Vandaag opent de hedendaagse kunstbeurs Enter Art Fair (25-27 augustus) officieel haar deuren voor het publiek in de grootschalige Lokomotivværkstedet (Locomotiefwerkplaats) in Kopenhagen. Enter Art Fair is de grootste internationale kunstbeurs van Scandinavië en tijdens deze vijfde editie kun je werk bekijken in de booths van 88 galeries uit 22 landen. Samen presenteren ze een veelheid aan media, van schilderijen, sculpturen en video tot keramiek en digitale kunst. Vier van deze galeries zijn verbonden aan GalleryViewer: PLUS-ONE Gallery, Galerie Caroline O’Breen, Galerie Gerhard Hofland en Rademakers Gallery.
Rademakers Gallery presenteert een kleurrijke groepstentoonstelling met twaalf kunstenaars uit de stal van de galerie: Joana Schneider, Jessi Strixner, Leonie Schneider, Anne Mei Poppe, Yamuna Forzani, Sebiha Demir, Kamila Sipika, Stefan Gross, Martijn Hesseling, Chris Rijk, Jorge Mañes Rubio en Vic de Groot. Denk bijvoorbeeld aan een met glazen kralen bedekte basketbal van de Spaanse kunstenaar Jorge Mañes Rubio, die in zijn werk in gaat op de relatie van de mensheid met het universum. Hij speelt met de tegenstelling materialiteit versus immaterialiteit en gaat dieper in op hoe bepaalde ongrijpbare emoties en herinneringen tastbaar gemanifesteerd, gevoeld en geactiveerd kunnen worden. Zijn werk was eerder onder andere te zien in het V&A en de Royal Academy in Londen, het National Museum of Modern and Contemporary Art Seoul en La Triennale di Milano.
Je ziet in de booth ook werk van de Duitse kunstenaar Joana Schneider, die zich heeft gespecialiseerd in het hergebruik van oude vissersnetten en touwen. Deze materialen combineert ze vervolgens met traditionele en moderne technieken en gerecycled garen uit petflessen. Haar werken gaan over duurzaamheid en ambacht en dagen tegelijkertijd gendernormen uit. Recente inspiratiebronnen zijn de Polly Pocket-speelgoedserie en op Enter Art Fair toont ze ook haar nieuwste werk 'Vanilla Garden’. Haar werk was eerder onder meer te zien in Stedelijk Museum Schiedam en het Stedelijk Museum in Amsterdam. Tip: vraag of je een kijkje mag nemen in een geheime ruimte in de booth.
PLUS-ONE Gallery uit Antwerpen toont op de beurs werk van Sergio De Beukelaer, Judit Kristensen, Laurens Legiers, Mevlana Lipp, William Ludwig Lutgens en Victor Verhelst. De mysterieuze schilderijen van de Zweedse kunstenaar Judit Kristensen lijken zich te bewegen tussen autobiografische elementen en een droomwereld, beladen met een zekere existentiële spanning, wellicht versterkt door het gebruik van kleur en licht. Voor sommige stijlelementen laat Kristensen zich inspireren door het werk van iconische Scandinavische kunstenaars als Edvard Munch en Vilhelm Hammershøi.
De Duitse kunstenaar Mevlana Lipp laat zich voor zijn schilderijen inspireren door de magische schoonheid, puurheid en wreedheid van de natuurlijke wereld, die hij stileert als een metafoor voor menselijke emoties en ervaringen. In zwart en neonkleuren geeft hij onder meer uitdrukking aan de complexe manieren waarop organismen communiceren en in verbinding staan. In It’s Nice That stelt hij: “Voor mij symboliseert [de natuur] onze emoties en ervaringen die verder gaan dan de beperkingen van onze bewuste geest.”
Galerie Caroline O’Breen toont op de beurs werk van twee Nederlandse kunstenaars: Bart Lunenburg en Jaya Pelupessy. Lunenburg richt zich in zijn multidisciplinaire praktijk op architectuur(geschiedenis), stedelijk ontwerp en architecturaal erfgoed. Hij kijkt naar gebouwen en steden als entiteiten die een eigen geheugen (zouden kunnen) hebben en werkt onder andere met fotografie, video en ruimtelijke installaties. Lunenburg toonde zijn werk eerder in Atelier NŌUA in Noorwegen, Fotografiska in Stockholm, Kunsthal KAdE en Museum Catharijneconvent en hij werd o.a. genomineerd voor de Foam Paul Huf Award (2021).
Pelupessy onderzoekt de invloed van fotografie op onze perceptie van de werkelijkheid. Hij nodigt ons uit om te reflecteren op hoe beelden worden gemaakt en begrepen, door historische reproductietechnieken te analyseren, te deconstrueren en op een andere manier te gebruiken. Voor 'Manufactured Manual' manipuleert hij een combinatie van archieffoto’s en zijn eigen foto’s met behulp van hedendaagse technologie — en legt daarbij de nadruk op de constructie van het beeld. Pelupessy's werk werd onder meer tentoongesteld in het Centraal Museum, het Tropenmuseum, Red Hook Labs in New York en FOAM Amsterdam. Hij werd in 2019 geselecteerd als een van de Foam Talents en zijn werk is sinds 2020 onderdeel van de Eregalerij van de Nederlandse fotografie in het Nederlands Fotomuseum.
Galerie Gerhard Hofland toont op de beurs werk van Janine van Oene en Jacqueline Peeters. Het is haast onmogelijk om naar het werk te kijken van Van Oene zonder er een herkenbaar object in te willen zien. Wanneer je voor haar schilderijen staat doemen er associaties op met bloemen, planten, lichaamsdelen, dieren of zelfs kledingstukken — ogenschijnlijk uitgevoerd in een enkele, zelfverzekerde beweging. Toch kun je er meestal net niet je vinger op leggen. De schilder nodigt de kijker uit om vrije associaties te maken, hoewel de verbeeldingen, structuren en kleurcombinaties vaak wel degelijk verwijzen naar vormen en objecten uit de werkelijkheid. Inspiratie uit de natuur of architectuur, maar ook in de vorm van oude boeken of antiek servies uit een tweedehands winkel. Werk van Van Oene is onder andere opgenomen in de collecties van De Nederlandse Bank, KMPG, de Koninklijke Verzamelingen, de ING Art Collection en AkzoNobel en ze sleepte verschillende prijzen in de wacht, waaronder de Buning Brongers Prijs (2014), de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst (2017) en de Jeanne Oosting Prijs (2020).
Ondanks het feit dat Jacqueline Peeters al vroeg in haar carrière een Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst in de wacht sleepte lukte het haar in eerste instantie niet om representatie door een galerie veilig te stellen. Halverwege de jaren negentig gingen haar werken een andere, meer conceptuele kant op. Ze schilderde oude doeken over en gaf daar titels aan als ‘Unsold painting no. 443’. Peeters schildert ook prijslijsten en verwijst in haar doeken bijvoorbeeld naar de status van werken in opslag, de namen van fictionele galeriehouders en de vloeren van de galeries waarin ze haar werk zou willen tentoonstellen. Peeters uit hiermee kritiek op de kunstwereld, op de willekeur en de ongeschreven (economische) wetten die er gelden. Toch zijn de werken eerder ironisch en humoristisch dan sarcastisch bedoeld. Ze vormen in feite het startpunt voor een persoonlijk onderzoek, onder andere ook naar haar persoonlijke stamboom.