Fotograaf Margaret Lansink (1961) speelt in ‘Friction’ bij Galerie Bildhalle Amsterdam met de (dis)connectie tussen mens en natuur. Lansink laat zien dat zij analoge fototechnieken zoals zilvergelatinedruk en platinum palladium feilloos beheerst. Haar artistieke doel is om thema's uit haar eigen leven universeel te maken, bijvoorbeeld ouder worden en vrouw zijn, om zo de discussie hierover te inspireren en faciliteren. Lansink: “Ik voel dat ik absoluut een verhaal te vertellen heb. Door het vrouwelijke verhaal te vermengen met de tijdloze schoonheid van de natuur, wordt leeftijd irrelevant en de onderlinge (veer)kracht van vrouwen over alle generaties heen zichtbaar. Het is belangrijk dat wij vrouwen samenwerken, elkaar helpen, inspireren en motiveren. Ik noem dit ‘intergenerationeel feminisme’.”
Daar staan we dan – omringd door jouw eerste solotentoonstelling ‘Friction’ bij Bildhalle Amsterdam, locatie Willemsparkweg. Wat zijn voor jou criteria om met deze galerie samen te werken?
Zichtbaarheid en een groot bereik, omdat Bildhalle een gerenommeerde galerie is die op veel plekken haar kunstenaars toont. Tijdens de opbouw deed zich een verassing voor: Zwitserse verzamelaars werden op slag verliefd en kochten het grote kunstwerk Landing (2023) dat bij binnenkomst hangt. Een fantastische start van deze expositie.
Eén van jouw inspiratiebronnen is Simone de Beauvoir. In jouw boek haal je haar aan: ‘Life is a process of becoming, of eternal becoming’. Hoe verhoudt dit citaat zich tot jouw werk?
Het citaat past bij de hele serie die hier te zien is. Wijs worden is leuk, maar de verandering die mijn lichaam ondergaat is lastig. Ik vroeg mezelf: ga ik die verandering omarmen of ga ik ertegen vechten? Ik heb heel veel gevochten in mijn leven en dat wil ik niet meer. Ik wil leven met de flow van het leven. Ik ben een paar keer in Japan geweest en heb daar het wabi-sabi ontdekt.
Mooi dat de reis naar Japan jou heeft geïnspireerd. Voor de beelden uit jouw serie ‘Becoming’ (2023) reisde je naar Death Valley in Californië.
Klopt, daar heb ik met mijn partner een road trip gemaakt en de omgeving verkend. Ik leefde daar met de natuurtijd in plaats van de kloktijd. ’s Avonds om acht uur gingen wij de tent in, omdat het dan volledig donker was en ‘s ochtends om vijf uur werden wij wakker door de huilende coyotes en de opkomende zon. Het was magisch om een tijdje zo te mogen leven.
Een prachtige reis moet dat zijn geweest. Was het om op te laden of had je de ambitie om jouw camera apparatuur mee te nemen en een serie te maken?
Doelbewust om een foto serie te maken. Daarvoor had ik een analoge Leica L6 bij me en dit jaar voor het eerst ook een digitale Leica omdat ik platinum palladium prints wilde maken en bij deze techniek gebruik je digitale negatieven. Daar heb ik een deel van deze foto’s geschoten: tijdloze landschappen in de vorm van bergen, bomen, struiken en zand.
Deze combineer je met de andere visuele helft, namelijk portretten van modellen. Wat is het verhaal hierachter?
De modellen zijn dansers van het Scapino ballet in Rotterdam, die op 35-jarige leeftijd met pensioen zijn gegaan. Zij hebben zich omgeschoold en weliswaar een ander beroep gekozen, maar dansen blijft hun passie. Ik wil hiermee hun vrouwelijke veerkracht uiten en illustreren dat door verandering te omarmen kracht komt vanuit imperfectie.
Prachtig, de schoonheid van het verstrijken van de tijd. Van welke technieken heb je gebruik gemaakt?
