De sculpturen van Elleke Frijters roepen iets herkenbaars op, al kunnen we ze niet meteen plaatsen. Wel overheerst een onbehaaglijk gevoel. Blijf uit de buurt en let op want uw bezoek gaat niet onopgemerkt voorbij!
‘Guarding my fence’ titelt de eerste solotentoonstelling van Elleke Frijters in Base-Alpha Gallery. Sculpturen die in de ruimte staan, vormen eilandjes en afgebakende plekken met een schutting of een hoge omwalling. Het weinige dat we zien, is niet uitnodigend. De sculpturen bakenen fysieke ruimte af door hun grootte, volume en statische verschijning. Ze imponeren. De stekels en pieken zien er dreigend uit. Buitenstaanders zijn hier niet welkom. Wat wordt hier bewaakt of wat valt er te verbergen? Dat wekt nieuwsgierigheid. Helaas, de hoogte ontneemt ons de kans om iets te zien. Terwijl we zelf de neiging hebben om te gluren, voelen we ons ook bekeken. Aan de muren hangen sculpturen in de hoogte, die doen denken aan verlichting of camera’s. Licht of opnames betrappen indringers. De staande sculpturen bakenen dan weer een duidelijk gebied af: dit is van mij! Daarnaast verwijzen ze naar omhulsels. We voelen een binnenruimte of veilige omgeving die bescherming moet bieden tegen een bedreiging van buitenaf. De strakke vormgeving en overwegend grijze tinten versterken een somber en kil gevoel. Wat is hier aan de hand? We doen niets liever dan duiden en benoemen dus we zoeken naar een verklaring in de hoop om zo ook van ons ongemak verlost te raken.
Frijters kiest voor sculpturen die geen eenduidige betekenis oproepen. Dat geeft ons weinig houvast, dus moeten we voortgaan op onze ervaring. Hoewel ze met haar werk net inspeelt op onze drang naar een referentiekader, licht ze een tipje van de sluier op. “De getoonde sculpturen zouden elementen uit stadstuinen kunnen zijn”, duidt ze. “We begrenzen onze tuinen fel en passen een bijzondere tuinesthetiek toe. Een hek zorgt voor privacy en creëert een gevoel van veiligheid, maar het heeft iets beklemmends en je mist zo ook dingen. Je blik naar de buitenwereld wordt afgeblokt en er is geen interactie meer mogelijk.”
Onze vreemde tuinesthetiek vertaalt Frijters in nabootsingen van fauna en flora. De lampen zouden ook bessen of denappels kunnen zijn, de camera’s vogels. De hekken verwijzen dan weer naar wilgen of leibomen, de bedreigende elementen naar onkruid. Frijters toont onze vreemde relatie met natuur. We vinden de vormentaal aantrekkelijk en willen ons daar graag mee omringen. Toch geven we de voorkeur aan een kunstmatige uitvoering. Dan bepalen wij hoe de vorm en kleur eruitziet en waar het een plek krijgt. Terwijl we de veranderlijke of vergankelijke aard van iets natuurlijks niet in de hand hebben. We willen de schoonheid, maar niet instaan voor de zorg die natuur met zich meebrengt. “Plastieken schuttingen in uiteenlopende varianten refereren aan natuur, maar ze vergaan niet en je moet ze niet snoeien.”
We staan bij ‘My fence makes your shadow’. Deze veelzeggende titel behoort tot een antracietkleurig weefsel, wat een gesloten, hoge omheining vormt. We zien er enkel twee spiesen en een lamp bovenuit steken. “We richten onze tuinen in met afgietsels van natuurlijke materialen”, vertelt Frijters. “Ook voor tuinmeubels kiezen we vaak voor deze plastieken weefsels. De lampen en de spiesen zijn gegoten ornamenten die je in de ijzerhandel kan kopen om ergens op te lassen, zodat het lijkt alsof het smeedijzer is. Veel van die ornamenten hebben een rustiek karakter. Met de structuur binnenin wil ik een bevreemdend effect creëren. Het geeft de indruk iets te belichten wat je als bezoeker niet kan zien. De zigzaggende spiesen zijn dan weer een verwijzing naar de Japanse duizendknoop. In de omgeving van mijn atelier in Mons woekert die plant enorm.”
