoel van continuïteit en intimiteit. Het is een fantastische ruimte om in te werken en mijn visie tot leven te brengen.
Waaraan moet een atelierruimte voor u aan voldoen; natuurlijk daglicht, voldoende opslag of vrienden en collega’s nabij?
Ik werk het liefst in het constante kunstlicht. Het is iets wat ik door de jaren heen heb ontdekt en omarmd. Ik ben een vroege vogel, en er gaat niets boven het gevoel van opstaan rond 4.00 uur 's ochtends en me naar mijn atelier te begeven. Het is een tijd waarop de wereld ontwaakt, en ik geniet van het langzaam zien ontluiken van de natuur terwijl ik werk. Mijn opslagruimte is een zeecontainer in mijn tuin. Recent werk ophangen in een aparte, ruisvrije ruimte voegt een extra dimensie toe. Het stelt me in staat om mijn werk in alle rust te bekijken en te evalueren, zonder afleiding.
Hoe ziet een typische dag in uw atelier eruit? Werkt u volgens een vaste dagindeling, staat er muziek aan of juist, ontvangt u gasten of houdt u de deur liever dicht?
In mijn atelier gedij ik het best in een staat van flow. Vroeg opstaan en op tijd naar bed gaan zorgen voor een ritme in mijn werkdag dat mij helpt om in die creatieve roes te komen. Het is een routine die me in staat stelt om mijn focus te behouden en productief te zijn. Muziek is een essentieel onderdeel tijdens het proces. Het varieert sterk, omdat het de energie bepaalt die ik in een kunstwerk wil overbrengen. Ik ben graag alleen in mijn atelier tot mijn werk klaar is, een gevoel van afzondering en focus. Het is geruststellend om te weten dat het atelier enkel voor mij is, een veilige haven waar ik mezelf kan uitdrukken zonder afleiding of verstoringen.
Omdat uw werk over ruimtelijkheid gaat, heeft u vast wel eens nagedacht over het ideale atelier. Hoe zou dat eruit zien voor u?
Het ideale atelier voor mij zou een combinatie zijn van het comfort en de vertrouwdheid van mijn huidige ruimte en de vrijheid en verbondenheid met de natuur van een buitenatelier, waar ik kan werken te midden van de natuurlijke elementen. Een plek waar ik de geluiden van vogels kan horen en de buitengeur kan ruiken. Het buitenatelier zou een uitbreiding zijn van mijn huidige ruimte.
Gefeliciteerd met uw duotentoonstelling bij Shoobil. Er is aantal werken uit de serie Dwaalruimte te zien. Kan u kort uitleggen waarnaar we kijken?
De serie 'Dwaalruimte' vloeit voort uit mijn eerdere werken, met name de 'onroerend goed' serie en de reeks rond 'serres'. In deze reeks verken ik het concept van dwaalruimtes, waarbij de vrijheid om te dwalen wordt gekoppeld aan ‘letterlijk’ verdwalen in gebouwen. Het inspireerde mij om de complexiteit van deze ruimtes vast te leggen. Het werk dat ik nu ga tonen in de duo-expo met Bert Timmermans is allemaal gebaseerd op mijn laatste maquette van een ‘artificieel bos’, dat ik ook zal presenteren. Het vertegenwoordigt een nieuwe richting in mijn werk.
Hoe ziet die nieuwe richting eruit?
Het is moeilijk om het nu reeds volledig te duiden. Ik heb altijd de spanning tussen abstractie en figuratie onderzocht. Echter, na verloop van tijd merkte ik dat er in mijn benadering een zekere logica gegroeid was. Nu voel ik de drang om deze logica te doorbreken en mijn proces meer intuïtief en experimenteel te benaderen. De maquette die ik nu gebruik is samengesteld uit soberder materiaal; enkel hout en is monochroom. En het is voor mij nu ook een werk dat getoond kan worden.
Als ik de schilderijen bekijk vermoed ik dat u ruimtelijkheid wilt onderzoeken. Is dat zo en zo ja, waarom heeft dat uw interesse?
In mijn proces staat het schilderen zelf centraal, eerder dan een specifiek thema. Ik ben momenteel vooral gefascineerd door de elementaire technieken waarmee een plat vlak diepte en ruimte kan suggereren. Hoewel ik niet expliciet een thematisch onderzoek uitvoer, ben ik sterk geïnspireerd door de fundamentele procedures om de picturale ruimte weer te geven.
Tussendoor ontstaan mijn maquettes. Het is een proces waarin ik het niveau van visueel begrip probeer te ontdekken en te ontwikkelen.
Daarnaast ben ik diep gefascineerd door de werking en de wonderen van olieverf op doek. Mijn werkproces draait niet alleen om het verkennen van visuele concepten, maar ook om de fysieke interactie tussen verf, penseel en doek.
Ik begreep dat u voor deze serie maquettes maakt in uw atelier en deze voor ieder uit elkaar haalt en opnieuw rangschikt. Weet u nog wanneer deze werkwijze voor het eerst toepaste?
Het gebruik van maquettes is iets dat al vrij vroeg in mijn artistieke praktijk is ontstaan. Ik herinner me dat ik geïnspireerd werd door stapelingen glas en zelfs stukgeslagen hummels, die dienden als basis voor stillevenstudies. Daarnaast heb ik ook geëxperimenteerd met het versnijden van hele bergen purschuim om sculpturen te maken. Deze sculpturen fungeerden vervolgens als modellen waar ik naar schilderde. Het is een proces van experimenteren en ontdekken dat mijn artistieke visie heeft gevormd en heeft bijgedragen aan mijn voortdurende verkenning van ruimte, textuur en compositie.
U had uw eerste solotentoonstelling in 1993; dat is nu 30 jaar terug. Wat heeft u in die periode uitgevonden waarvan u had gewild dat u het begin jaren ‘90 had geweten?
Ik beschouw mezelf als gelukkig dat ik vanaf het begin de mogelijkheid heb gehad om te schilderen, direct na mijn opleiding. Het schilderen zie ik niet echt als 'iets uitvinden' in de traditionele zin van het woord. Voor mij is het meer een ontdekkingsreis, een proces van voortdurende groei en evolutie als kunstenaar. Nog steeds geniet ik van het proces, van het onderweg zijn en het voortdurende onderzoek van de mogelijkheden van het schilderen. Voor mij is elke dag een nieuwe kans om te leren en te groeien, en ik kijk ernaar uit om te zien wat de volgende 30 jaar zullen brengen.
Waar bent u op dit moment mee bezig?
Op dit moment ben ik druk bezig met de laatste voorbereidingen voor de duo-expositie met Bert Timmermans.
Daarnaast kijk ik ook al vooruit naar een tentoonstelling in CC Geel, gepland voor januari 2025. Deze tentoonstelling zal een samenwerking zijn met Paul Bourgeois en Jef Faes. Momenteel ben ik bezig met het verkennen van nieuwe richtingen en ideeën om aan deze tentoonstelling een frisse wending te geven. Het onderzoek hiervoor zit al in mijn hoofd en zodra de opening achter de rug is, zal ik me volledig storten op het experimenteren en creëren van nieuw werk.