Met haar solotentoonstelling Pondering Haven wilde Kirsten Spuijbroek “een thuishaven voor contemplatie creëren, een aanlegplaats waar alles tot stilstand komt.” Een rustpunt in de hectiek van het dagelijks leven. De Rotterdamse kunstenaar, bij wie thema’s als rouw en verlies nooit ver weg zijn, ontwikkelde voor Pondering Haven een nieuwe glazuurtechniek. Ze maakte er onder meer twee manshoge zuilen mee die bestaan uit keramische bloemenkransen. De bloem is Spuijbroeks oervorm. “Bloemen staan voor mij symbool voor het leven zelf, het toont een schoonheid die vergankelijk is door tijd.” Spuijbroeks werk staat ook buiten de landgrenzen in de belangstelling. In juli maakt ze kans op de prestigieuze Italiaanse Premio Faenza winnen, een van de belangrijkste prijzen voor hedendaagse keramische kunst. Pondering Haven is nog tot en met 1 juli te zien bij galerie Roof A in Rotterdam.
Waar is je atelier?
Mijn atelier is te vinden in Rotterdam Zuid, in de Gouwstraat in Oud Charlois. Hier wonen en werken veel andere kunstenaars. Charlois was ooit een zelfstandig dorp, dat dorpse gevoel is er nog steeds.
Hoe ziet het eruit? Heb je je eigen oven of doe je dat elders in de stad?
Mijn atelier is in een voormalig winkelpand met grote ramen en veel licht. Op drie minuten lopen van mijn huis is het nog net niet een atelier aan huis. Het heeft een prima aantal vierkante meters, maar omdat ik mijn atelier deel met mijn partner is het toch ook wel weer aan de krappe kant. Het is constant puzzelen met mijn ruimtelijk werk, de vele emmers porselein, twee ovens, een werkbare goudsmidwerkbank, een beste verzameling elektrische gereedschappen, een opslag en een werktafel.
Over een aantal weken krijgen we meer ruimte: het naastgelegen pand wordt onderdeel van ons atelier. Daar ga ik deels naartoe verhuizen. Er komt een nieuwe, grote oven te staan en er is meer ruimte voor groter werk.
Voor Pondering Haven maakte je onder meer twee zuilen van keramische bloemkransen. Volgens het persbericht gaan die een relatie aan met de omgeving van de galerie, het Scheepvaartkwartier. Kan je uitleggen hoe dat zit?
Mijn uitgangspunt was om een thuishaven te creëren voor contemplatie, een aanlegplaats waar alles tot stilstand komt, een meditatief rustpunt om naar terug te keren. Iets waar in een stad en het moderne leven een tekort aan is. Door de omgeving van de galerie, heeft het werk een natuurlijke connectie met de haven. Rotterdam is als havenstad een plaats waar vele schepen aanmeren. Een schip ligt in de haven in ruststand, het wordt ontladen en vaart met een nieuwe lading verder.
Het werk bestaat uit twee delen waardoor het ook refereert aan een poort en de transitie van het een in het ander. Net zoals het kleurverloop ook in transitie is.
Wat was het lastigste om te maken voor deze tentoonstelling?
Eind vorig jaar heb ik een residentie afgerond bij het EKWC (Europees Keramisch Werkcentrum) in Oisterwijk, hier heb ik uitgebreid onderzoek gedaan naar glazuur. Bij ROOF-A zijn de uitkomsten van dit onderzoek te zien. Het laat zien dat experimenten met kleine verschillen in bijvoorbeeld samenstellingen en grondstoffen echt tot totaal verschillende uitkomsten kunnen leiden. Dit illustreert een oneindigheid aan mogelijkheden.
De glazuur die ik heb ontwikkeld is bedoeld om losse porseleinen onderdelen met elkaar te verbinden en dat tevens, anders dan gebruikelijke toepassingen van glazuur, direct onderdeel uitmaakt van de vorm van de sculpturen. Dit materiaal is een ‘gloopy glaze’ met kratervorming, dat structuren kan verbinden. Het staat symbool voor het helen van een geschonden mens die nieuwe verbindingen weet aan te gaan met zichzelf en diens omgeving.