Reflecties
De drang naar controle en ordening van onze omgeving komt in Frijters’ sculpturen ook tot uiting in haar voorliefde voor een strakke, statische en verticale vormentaal. Het is een vertaling van hoe veel tuinen eruitzien. Frijters speelt subtiel met licht en kleur. Het antracietkleurige weefsel is beschilderd met groene banden. Vanop een afstand zorgt dat voor een boeiende lichtreflectie. Dat is ook het geval bij ‘I wish i‘m doing well’, een sculptuur met blauwe banden. De oppervlakte blinkt en vibreert. Het voelt alsof we voor een omwalling van een fort staan, bewaakt door een leger. “Ik ben fan van middeleeuwse kunst”, zegt Frijters. “Ik hou van de manier waarop ze toen complexe vormen versimpelden en een bevreemdend perspectief weergaven. Mijn interesse gaat voornamelijk naar de omgeving waarin de mensen afgebeeld werden. Op middeleeuwse schilderijen zie je verwijzingen naar wilgen en hekken. De tuinen werden besloten weergegeven. Het waren iconische afbeeldingen waarbij het goede en veilige zich binnenin bevond en het wilde en onbekende buiten. De takjes om de hekken weer te geven werden niet afzonderlijk, maar als volume geschilderd. Die worstachtige voorstelling pas ik in mijn sculptuur ook toe. De kleur verwijst naar een tapijtachtig weefsel uit de Middeleeuwen en voor de pieken die eruit steken, baseerde ik me op riet.” Verschillende betekenissen of verhaallijnen komen samen in haar werk. Afhankelijk van ons referentiekader zullen we er een bepaalde invulling aan geven.
Abstraheren
Begrenzingen vinden we ook terug in de vorm van leibomen of paaltjes. ‘Forbidden fruits’ is een sculptuur uit keramiek. “De vorm verwijst naar leibomen die we leiden op een structuur, meestal aan een oprit van een huis”, vertelt Frijters. “We willen dat het er keurig uitziet en onze auto moet ernaast passen. De kleikleur is een verwijzing naar middeleeuwse reliëfs uit zandsteen. De mensen werden centraal afgebeeld en de achtergrond werd ingevuld met natuur.” Frijters toont opnieuw hoe we natuur manipuleren om ons bezit af te bakenen. Aan de uiteinden hangen camera’s of vruchten. De titel vertelt ons wijselijk uit de buurt te blijven. Bepaalde sculpturen verwijzen eerder naar de inrichting van ons bezit, zoals een parasolvoet bestaande uit plastieken terracottastenen of een structuur voor klimplanten. Eén sculptuur breekt ietwat met de verticaliteit en heeft een meer organische vorm. Dat werkt goed binnen de opstelling. Het oogt een plant. De titel ‘For the corner of your balcony’ geeft enige duiding. Hoewel Frijters vaak boetseert, zien we dat niet in haar sculpturen. Ze kiest voor een industrieel uitzicht. “Ik kies ervoor om bepaalde vormen te boetseren. Als ik ze zou afgieten, dan zouden ze rechtstreeks naar de werkelijkheid verwijzen. Ik manipuleer graag vormen en maak abstracties, zodat ze bevreemdend aanvoelen. Op die manier hoop ik dat de kijker niet in staat is om ze meteen te herkennen en benoemen.”
Frijters wijst ons op hoe we ons bezit afbakenen en vormgeven. Waarom maken we natuur na en richten we een besloten stukje grond in als mooie, gecontroleerde omgeving terwijl natuur net het omgekeerde betekent? Niets is eenduidig en alles verandert voortdurend. Daar hebben we als mens nooit grip op. Hoe absurd is onze drang naar controle, afbakening en ordening? Wat brengt ons dat? Nog een groter gevoel van onveiligheid en angst? Kunnen we die fysieke begrenzingen laten vallen en (onverwacht) bezoek met open armen ontvangen?