Als het om ateliers gaat, is schilder Tom Kraanen verpest voor het leven. Al gaat de geur van olie en benzine er nooit uit, de oude garage met hoge plafonds en veel natuurlijk licht is volgens hem bijna niet te overtreffen. Binnenkort moet Kraanen er helaas uit. Hij heeft al een nieuw onderdak gevonden, wederom in een oude garage.
Kraanen (NL, 1990) is autodidact en begon tijdens zijn studie geneeskunde figuratief werk te exposeren. Inmiddels werkt hij abstract. “Het figuratieve was te definiërend voor me. Naarmate ik abstracter werk ging maken, kon ik steeds vrijer en associatiever werken.” Ook werkte Kraanen de afgelopen jaren regelmatig in opdracht van grote modehuizen en -bladen als Vogue en Diesel. Zijn vrije werk is nu te zien bij Josilda da Conceição in de duotentoonstelling Carbon Chroma samen met Denitsa Todorova.
Waar is je atelier en hoe ziet het eruit?
Mijn atelier zit in een oude garage in Amsterdam Noord op de Korte Papaverweg, een hele fijne plek. De straat leeft door (tijdelijke) horecaprojecten, en ik heb vaak mensen die langslopen en nieuwsgierig naar binnen kijken waar ik een praatje mee maak. Wel heb ik flink moeten klussen om er iets van te maken. De geur van olie en benzine gaat er nooit uit, maar de garage heeft een hoog plafond met vier grote dakramen dus het geweldige licht maakt alles goed.
Hoe ziet je dag eruit? Heb je routines, begin je bijvoorbeeld op een bepaalde tijd of staat er altijd muziek aan?
’s Ochtends pak ik de oostpont, podcast op, dan koffie en croissant halen bij mijn buren: Kometen Brood Café, dan muziek aan en werken tot het einde van de middag. Tussendoor nog een paar keer langs bij de buren voor koffie en brood, buiten op straat kijken wat er zich afspeelt en dan weer terug naar binnen met een frisse blik en gestilde honger. In mijn werk staan alledaagse visuele prikkels/stimuli centraal. De fietstocht naar mijn atelier speelt dus een belangrijke rol in wat er die dag op het doek gebeurt.
Je zegt dat stimuli het vertrekpunt zijn van je werk en dat je de hele dag naar muziek luistert. Wat luister je zoal en kies je de muziek uit op wat je die dag wilt doen of maken?
De muziek die ik luister tijdens het werken is divers, van hedendaagse R&B, tot UK Garage, electronisch en psych/surfrock. Van Frank Ocean tot Bicep tot Khruangbin. Vroeger luisterde ik urenlang naar artiesten als Burial, dat hielp me om gefocust te blijven. Jai Paul heeft ook een grote invloed op mijn werk trouwens! Tegenwoordig zet ik daarnaast regelmatig m’n Discover Weekly op Spotify aan, die is vaak echt goed. Housey dingen gemixt met experimentele dingen die niet echt in een genre vallen. Als ik nog een sprint moet trekken in m’n werk zet ik voor de honderdste keer de Boiler Room set van Fred Again aan.
Is er een voorwaarde waaraan een atelierruimte voor jou moet voldoen? Natuurlijk licht, bergruimte, uitzicht op groen of collega’s en vrienden in de buurt?
In het verleden heb ik veel verschillende tijdelijke ateliers gehad, net als deze. Maar zo mooi als ik nu zit, met veel creatievelingen en toffe horecaprojecten om me heen, heb ik nog niet eerder gehad. Op 1 december moet ik helaas m’n garage uit, die gaat plat. Nu ben ik wel verpest voor het leven, want zo een mooie ruimte ga ik niet snel meer vinden.
Je werk is momenteel te zien bij Josilda da Conceição, samen met dat van Denitsa Todorova. Jullie werk kan bijna niet verschillender zijn. Waarom werkt dat goed als je het in een ruimte ophangt?