Met dit materiaal, de glazuur, heb ik een wandinstallatie gemaakt. De aanzet, drie grote onderdelen/sculpturen heb ik in Oisterwijk gemaakt, waar ik vol gebruik heb kunnen maken van de ovens die daar aanwezig zijn. Normaal denk ik van tevoren alles heel nauwkeurig uit, alle kleine details, met minimale ruimte voor veranderingen, maar in het geval van deze grote en zware wandsculpturen heb ik het nadenken over het ophangsysteem gelaten voor later. Dat was wel een spannende puzzel. Maar het is gelukt!
Dirk van Weelden schrijft over je werk dat alles bij jou begint met bloemen, zoals de bloemen in Pondering Haven. Is de bloem inderdaad voor jou de oervorm?
In al mijn werk speelt de bloem de hoofdrol. In mijn werk refereer ik veelvuldig naar verlies en rouw in de breedste zin van het woord. Om dit thema te benoemen maak ik onder andere gebruik van keramiek, zoals porselein. In deze keramische verbeeldingen maak ik veelvuldig gebruik van echte bloemen. Bloemen staan voor mij symbool voor het leven zelf, het toont een schoonheid die vergankelijk is door tijd.
Bloemen zijn, zoals mensen, vergankelijk. Porselein maakt het mogelijk de vergankelijkheid, in tegenstelling tot echte bloemen, als het ware visueel voor de eeuwigheid te 'bevriezen'. De sculpturen weerspiegelen een vergankelijke schoonheid en kwetsbaarheid waarmee ik onder andere verstilling, stilstand en reflectie uitdruk die rouw met zich meebrengt.
In het verlengde daarvan: je hebt een fascinatie voor de menselijke psyche en diepe emoties. Is de bloem daarvoor de perfecte metafoor?
In mijn werk lijkt de afwezigheid van iets dat ooit waarneembaar was zich te manifesteren in de lege restruimtes van de sculpturen. Deze staan voor mij symbool voor het vacuüm dat ontstaat wanneer iets of iemand ons ontvallen is. Dit innerlijk gemis, waar iedereen vroeg of laat mee wordt geconfronteerd, en een wezenlijk onderdeel van ons leven uitmaakt, wordt maar zelden aan de buitenwereld getoond. In een heel persoonlijk proces, waarin ik zelf de worsteling aanga met dit vacuüm, ben ik op zoek naar het draaglijk en of begrijpelijk maken van processen rond rouw. Daarnaast sta ik met mijn werk stil bij de vaak snelle levens die wij leven met steeds minder ruimte voor reflectie. Mijn werk kan als een ontdekkingstocht ervaren worden waarbij de kijker de mogelijkheid heeft stil te staan bij diens innerlijke gemis en of tekortkomingen.
Pondering Haven bestaat uit keramische werken. Is er een materiaal waarin je graag nog eens zou werken?
Alhoewel mijn werk momenteel voornamelijk bestaat uit porselein heb ik een uitgebreide kennis van en ervaring met een divers palet aan materialen: kunststof, hout, (edel)metalen, textiel. Maar ik voel mij erg comfortabel met gietklei. Hier raak ik voorlopig nog niet op uitgekeken. De mogelijkheden zijn letterlijk eindeloos en ik wil er nog dieper in duiken. Met de serie sculpturen waar ik nu mee bezig ben, ben ik de randen aan het opzoeken van wat kan zonder dat een hele compositie in elkaar stort.
Waar werk je op dit moment aan?
Ik ben me nog verder aan het verdiepen in glazuur en ga een jaar lang lessen volgen waarbij het experiment voorop staat. In en met een community van internationale kunstenaars gaan we, aan de hand van instructies en wat handvatten, het experiment aan. Ieder in deze groep heeft zo zijn eigen voorkeuren, ervaring en kennis. De uitkomsten van de experimenten worden met elkaar gedeeld en gedachten worden uitgewisseld. Deze verdere verdieping zal zeker terug te zien zijn in toekomstig werk.