Op haar website houdt Marije Gertenbach een visueel archief bij van beelden over het thema dat haar bezighoudt: de moeder in de kunst. Naast religieuze afbeeldingen heeft ze oog voor etnografica en prehistorische beelden. Gertenbach (NL, 1990) is vooral geïnteresseerd in de verschillende manieren van afbeelden door de tijd heen. Als ze gaat schilderen, houdt ze de beelden in gedachten, maar gaat ze intuïtief te werk.
Het thema van haar huidige show Hands, Hands, Head, Feet sluit goed aan op Gertenbachs terugkerende thema: ruimtes. “Ruimtes vertellen zoveel verhalen. Hele persoonlijke of kleine verhalen of juist hele grote historische verhalen, maar ook bestaande ruimtes, denk aan muurschilderingen in een kerk.” Sinds de geboorte van haar eerste kind in 2018 begon ze het thema ruimtelijkheid te verbinden aan het moederschap. Dat ze in aanloop naar Hands, Hands, Head, Feet zwanger bleek van haar derde kind maakte het extra bijzonder: “daardoor voelde het maken van dit werk ook heel logisch en dichtbij.”
Hands, Hands, Head, Feet is nog tot en met 2 maart te zien bij galerie dudokdegroot in Amsterdam.
Waar is je atelier en hoe ziet het eruit?
Mijn atelier is in Amsterdam oost, in Betondorp. Het is een ruim atelier met veel licht en hoogte, een vide en veel extra opslagruimte in een pand met een twintigtal kunstenaars.
Stel je voorwaarden aan een atelierruimte, zoals natuurlijk licht, opslagruimte, vrienden in de buurt?
Ja, ik vind het belangrijk om veel licht te hebben, bij voorkeur Noord, maar ik heb nu ook zon, wat ik eigenlijk heel fijn vind. Meestal kan ik prima zien wat ik doe, en vind ik het fijn contact te hebben met buiten. Ik heb vaak een atelier gehad op een plek waar ik veel van de andere kunstenaars kende die er werkten, en dat heeft eigenlijk ook mijn voorkeur. Dingen bij elkaar kunnen lenen, even samen naar werk kijken, maar bijvoorbeeld ook samen een transport doen vond ik altijd heel fijn. In dit complex ken ik helaas wat minder mensen en is er ook minder reuring, dus dan nodig ik wat vaker andere kunstenaars uit in mijn atelier.
Hoe ziet een typische dag in je atelier eruit? Heb je vaste rituelen, staat er muziek aan of is het er juist muisstil, komen er mensen langs of liever niet?
Ik begin altijd met theezetten en zet muziek aan. Dan begin ik vaak met tekenen of collages maken om op te starten. Ik werk altijd met muziek aan, wel meestal muziek zonder tekst. Na een uurtje opstarten ga ik vaak meteen schilderen en dat doe ik eigenlijk aan een stuk door tot ik weer weg ga.
In het persbericht staat onder meer dat je intuïtief te werk gaat, maar wel veel onderzoek doet. Dat lijkt tegenstrijdig met elkaar. Kan je uitleggen hoe je dat doet?
Ik doe op verschillende niveaus onderzoek: binnen een thema en binnen mijn werk. Binnen een thema is dat vaak door bijvoorbeeld boeken te lezen, tentoonstellingen te bekijken, lezingen, theaterstukken etc. te bezoeken en te voelen hoe ik als maker pas binnen alles wat er is, en me verhoudt tot wat ergens over gezegd of gedacht wordt. Vervolgens pas ik deze informatie op een heel intuïtieve manier toe in mijn werk: ik bedenk niet van tevoren wat ik ga doen. Ik probeer wel beelden op te roepen, of in gedachten bijvoorbeeld aan een gevoel te denken wat ik kreeg bij het lezen van een bepaald stuk. Maar vervolgens reageer ik altijd intuïtief op het beeld dat dan ontstaat. Binnen mijn werk doe ik ook onderzoek naar de beelden die ontstaan. Klopt het gevoelsmatig wat het werk verteld?