Deze serie kleine beelden met als titel ‘Becoming’ heb ik afgedrukt in de donkere kamer, het zijn zilvergelatine afdrukken. Daarnaast heb ik de landschappen en portretten met elkaar verbonden vanuit de Japanse filosofie kintsugi. Dat is een techniek om gebroken keramiek met bladgoud te lijmen en accentueren met het idee dat het object mooier kan worden dan daarvoor. Bij sommige werken heb ik contrasten versterkt door een laag houtskool toe te voegen. Uiteindelijk doe ik alles op intuïtie.
Ook in ‘Body maps’ (2019) staat het menselijk lichaam centraal. Hoe is deze serie ontstaan?
Ik heb vrouwen van mijn eigen leeftijd gevraagd om model te staan. Voor dit project ben ik zes weken in Portugal verbleven na de bosbranden in 2017. Het gebied lag totaal plat. In die periode hield ik mij ook bezig met het ouder worden en overwoog ik plastische chirurgie te doen. Met mijn afweging of ik in zou grijpen in mijn lichaam zag ik een link met de bosbranden die mede zijn ontstaan doordat de boeren de eucalyptusplanten, die zeer brandbaar zijn, in de fik hebben gestoken. Juist door menselijk ingrijpen had dat desastreuze gevolgen voor de bossen.
Heeft die ervaring ook effect gehad op jouw keuze om wel/niet aan cosmetische ingrijpen te doen?
Ik weet niet of die ervaring er direct aan heeft bijgedragen. Echter wel aan hoe ik het ouder worden nu ervaar. Het voelt als het omarmen van wie ik ben, waar ik ben en waar ik voor sta. Ik voel dat ik absoluut een verhaal te vertellen heb. Door het vrouwelijke verhaal te vermengen met de tijdloze schoonheid van de natuur, wordt leeftijd irrelevant en de onderlinge (veer)kracht van vrouwen over alle generaties heen zichtbaar. Het is belangrijk dat wij vrouwen samenwerken, elkaar helpen, inspireren en motiveren. Ik noem dit ‘intergenerationeel feminisme’.
Want jij geeft portfolio’s reviews voor jonge fotografen. Kan je een voorbeeld geven van zo’n coaching traject waar dit intergenerationeel feminisme een rol speelt?
Ik heb een fotograaf uit Londen die vorig jaar begon met een coaching traject bij mij. Zij had net een expositie en we zijn momenteel samen met een boek bezig. Ook begeleid ik nu sinds een paar jaar fotografie studenten naar hun eindexamen aan de hogeschool in Maastricht. Dat vind ik heerlijk om te doen.
Het gaat daarbij om een klik hebben en openstaan voor feedback lijkt me.
Dat is mooi dat je dat zegt want voor mij is het wel een voorwaarde dat ik eerst een kennismaking heb voordat ik één op één coaching sessies aanga. En dat die klik wederzijds is. Het is super als je energie van elkaar krijgt. Dit bedoel ik ook met elkaar inspireren en motiveren.
Tot dusver klinkt het alsof je veel reflecteert op de keuzes die je maakt als kunstenaar en mens. Kan je een ander werk uitlichten waaruit het autobiografische karakter blijkt?
Dan zou ik het werk Reach out (2022) waar we nu voor staan noemen. We zien twee vrouwen die bij elkaar staan; hun ruggen, billen en kuiten raken elkaar voorzichtig om de verbinding aan te geven die een vriendschap symboliseert. De titel symboliseert ook de energie die in elke vriendschap geïnvesteerd moet worden. Bewust raken niet alle lichaamsdelen elkaar, want ondanks dat ik heel open ben, vind ik dat je in een relatie of vriendschap mysterie voor jezelf moet bewaren. En tegelijkertijd elkaar ook weer weet te vinden.
Voor dit werk maakte je gebruik van een net andere techniek.
Dit is inderdaad liquid light. In tegenstelling tot de zilvergelatinedruk van ‘Becoming’ zit het lichtgevoelige in het papier. Voor Reach out (2022) prepareer ik het papier zelf door er met een Japanse kwast lichtgevoelige emulsie op te smeren. Ik kan tijdens dit proces niet zien tot wat voor resultaat het leidt, vandaar dat het weer aansluit op de schoonheid van imperfectie.