Doordat Denitsa’s werk zo sterk contrasteert met dat van mij, in kleur, materiaal en techniek, ontstaat er een uitgesproken interactie. Haar werk wordt nóg dieper, dat van mij nóg speelser. Interessant genoeg werken we beiden maximalistisch, al komt Denitsa meer tot de essentie in haar werk. Iets wat ik in de nieuwe serie schilderijen die ik voor deze expositie heb gemaakt ook tracht te doen.
Je werkt tegenwoordig zo intuïtief mogelijk waardoor de kijker misschien iets ziet wat hij of zij misschien onbewust kent. Dat is nogal een overstap van het figuratieve werk dat je aanvankelijk maakte. Kan je die ontwikkeling schetsen?
In het verleden kreeg ik van vrienden en bekenden telkens te horen dat ik mijn stijl weer had veranderd. Ik raakte destijds snel uitgekeken op mijn werk, soms al voor ik het gemaakt had. Het figuratieve was te definiërend voor me. Naarmate ik abstracter werk ging maken, kon ik steeds vrijer en associatiever werken. Binnen het abstracte vind ik ook vaak nieuwe wegen, zoals met deze expositie, en ik verwacht nog lang binnen dit domein te blijven.
Is er een werk in de show waar een bijzonder verhaal aan zit?
Normaal gesproken schets ik niet, maar voor de nieuwe werken die ik voor deze expositie heb gemaakt wel. Dat is dus een eerste keer voor mij. Het schilderij ‘Tube This Way’ had een veel uitgebreidere opzet, maar ik heb veel elementen gelaten in het uiteindelijke werk. Ik besefte me dat het nog sterker was met minder, het had zelfs met nóg minder gekund. Die benaderingswijze is dus ook nieuw voor mij.
We leven in wereld waarin diploma’s een grote rol spelen. Ook voor kunstenaars geldt dat ze doorgaans geschoold zijn. Jij bent autodidact. Was er een moment dat je dacht: ik ga dit op mijn eigen manier doen?
Tijdens mijn studie geneeskunde aan het AMC had ik viavia al wat kleine exposities hier en daar. Op een gegeven moment begon het me te dagen dat het kunstenaarschap ook een optie was, iets dat ik daarvoor nog niet had overwogen. Na het halen van mijn bachelor, tóch een diploma, ben ik me gaan richten op de kunst. Nog een opleiding aan een kunstacademie paste op dat moment niet in mijn leven, maar heb ik wel vaak over nagedacht.
Zitten er eigenlijk voordelen aan autodidact zijn?
Exact deze vraag heb ik een keer aan een galeriehouder gesteld, en hij zei pertinent “Nee.” Dat zegt misschien al genoeg. Zelf denk ik dat ik minder vasthoud aan een kader of idee, en daardoor in zoveel verschillende stijlen heb gewerkt voor ik kwam waar ik nu ben. Later heeft die galeriehouder overigens zijn waardering voor mijn werk uitgesproken. Zo slecht sta ik er dus niet voor.
Naast autonoom werk maak je ook werk in opdracht, onder meer voor Vogue en Diesel. Zie je verschillen met het maken van vrij werk?
Werk in opdracht maken is haast een andere tak van sport, en iets waar ik door de jaren heen veel in heb moeten groeien. Zowel in het zakelijke aspect, alsook de wensen van de opdrachtgever te zien als uitdaging in plaats van obstakel. Bij het maken van werk in opdracht kom toch vaak je eigen ego tegen. Nu zie ik het meer als een proces waardoor ik dingen zou doen waar ik zelf niet op was gekomen.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
Dit weekend opent mijn duo-expositie bij Josilda Da Conceiçao Gallery samen met Denitsa Todorova. Daar heb ik afgelopen tijd naartoe gewerkt en heb ook veel ideeën voor nieuw werk opgedaan. Komende tijd zal ik aan de slag moeten in mijn nieuwe atelier en alles verhuizen. In mijn nieuwe atelier, een oude Mercedes-garage, wil ik begin 2024 een grote groepsexpositie neerzetten. Ook komt er nog een hele toffe samenwerking aan met het ontwerp label van een vriend, maar daar kan ik nu nog niet veel over zeggen. Tot slot staat er nog een grote muurschildering op het programma.