ROOF-A in Rotterdam presenteert tot en met 30 september een speciale zomersalon, waarin de werken van twee kunstenaars belicht worden: Juliette Minchin en Maria Roosen. Deze kunstenaars hebben een verschillende achtergrond, vertegenwoordigen allebei een andere generatie en kiezen ieder een eigen benadering van materiaal en vorm. Thematisch is er enige overlap: beide kunstenaars gaan in hun werk dieper in op universele tegenstellingen als kracht en kwetsbaarheid, lichamelijkheid en sensualiteit, en leven en dood. De salon belichaamt twee belangrijke doelstellingen van ROOF-A, om enerzijds werk van vrouwelijke kunstenaars uit te lichten — onder meer via een speciale tweejaarlijkse kunstprijs voor vrouwelijke kunstenaars — en tegelijkertijd een intergenerationele dialoog mogelijk te maken.
De Nederlandse kunstenaar Maria Roosen is internationaal bekend vanwege haar emotioneel beladen creaties van glas, die zijn opgenomen in de collecties van verschillende instituten en musea, waaronder Museum Voorlinden, Museum Arnhem, Museum Boijmans van Beuningen en Stedelijk Museum Schiedam. Deze werken variëren van intieme stukken tot monumentale installaties als haar ‘borstentros’ in de tuin van Museum Arnhem. De kunstenaar maakt op een unieke manier gebruik van geblazen glas en haar werken stralen een krachtige sensualiteit uit, terwijl ze tegelijkertijd ook een broze breekbaarheid suggereren. Naast glas werkt de kunstenaar ook met aquarel en materialen als hout, goud en wol. Roosen speelt in haar praktijk met thema's als kracht, kwetsbaarheid, sensualiteit, groei, liefde en dood. In 1995 vertegenwoordigde ze Nederland op de Biënnale van Venetië, in een presentatie met Marlene Dumas en Marijke van Warmerdam.
Het werk van Roosen wordt gepresenteerd naast het werk van de jongere kunstenaar Juliette Minchin. De Franse kunstenaar maakt gebruik van materialen als pleister, aarde en was, maar ook licht, geur en licht. Het geeft haar ietwat ambigue werken een organische en tactiele uitstraling die doet denken aan de menselijke huid. Haar praktijk omvat onder meer beeldhouwwerken, installaties, video's en tekeningen, waarin ze ingaat op thema’s als tijd, verdwijning en transformatie. De omgevingen die ze creëert kunnen worden gezien als rituele plaatsen en haar werken nodigen de kijker uit tot introspectie. De kunstenaar combineert daarbij haar achtergrond in scenografie met haar artistieke werk, dat onder meer te zien was tijdens Biennale BIS (in het beroemde kunstenaarsdorp Saint-Paul de Vence), de HOOP Biënnale in Oosterhout en in de Melting Chamber in Selfridges in Londen.
De tentoonstelling in ROOF-A dient ook als prelude voor een grotere groepstentoonstelling in het voorjaar van 2024, die zal focussen op het thema vruchtbaarheid. Hier zullen naast Roosen en Minchin ook werken van de Griekse kunstenaar Kalliopi Lemos te zien zijn, wier openbare werk — een zes meter hoge vlecht — inmiddels een bekend herkenningspunt is geworden op de Westersingel in Rotterdam.