Lydia Hannah Debeer neemt met haar recente videowerken de galerieruimte van Fred&Ferry in. Een pakkend gevoel overstijgt de aanwezigheid van beeld, klank en scenografie. Het raakt ons wezenlijk omdat haar werk een aantal fundamentele aspecten van leven belicht.
‘Melting Mountains’ toont opnames uit de Schotse Hooglanden. We zien een drieluik met uitgestrekte besneeuwde berglandschappen. Onze voetstappen kraken, zoals in sneeuw, wanneer we ons door de galerieruimte verplaatsen. Het is alsof we zelf naar het landschap onderweg zijn. Onze blik gaat naar adembenemende landschappen en brengt ons al gauw naar het gevoel dat deze plaatsen uitlokt. Intussen horen we pianomuziek, zang of geluidsopnames uit het landschap. Deze versterken het ontzaglijke en broze karakter van het berglandschap. De subtiele pianocomposities zijn van Laurens Dierickx en de gevoelige zangpartijen van Lydia Hannah Debeer. Hun kabbelende ritme brengt ons tot stilstand, al mijmerend over de betekenis van de gezongen teksten. Subtiele variaties in klank en beeld creëren een spanningsboog en houden onze aandacht vast. Even vergeten we alles rondom ons. Wanneer de aftiteling verschijnt, volgt het besef dat het (al) voorbij is.
Klank, beeld en presentatie: alles vloeit in elkaar over. Debeer laat ons voelen hoe alles samenhangt en voortdurend onderhevig is aan verandering. Naarmate de video-opname vordert, nemen we subtiele wijzigingen gewaar. Eerst wanen we ons boven wolkenvelden, waardoor toppen van de bergen zichtbaar zijn. Geleidelijk aan zien we de bergen en leiden de camera-opnames ons uiteindelijk tot aan de boomgrens in het dennenbos. Ook het landschap dat geleidelijk aan roder kleurt, wijst op het verstrijken van tijd. Smeltende sneeuw toont het wisselen van seizoenen. De warmte vertaalt zich in trillingen in de lucht. Naar het einde van de video-opname horen we hoe het geluid van smeltwater steeds sterker op de voorgrond treedt.
Debeer maakte in de Schotse Hooglanden enkel statische opnames, maar we zien ook bewegingen door het landschap. “Dat gebeurde per toeval”, duidt Debeer. “Toen ik inzoomde in een video still, merkte ik dat die beweging een boeiend beeld opleverde. Ik maakte schermopnames terwijl ik digitaal door het landschap van mijn opnames scrolde. Dat zorgt voor een nieuwe vorm van monteren. Ik zoek naar een spanning en die vind ik in de balans tussen de harmonie van de landschappen en de digitale beweging.”
We zien nog een tweede videowerk van Debeer. ‘Shedding Skin’ toont kolkend water. Het formaat en de plaatsing van de projectieschermen brengen ons meteen naar de stormachtige zee. Het hoge en smalle beeldformaat versterkt de stroming van het water. “Ik stuur steeds meer hoe mensen zich door de ruimte verplaatsen”, vertelt Debeer. “Je blijft bewegen zonder een standpunt te vinden, waarbij je beide schermen goed kan zien.”
We voelen de kracht en onmetelijkheid van natuur. Hoewel we slechts een detail uit de wilde zee zien, blijven we gebiologeerd kijken naar de dynamiek en de subtiele veranderingen in licht en kleur. Rusteloos of rustgevend, beweging of stilstand: als het ene er is, komt het andere.
“De fysieke uitwerking van natuur pakt mij”, aldus Debeer. “Ik zoek naar hoe ik beelden van landschappen kan inzetten om een sfeer te creëren die iets teweegbrengt. De ervaring staat centraal in haar werk. Die is zo treffend en confronterend omdat ze ons wijst op zaken die zo typerend zijn voor ons bestaan. We denken en voelen in polariteiten. Iets ervaren we doordat we het tegengestelde kennen. Dat creëert een spanningsveld, wat Debeer in haar werk uitspeelt. Leven is veranderlijkheid en constant bewegen van het ene in het andere. “Je kan niets vastgrijpen”, zegt Debeer. “Het besef hoe tijdelijk alles is, fascineert me. Ik creëer ruimte voor die verandering. Een moment in de beweging tussen waar we waren en waar de naartoe gaan.”
‘Shedding Skin’ is ook de titel van de tentoonstelling. Vervellen verwijst naar de transformatie van oud naar nieuw. Debeer gaat op zoek naar overgangsfases. Waar bevinden die zich en is het mogelijk om die te vatten? “De psychotherapeute Julia Samuel noemt het ‘de vruchtbare leegte’”, vertelt Debeer. “Dingen zijn in die leegte zowel in opbouw als in afbraak. Neem bijvoorbeeld de overgang van een rups naar een vlinder. In de cocon vindt een transformatie plaats. Ook al zou je de cocon openen, toch zou je die tussenfase nooit zien. Rebecca Solnit beschrijft datzelfde gevoel in haar boek ‘A fieldguide to getting lost’. Ze heeft het over haar fascinatie voor het blauw aan de uiterste rand van wat zichtbaar is. De kleur van alles wat ver weg is, zoals van de horizon of van afgelegen bergketens. De kleur van die afstand is de kleur van een emotie, de kleur van eenzaamheid en van verlangen. De kleur van waar je niet bent en van waar je nooit heen kunt. Want het blauw bevindt zich niet op de plek kilometers ver aan de horizon, maar in de atmosferische afstand tussen jou en de bergen. Steeds onderweg zijn naar iets, houdt mij bezig. Je kan terugkijken op verandering, maar evengoed vooruitkijken of hopen op wat nog kan komen. Beide standpunten interesseren me. Niets blijft wat het is en dat motiveert mij telkens opnieuw om een werk te maken.”