Op je website houd je ook een visual diary bij; de laatste beelden die je toevoegde zijn vooral van prehistorische beelden en etnografica. Ik zag een aantal vruchtbaarheidsbeelden en moeders met kind. Inspireerden die beelden je bij het maken van de werken in Hands, Hands, Head, Feet en zo ja waarom?
Ja, ik ben veel op zoek naar beelden waarop moeders uitgebeeld staan in de kunst. Ik ben vooral geïnteresseerd in de verschillende manieren van afbeelden door de tijd heen, de historische context van de beelden en wat voor beelden het zijn. Sommige beelden zijn heel direct, sommigen ook wat minder direct en poëtischer. De beelden zijn allemaal onderdeel van een soort archief waarin ik zoek naar een nieuw beeld.
Een van de hoofdthema’s van de expo is het moederschap. Het feit dat je tijdens je zwangerschap een ruimte bent/vormt voor het ongeboren kind. Waarom licht je juist die ruimtelijkheid uit?
Het thema ruimte is inderdaad een thema dat ik eigenlijk altijd gebruik in mijn werk, iets wat me altijd inspireert en fascineert. Ruimtes vertellen zoveel verhalen. Hele persoonlijke of kleine verhalen - bijvoorbeeld over de ruimte tussen bepaalde mensen, relaties, gesprekken, interpretaties, gedachtes, gesprekken in je hoofd etc -, of juist hele grote historische verhalen en bestaande ruimtes, denk aan muurschilderingen in een kerk.
Na de geboorte van mijn dochter in 2018 voelde ik langzaam dat ik me meer wilde verdiepen in de ruimte en dialoog tussen moeder en kind. Een ruimte zijn voor je eigen kind, maar ook later een soort veilige plek zijn voor je kind; altijd een soort lijntje voelen naar je kind. Heel langzaam voelde ik de behoefte om dit meer en meer in mijn werk te onderzoeken en sinds zo’n 1,5 jaar ben ik vooral hierover werk gaan maken. Dat ik tijdens het maken van werk voor Hands, Hands, Head, Feet ook nog zwanger was van ons derde kindje voelde extra bijzonder, en daardoor voelde het maken van dit werk ook heel logisch en dichtbij.
Een van de dingen waarom je bekend staat, is dat je altijd op jute schildert. Wat is er zo aantrekkelijk aan jute als ondergrond?
Ik ben ooit op jute gaan werken op de academie omdat het een goedkoop materiaal was en ik groot werkte. Sindsdien heb ik eigenlijk nooit meer op iets anders geschilderd. Ik houd erg van de weerstand van het materiaal, het weerbarstige, en van het eigen leven. Verf reageert altijd anders op jute, dat heel veel water opzuigt. Hierdoor tonen kleuren anders tijdens het schilderen dan wanneer de verf droog is. Ik vind het heel fijn om echt een soort dialoog met mijn werk te hebben, dat het materiaal ook iets toevoegt en bevraagt.
Aan het begin van je carrière maakte je werk met veel figuratie, daarna volgde een abstracte periode. In het huidige werk zit weer meer figuratie. Zijn dat twee polen waartussen je blijft alterneren of denk je dat je uiteindelijk voor een bepaalde stijl zal kiezen?
Nee, ik vind het heel fijn om heen en weer te bewegen tussen deze twee. Het is voor mij echt wat op dat moment goed voelt, en ik denk dat voor mij het materiaal, meer dan de beeldtaal, leidend is. Ik houd erg van het onderzoeken van materialen en verfsoorten, en ook in beeldtaal ben ik steeds aan het kijken naar wat ik wil laten zien en hoe duidelijk dat moet zijn. De ene keer is dat visueel aanweziger dan de andere keer, denk ik.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
De tentoonstelling Hands, Hands, Head, Feet bij galerie dudokdegroot loopt tot 2 maart. Ik ben verder in mijn atelier aan het werk en we verwachten binnenkort ons 3e kindje.