Spannend proces lijkt mij dat, van het niet exact weten wat eruit komt.
Dat is het zeker. Van de 10 liquid lights die ik van één en hetzelfde beeld maak, zijn er maar 1 of 2 goed genoeg om te kunnen gebruiken voor mijn series. Wel bewaar ik deze omdat ik na een tijdje deze imperfecte beelden vaak best heel mooi vind.
Is er daarnaast nog een andere traditionele fototechniek waarmee je experimenteert?
In het werk Snow-White (2022) pas ik één van de oudste technieken uit de fotografie toe, platinum palladium. Het is ook een donkere kamer techniek alleen heb ik hiervoor Uv-licht in plaats van doka-licht voor nodig. Platinum palladium gaat maar liefst 1000 jaar mee. De uitkomst is altijd verschillend, zoals te zien is in de organische randen en de toon van de afdruk.
Knap hoe jij dit soort eeuwenoude lichtgevoelige technieken feilloos beheerst. Niet alleen de uiteindelijke foto’s zijn kunst, maar ook het hele technische proces dat daaraan vooraf gaat is een kunstvorm. Niet voor niets won je in 2019 de Hariban Grand Prize voor het project ‘Borders of Nothingness - On the Mend’ (2018).
Voor deze residency combineerde ik 170 jaar oude analoge technieken met hedendaagse fotografie. ‘Hari’ betekent glasplaten en ‘ban’ printplaat in het Japans. Met kizuki handgemaakte washi papier en 23Kt bladgoud ontstonden de werken Tranquility I en II (2021) die ook hier in de Bildhalle hangen.
Als we buiten de kaders van residencies en galeries denken, wat zou voor jou een droomlocatie zijn om te exposeren?
Grappig dat je ernaar vraagt. Dan denk ik terug aan mijn afstuderen in 2012 aan de Fotoacademie Amsterdam. De directeur vroeg mij: wat is jouw doel? Ik antwoordde dat ik tussen mijn 80e en 90e in Huis Marseille een retroperspectief wil tonen. Dat betekent voor mij dat ik altijd aan het reflecteren ben of ik op het goede pad ben. En dat betekent autonoom werk kunnen maken, en niet de commerciële kant op. Daarom waardeer ik de samenwerking met Bildhalle.
Tot slot een kritische vraag: juni 2023 heeft wereldwijd de hoogste temperatuur ooit gemeten. We worden overweldigd door nieuwsberichten en fenomenen in ons dagelijks leven die te maken hebben met klimaatverandering. In jouw werk haak je in op de (dis)connectie tussen mens en natuur qua thematiek en duurzaam materiaalgebruik. Ben jij hoopvol als kunstenaar dat we het tijd kunnen keren?
Nee helaas niet, voor mij is het glas halfleeg. Ik merk dat ik het lastig vind dat ik bewuste keuzes probeer te maken zoals zoveel mogelijk met de trein te reizen en weinig vlees te eten. Als mensen uit gemakzucht het vliegtuig nemen voel ik de kritiek opborrelen, maar durf dat tijdens een gesprek niet te uiten. Dat doe ik op een subtiele manier in mijn kunst. Hoewel mensen in eerste instantie denken dat mijn werk esthetisch is, is er altijd die diepere laag die maatschappelijke issues adresseert.
Wie er langer naar kijkt en de tijd voor neemt, kan er niet omheen dat jouw kunst een groter maatschappijkritisch verhaal communiceert. Het lastige is dat de strijd tegen klimaatverandering van allerlei factoren afhankelijk is – individuen, overheden en bedrijven – en dat het moed vergt om elkaar én jezelf erop aan te spreken.
En in de tussentijd blijven we maar vlees eten en vliegen we de wereld rond. Mijn generatie zegt wel eens: waarom zouden wij ons nu nog aanpassen? Dan denk ik: juist wij mogen dit niet zo achterlaten voor onze (klein)kinderen. We zijn nog niet klaar. Met mijn kunst wil ik de liefde voor de natuur meegeven met als onderliggende boodschap: wees er zuinig op.